Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 juli 2020 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
€ 2.807,49 te veel aan uitkering heeft gekregen. Dat bedrag moet hij terugbetalen aan het UWV. Ook moet hij een boete van € 1.403,75 betalen, omdat hij het UWV niet heeft verteld van de hennepkwekerij. Dit had hij volgens de regels wel moeten doen.
Wat vindt de rechtbank?
In dit geval had [naam eiser] uiterlijk op 1 oktober 2019 beroep moeten instellen bij de rechtbank. Dat staat ook vermeld onderaan de beslissing van 20 augustus 2019. De rechtbank heeft [naam eiser] ’s beroepschrift pas op 25 oktober 2019 ontvangen en dat is te laat.
Conclusie
Wat is er nog meer besproken tijdens de zitting?
Beslissing
- verklaart het beroep, voor zover gericht tegen het besluit van 20 augustus 2019, (bestreden besluit 1) niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 22 oktober 2019 (bestreden besluit 2) ongegrond.
www.rechtspraak.nl.