Op 29 april 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een hersteluitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de minister voor Rechtsbescherming. Deze uitspraak volgde op een eerdere uitspraak van 26 maart 2020, waarin een onjuistheid was geconstateerd in de tekst. De rechtbank had in die eerdere uitspraak ten onrechte verwezen naar 'het college' in plaats van 'de minister'. De rechtbank heeft deze fout hersteld en de zinsnede aangepast, zodat het nu correct is dat de minister verantwoordelijk is voor de afwijzing van het verzoek tot vergoeding van de proceskosten. De rechtbank oordeelde dat het primaire besluit niet onrechtmatig was en dat het bestreden besluit was gebaseerd op nieuwe feiten of veranderde omstandigheden. De uitspraak van 26 maart 2020 blijft voor het overige ongewijzigd. Deze hersteluitspraak is openbaar gemaakt en geanonimiseerd gepubliceerd op de website van de rechtspraak.