ECLI:NL:RBZWB:2020:1837

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 april 2020
Publicatiedatum
17 april 2020
Zaaknummer
C/02/352309 / HA ZA 18-765
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop van een stacaravan met gebreken en de vraag naar ontbinding van de koopovereenkomst

In deze zaak gaat het om een consumentenkoop van een stacaravan door [eiseres] van [gedaagde]. De stacaravan, gekocht op 11 september 2017 voor € 24.445,00, vertoonde na levering diverse gebreken, waaronder lekkages en problemen met de buitenbekleding. [eiseres] heeft [gedaagde] herhaaldelijk op de hoogte gesteld van de problemen, maar de gebreken zijn niet naar tevredenheid verholpen. Op 27 augustus 2018 heeft [eiseres] bij brief, via haar advocaat, [gedaagde] in gebreke gesteld en ontbinding van de koopovereenkomst geëist. [gedaagde] heeft echter geen vervangende stacaravan aangeboden en stelde dat de gebreken van geringe betekenis waren, waardoor ontbinding niet gerechtvaardigd zou zijn.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de stacaravan een roerende zaak is en dat de gebreken niet zodanig ernstig zijn dat ontbinding van de koopovereenkomst gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de stacaravan niet aan de overeenkomst beantwoordt, maar dat de gebreken relatief eenvoudig verholpen kunnen worden. De rechtbank heeft de vorderingen van [eiseres] tot ontbinding van de koopovereenkomst afgewezen, maar heeft wel een schadevergoeding van € 250,00 toegewezen voor de schade als gevolg van de lekkage. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling van de vordering tot herstel van de buitenwanden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Middelburg
zaaknummer / rolnummer: C/02/352309 / HA ZA 18-765
Vonnis van 15 april 2020
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Aken, Duitsland,
eiseres,
advocaat mr. E. Aarden te Sittard,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd te Burgh-Haamstede,
gedaagde,
advocaat mr. A.C.F. Berkhof te Goes.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 3 april 2019;
  • de brief van 8 april 2019 van mr. Aarden aan de rechtbank met producties;
  • het proces-verbaal van de op 25 april 2019 gehouden comparitie en de daaraan gehechte spreekaantekeningen;
  • de conclusie van repliek tevens houdende wijziging van eis met producties;
  • de conclusie van dupliek met productie;
  • de akte na conclusie van dupliek en reacties op producties tevens houdende wijziging van eis.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 11 september 2017 heeft [eiseres] voor een koopprijs van € 24.445,00 een stacaravan van het merk Globus 9000/2 Limited Edition 45 van [gedaagde] gekocht. Zij heeft daarbij haar eigen stacaravan van het merk Santana Sunrise ingeruild tegen een vergoeding van € 2.945,00. Verder heeft zij [gedaagde] opdracht gegeven om haar oude stacaravan weg te halen van haar standplaats op [de camping] in Kamperland en de nieuwe caravan daar naar toe te vervoeren, aldaar te plaatsen en aan te sluiten voor een bedrag van € 2.000,00. [gedaagde] heeft de stacaravan betrokken van de Nederlandse importeur [Importeur] die deze op haar beurt heeft gekocht van een Engelse fabrikant.
2.2.
Op 12 december 2017 heeft [gedaagde] [eiseres] meegedeeld dat de nieuwe stacaravan die dag zal worden opgehaald in Europoort en zal worden geleverd op [de camping] , maar dat het plaatsen en aansluiten van de caravan pas in januari zal gebeuren.
2.3.
Begin 2018 is de stacaravan, die beschikt over wielen en pootjes om deze over korte afstand te vervoeren en tijdelijk ergens te plaatsen, met en oplegger naar [de camping] gebracht. De stacaravan is vervolgens naar de standplaats van [eiseres] gereden. Daar is de stacaravan geplaatst op kunststofblokken en een betonnen plaat.
2.4.
Op 8 februari 2018 heeft [gedaagde] [eiseres] bericht dat de stacaravan was aangesloten, maar dat de combiketel nog niet in orde was, waardoor de stacaravan nog niet te gebruiken (verwarmen) was.
