ECLI:NL:RBZWB:2020:2757
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling in proceskosten na intrekking beroep inzake WIA-uitkering
In deze zaak heeft Koninklijke PostNL B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV, dat de uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) van een werknemer beëindigde. Het UWV had op 4 juli 2019 besloten de uitkering van de werknemer met ingang van 5 september 2019 te beëindigen. Tijdens de zitting op 13 mei 2020, waar de zaak gevoegd werd behandeld met een andere zaak, heeft het UWV op 28 mei 2020 het bestreden besluit gewijzigd en de werknemer met terugwerkende kracht een IVA-uitkering toegekend. Hierdoor trok verzoekster haar beroep in, maar verzocht het UWV te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft, op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), geoordeeld dat het UWV in de proceskosten van verzoekster moet worden veroordeeld, omdat het UWV aan verzoekster is tegemoetgekomen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 1.590,20, inclusief kosten voor rechtsbijstand en andere vergoedingen. De uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus en openbaar gemaakt op 23 juni 2020.