Op 16 juni 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. M.J.M. van Rijsewijk, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het UWV op haar aanvraag voor herbeoordeling van het recht op uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De rechtbank heeft het beroep versneld behandeld en vastgesteld dat het UWV de beslistermijn had overschreden. Eiseres had het UWV op 24 maart 2020 in gebreke gesteld, waarna twee weken waren verstreken zonder dat er een beslissing was genomen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en veroordeelde het UWV in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 262,50. Tevens werd het UWV opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een beslissing te nemen op de aanvraag van eiseres, met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn werd overschreden, tot een maximum van € 15.000,-. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.