2.5.
Op 2 april 2018 heeft de dochter van [eiseres] [gedaagde] bericht dat er geen einde lijkt te komen aan de problemen met de stacaravan (“leider nimmt es kein Ende im Stacaravan von meiner Mutter”). In de e-mail is vermeld dat [eiseres] die dag in de stacaravan is geweest en dat alles in de badkamer onder water staat en dat de wastafel lekt.
2.6.
Bij e-mail van 5 april 2018 heeft [gedaagde] [eiseres] meegedeeld dat haar monteur de afgelopen week langs is geweest en nog een koppeling welke los zat heeft kunnen aandraaien, waarmee de lekkage nu lijkt te zijn verholpen. Vermeld is dat er gevolgschade zichtbaar is, dat zij dit heel graag wil oplossen en dat zij eind april zal langskomen om de gevolgschade op te nemen en een plan te maken voor herstel. Bij e-mail van 6 april 2018 heeft [gedaagde] [eiseres] meegedeeld dat zij alles gecontroleerd heeft en dat [eiseres] de stacaravan kan gebruiken.
2.7.
Op 30 april 2018 heeft [gedaagde] de stacaravan in verband met voornoemde gevolgschade bezichtigd.
2.8.
Bij e-mail van 11 juni 2018 heeft de dochter van [eiseres] [gedaagde] gevraagd hoe het staat met de stacaravan van haar moeder en meer in het bijzonder of er al iets is gepland ten aanzien van de wanden en of er een oplossing is met betrekking tot de bodem van de stacaravan.
2.9.
Bij e-mail van 12 juni 2018 heeft [gedaagde] de dochter van [eiseres] meegedeeld dat zij dit heeft gemeld bij de bouwer van de caravan, dat zij [Importeur] verantwoordelijk houdt voor de ontstane lekkage omdat “dit echt in de fabriek anders had gemoeten”, maar dat zij nog geen concrete reactie had gehad.
2.10.
Bij e-mail van 21 juni 2018 heeft [gedaagde] [eiseres] meegedeeld dat de leverancier [Importeur] heeft toegezegd nieuwe wandplaten voor de stacaravan te leveren en dat die inmiddels zijn besteld bij de fabrikant in Engeland. Verder is vermeld dat [gedaagde] daarmee de wanden van de stacaravan netjes kan herstellen, met hetzelfde materiaal.
2.11.
Nadat [eiseres] had geïnformeerd of [Importeur] ook iets had gezegd over de bodem van de stacaravan, heeft [gedaagde] haar bij e-mail van 12 juli 2018 meegedeeld dat een collega graag nog een keer langskomt voor de vloer.
2.12.
Eind juli 2018 heeft [eiseres] [gedaagde] meegedeeld dat de buitenbekleding van de stacaravan kromtrekt en dat de platen van de buitenbekleding golven waardoor ramen en deuren niet goed sluiten.
2.13.
Bij e-mail van 21 juli 2017 heeft [gedaagde] [eiseres] naar aanleiding van de door haar gemelde problemen met de buitenbekleding van de stacaravan een bericht van [Importeur] gestuurd. In het bericht is het volgende vermeld:
“Beste eigenaar,Wij hebben van uw dealer vernomen dat uw aangeschafte caravan bollende buitenbekleding heeft.Helaas hebben we een aantal caravans die deze onvolkomenheid vertonen.De leverancier van de fabriek heeft na zorgvuldig onderzoek ontdekt waarom de beplating (zeker als het warm is) gaat bollen.Wij gaan het voor u oplossen; na de zomerperiode (er mogen op de parken en campings in het hoogseizoen geen werkzaamheden worden verricht) komt er een team uit Engeland om de beplating te vervangen.Zodra de planning bekend is, zullen wij het doorgeven aan de dealer.Ik wil u hierbij mijn excuses voor het ongemak aanbieden.(…)”
2.14.
