ECLI:NL:RBZWB:2020:2777
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake huurtoeslag en niet-ontvankelijkheid bezwaar
In deze zaak heeft eiser op 28 augustus 2019 digitaal beroep ingesteld tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen van 3 augustus 2019, waarin zijn bezwaar tegen de definitieve berekening van de huurtoeslag over het jaar 2011 niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft op 10 juni 2020 een zitting gehouden in Breda, waar eiser aanwezig was en de Belastingdienst/Toeslagen vertegenwoordigd werd door een gemachtigde. Eiser voerde aan dat hij in 2012 al bezwaar had gemaakt tegen het primaire besluit, maar dat hij geen duidelijk antwoord had ontvangen na het intrekken van een klacht die hij had ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst/Toeslagen de bezwaartermijn niet correct heeft beoordeeld en dat het bestreden besluit gebrekkig was voorbereid. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen van de niet-ontvankelijkheid in stand, wat betekent dat er voor eiser niets verandert. Eiser heeft recht op vergoeding van het griffierecht, maar er zijn geen proceskosten voor vergoeding.