Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 18 juni 2020 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser, gemachtigde: ing. L. Visscher,
Procesverloop
Overwegingen
4. Omvang van het geding
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 18 juni 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser, vertegenwoordigd door ing. L. Visscher, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom. De eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 16 oktober 2019, waarbij het college een omgevingsvergunning heeft verleend voor het bouwen van een dakterras op een perceel in Bergen op Zoom. De rechtbank heeft de zaak behandeld op zitting op 4 juni 2020, waar de eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, terwijl de vergunninghouder niet verscheen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser bezwaar heeft gemaakt tegen de verlening van de omgevingsvergunning, omdat deze in strijd zou zijn met de bouwregels van het bestemmingsplan 'Binnenstad'. De rechtbank heeft de beroepsgronden van de eiser beoordeeld, waaronder de stelling dat het college niet bevoegd was om de vergunning te verlenen en onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de eiser. De rechtbank concludeert dat het bouwplan niet in strijd is met het bestemmingsplan en dat de vergunning terecht is verleend. Het beroep van de eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.