Bij brief van 27 augustus 2018 heeft [eiseres] , bij monde van haar advocaat, [gedaagde] meegedeeld dat de stacaravan niet aan de overeenkomst beantwoordt. In de brief is meegedeeld dat zelfs indien de buitenwanden nog worden vervangen, van haar gelet op alle reparaties en de nodige gevolgschade niet kan worden verwacht dat zij genoegen neemt met de aan haar geleverde stacaravan. [eiseres] heeft [gedaagde] in de gelegenheid gesteld om binnen veertien dagen een passend aanbod te doen om de stacaravan te vervangen door een nieuwe en dat zij bij gebreke daarvan zal overgaan tot ontbinding van de koopovereenkomst.
2.15.
Bij e-mail van 9 september 2018 heeft [gedaagde] meegedeeld dat er een aantal klachten door haar is verholpen en dat zij als dealer en [Importeur] als importeur/fabrikant bereid zijn om de nog resterende mankementen ter zake van de golvende buitenwanden en het vervangen van een stuk van de binnenwand te herstellen. [gedaagde] heeft niet aangeboden de stacaravan te vervangen.
2.16.
Bij e-mail van 17 oktober 2018 heeft de advocaat van [eiseres] [gedaagde] meegedeeld dat de bodem die is volgezogen met koelvloeistof niet kan worden vervangen, dat de buitenwanden van de stacaravan zijn scheefgetrokken waardoor inmiddels de deur en de ramen niet meer goed sluiten en dat inmiddels de elektriciteit begint te haperen en er in de stacaravan een geur hangt die er niet zou moeten zijn. In de brief is vermeld dat indien [gedaagde] niet alsnog bereid is om gehoor te geven aan de sommatie in de brief van 27 augustus 2018, zal worden overgegaan tot dagvaarding.
2.17.
Tijdens de gerechtelijke procedure, op 13 mei 2019, heeft [Importeur] de stacaravan in het bijzijn van [eiseres] en [gedaagde] bezichtigd.
2.18.
Op 28 mei 2019 heeft mr. Berkhof mr. Aarden meegedeeld dat [Importeur] in goed overleg heeft besloten om de buitenbekleding van de stacaravan (uit coulance) te vervangen en dat die vervanging zou kunnen plaatsvinden op 19 juni 2019.
2.19.
Op 17 juni 2019 heeft mr. Aarden mr. Berkhof meegedeeld dat [eiseres] vooralsnog geen toestemming geeft om de buitenwanden te vervangen op 19 juni 2019 nu geen “terugkoppeling van de waarnemingen” van [Importeur] is ontvangen. Mr. Aarden heeft aangegeven dat [eiseres] daarom een deskundige opdracht zal geven om onderzoek te doen naar gebreken van de stacaravan.
2.20.
Op 28 juni 2019 heeft [de expert] van [het expertbureau] te Wezep in opdracht van [eiseres] onderzoek verricht naar eventuele gebreken van de stacaravan. Bij de bezichtiging van de stacaravan door [de expert] waren [eiseres] en [gedaagde] aanwezig.
2.21.
In het naar aanleiding van het onderzoek opgemaakte rapport van 4 juli 2019 is ten aanzien van de lekkages het volgende vermeld:
“Na aflevering en plaatsing van het chalet zijn er diverse lekkages van de leidingen van de cv-installatie en sifons. Hierdoor is er koelvloeistof en water op de vloeren gelopen. De lekkages zijn door de ondernemer verholpen. Tijdens de inspectie heb ik op diverse plaatsen vochtmetingen uitgevoerd met een Caisson VI-D3 vochtmeter. (…) De wanden laten geen sporen van verkleuring door vochtinwerking zien. Derhalve kan worden vastgesteld dat de chalet droog is en er geen schade is opgetreden aan de vloer en de wanden.”
Wat betreft de buitenbekleding vermeldt het rapport:
“De buitenbekleding bolt behoorlijk op. (…) De wanden zijn opgebouwd met kunststof rabatdelen (…) Door warmte zetten deze delen uit, waardoor ze op gaan bollen en niet weer terugkeren in hun oorspronkelijke vorm.
(…)Ik ben van mening dat de afwijking van de buitenbekleding bovenmatig is.Het opbollen van de rabatdelen kan invloed hebben op het openen van ramen en deuren. Door het uitzetten van de kunststof rabatdelen kan er spanning op de kozijnen ontstaan.
De buitenbekleding heeft geen invloed op de binnenwanden en het plafond.”
Verder is in het rapport vermeld:
“De hoeklijsten zakken naar beneden (…) De hoeklijsten zijn vastgeplakt met een soort siliconenkit die los laat (…) Voor goed herstel zullen deze hoeklijsten opnieuw worden vastgeplakt en geschroefd.Overige opmerkingen:Tijdens het gesprek met mevrouw [eiseres] deelde ze mij mee dat er vanaf het begin diverse problemen zijn geweest waaronder diverse lekkages en storing in de bedrading van de verlichting. De lekkages en de bedrading zijn door de ondernemer gerepareerd.Bij de inspectie constateerde ik dat de kitlaag van de binnenbekleding in de hoeken op diverse plaatsen loslaat (…) Dit wordt veroorzaakt door temperatuursinvloeden.
Ook de binnenwanden krimpen en zetten uit door warmte en kou.De toegepaste kit is onvoldoende flexibel.Voor goed herstel zullen de hoeken opnieuw gekit moeten worden met een kit die voldoende flexibiliteit heeft.Op een luik onder de bekleding rechtsvoor (…) is een vochtplek zichtbaar. Tijdens mijn bezoek heb ik ter plekke vochtmetingen gedaan op de wand en de vloer en de metingen gaven aan dat de wand en de vloer ter plekke droog waren.Vast staat dat er ter plekke een lekkage is geweest, naar alle waarschijnlijkheid via het raam rechtsvoor.Mevrouw [eiseres] is van mening dat het chalet weggezakt is en niet waterpas staat. Na gedaan onderzoek ben ik van mening dat het chalet niet is weggezakt en waterpas staat (…).Conclusie:
De aflevering van het chalet op de camping is in eerste instantie niet goed uitgevoerd door de ondernemer. Lekkages van de cv en de sifons hadden bij het afleveren gecontroleerd moeten worden.Een groot deel van de problemen zijn inmiddels door de ondernemer verholpen.De ondernemer heeft toegezegd de problemen voor wat betreft de bolling van de buitenwanden, de hoeklijsten vastzetten, het inkitten van de hoeken van de binnenbeplating en de lekkage rechtsvoor te verhelpen.”

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert, na wijziging van haar eis bij akte – samengevat – primair, indien de stacaravan moet worden aangemerkt als een roerende zaak, voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst is ontbonden, dan wel ontbinding van die overeenkomst, alsmede voor recht te verklaren dat [gedaagde] gehouden is tot vergoeding van de als gevolg van de ontbinding geleden schade. Daarnaast vordert [eiseres] voor dat geval om voor recht te verklaren dat de kosten voor het demonteren en ophalen van de stacaravan voor rekening van [gedaagde] komen en veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 26.445,00, vermeerderd met rente en kosten. In het geval de stacaravan moet worden aangemerkt als een onroerende zaak worden dezelfde vorderingen ingesteld met dien verstande dat tevens wordt gevorderd een verklaring voor recht dat er geen geldige koopovereenkomst tot stand is gekomen. Subsidiair vordert [eiseres] om voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst partieel wordt ontbonden, [gedaagde] te gebieden de buitenwanden van de stacaravan te vervangen en veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 7.500,00, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat de stacaravan niet aan de overeenkomst beantwoordt, in verband waarmee zij wijst op onder meer de in het rapport van [de expert] genoemde gebreken. Zij stelt dat zij bij brief van 27 augustus 2018 op de voet van artikel 7:21 lid 1 onder c BW vervanging van de afgeleverde zaak heeft geëist en dat [gedaagde] daartoe niet bereid is gebleken en dat de stacaravan, ook na de verrichte reparaties, nog altijd niet voldoet aan de koopovereenkomst, zodat zij bevoegd was om de koopovereenkomst te ontbinden en recht heeft op vergoeding van schade als gevolg daarvan. Indien de rechtbank van oordeel is dat de stacaravan een onroerende zaak betreft, stelt [eiseres] dat geen koopovereenkomst tot stand is gekomen omdat deze niet schriftelijk is aangegaan.
3.3.
[gedaagde] heeft (de ernst van) een deel van de door [eiseres] gestelde gebreken bestreden. Zij heeft aangevoerd dat de stacaravan een onroerende zaak betreft, zodat de regels van consumentenkoop niet van toepassing zijn. Zij bestrijdt dat de stacaravan niet aan de overeenkomst beantwoordt. Verder bestrijdt zij dat [eiseres] bevoegd is om de overeenkomst te ontbinden en stelt zij dat de gebreken van de stacaravan van zodanig geringe betekenis zijn dat deze ontbinding niet rechtvaardigen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

rechtsmacht en toepasselijk recht

4.1.
Op grond van artikel 4 lid 1 Brussel I bis-Verordening is de Nederlandse rechter bevoegd.
4.2.
Partijen zijn het erover eens dat de koopovereenkomst wordt beheerst door Nederlands recht, zodat het Nederlandse recht op die overeenkomst van toepassing is.
wijziging van eis en inhoud akte
4.3.
[gedaagde] heeft zich ertegen verzet dat [eiseres] haar eis bij akte heeft gewijzigd en in die akte heeft gereageerd op de inhoud van de conclusie van dupliek. Zij wijst erop dat het [eiseres] slechts nog was toegestaan bij akte te reageren op de bij conclusie van dupliek overgelegde productie. Volgens [gedaagde] is de wijziging van eis in dit stadium in strijd met een goede procesorde.
4.4.
Artikel 130 lid 1 Rv bepaalt dat de eiser bevoegd is zijn eis of de gronden daarvan te wijzigen, zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen. De gedaagde is bevoegd daartegen bezwaar te maken op grond dat de eiswijzing in strijd is met de eisen van een goede procesorde. Daarvan is sprake indien de verdediging onredelijk wordt bemoeilijkt of het geding onredelijk wordt vertraagd.
4.5.
[eiseres] heeft haar eis bij akte aldus vermeerderd dat zij een extra vordering instelt in het geval de rechtbank oordeelt dat de stacaravan, zoals [gedaagde] stelt, een onroerende zaak is. Zij vordert voor dat geval om voor recht te verklaren dat geen geldige koopovereenkomst tot stand is gekomen. Daarnaast heeft zij haar subsidiaire eis vermeerderd aldus dat zij thans vordert dat [gedaagde] de buitenwanden van de stacaravan vervangt.
4.6.
De rechtbank is van oordeel dat de eiswijziging bij akte niet in strijd is met de eisen van een goede procesorde. In het verdere verloop van de procedure gaat de rechtbank dus uit van de gewijzigde eis. Gelet op het oordeel van de rechtbank dat de stacaravan een roerende zaak is (zie hierna), bestaat er geen reden om [gedaagde] nog in de gelegenheid te stellen in zoverre op de gewijzigde eis te reageren. [gedaagde] zal wel in de gelegenheid worden gesteld om nog te reageren op de gewijzigde subsidiaire eis.
4.7.
Krachtens het toepasselijke procesreglement mocht [eiseres] bij akte reageren op de bij conclusie van dupliek overgelegde productie. De rechtbank gaat daarom, met inachtneming van hetgeen hiervoor over de eiswijziging is overwogen, voorbij aan de inhoud van de akte voor zover daarbij niet slechts op die productie is gereageerd.
consumentenkoop
4.8.
Op grond van artikel 7:5 lid 1 BW is voor de toepasselijkheid van de bepalingen over consumentenkoop vereist dat de koop betrekking heeft op een roerende zaak. Volgens de memorie van toelichting bij de Richtlijn 2011/83/EU sluit het begrip roerende zaak in artikel 3:2 en 3:3 BW aan bij de definitie in de richtlijn.
4.9.
Volgens artikel 3:3 lid 1 BW zijn, voor zover hier van belang, als onroerend aan te merken de grond, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd. Roerend zijn alle zaken die niet onroerend zijn, aldus het tweede lid van artikel 3:3 BW. De vraag of de vereniging duurzaam is, dient te worden beoordeeld aan de hand van objectieve maatstaven. Waar het om gaat is of het bouwsel naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven (HR 13 juni 1975, NJ 1975, 509).
4.10.
Anders dan [gedaagde] bepleit is voor de vraag of de stacaravan een onroerende of roerende zaak betreft, niet van belang wat de toekomstige bestemming is van de stacaravan op het moment van de koop. Bij de beoordeling of een bouwsel bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven, gaat het om de
verwezenlijktebestemming. Zie in deze zin J.F.M. Janssen, De uitleg die wordt gegeven aan de artt. 3:3 lid 1 en 5:20 sub e BW, ontregelt de zaak, WPNR 2006/6691, p. 858. De stacaravan was ten tijde van de koop niet duurzaam met de grond verenigd en was mitsdien een roerende zaak. Nu ook overigens aan de vereisten van artikel 7:5 lid 1 BW is voldaan, betreft de koop van de stacaravan een consumentenkoop.
4.11.
Voor zover de vorderingen van [eiseres] ervan uitgaan dat de stacaravan een onroerende zaak betreft, dienen deze te worden afgewezen.
conformiteit
4.12.
Artikel 7:17 lid 1 BW bepaalt dat de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de koper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
4.13.
Voor de vraag of de stacaravan aan de overeenkomst beantwoordt gaat de rechtbank uit van de bevindingen en conclusies van de door [eiseres] ingeschakelde deskundige. [gedaagde] heeft deze onvoldoende gemotiveerd weersproken. Voor zover [eiseres] uitgaat van andere gebreken van de stacaravan, zijn deze in het licht van het eigen deskundigenonderzoek onvoldoende onderbouwd en gaat de rechtbank daaraan voorbij.
4.14.
[eiseres] heeft een nieuwe stacaravan gekocht. Zij mocht ervan uitgaan dat deze niet de in het deskundigenrapport genoemde gebreken kende, zoals de bovenmatige bolling van de rabatdelen van de buitenbekleding waardoor ramen en deuren mogelijk niet goed sluiten en de toepassing van niet geschikte kit waardoor hoeklijsten naar beneden zakken en binnenbekleding loskomt. De stacaravan beantwoordt daarom niet aan de overeenkomst.
4.15.
Het standpunt van [gedaagde] dat er geen sprake is van non-conformiteit omdat [eiseres] de stacaravan normaal kan gebruiken doet, wat er van dat normale gebruik ook zij, er niet aan af dat de stacaravan niet aan de overeenkomst beantwoordt. Dat de koper van een zaak mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn, betekent niet dat hij geen eigenschappen mag verwachten die aan een normaal gebruik niet in de weg staan.
4.16.
De rechtbank verwerpt voorts het standpunt van [gedaagde] dat de zaak ten tijde van de levering aan de overeenkomst beantwoordde omdat de gebreken pas na de levering zijn ontstaan. De gebreken van de stacaravan betreffen in feite ongeschikt materiaal dat op het moment van levering al aanwezig was. Dat de problemen als gevolg van dat ongeschikte materiaal zich pas later hebben geopenbaard, is niet relevant.
ontbinding
4.17.
Artikel 7:22 lid 1 sub a BW bepaalt dat indien het afgeleverde niet aan de overeenkomst beantwoordt, de koper bij consumentenkoop de bevoegdheid heeft de overeenkomst te ontbinden, tenzij de afwijking van hetgeen partijen zijn overeengekomen, gezien haar geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Volgens het tweede lid van artikel 7:22 BW ontstaat deze bevoegdheid pas wanneer herstel en vervanging onmogelijk zijn of van de verkoper niet gevergd kunnen worden, dan wel de verkoper tekort is geschoten in een verplichting als bedoeld in artikel 7:21 lid 3 BW.
4.18.
De in het deskundigenrapport van [de expert] genoemde gebreken staan niet in de weg aan het gebruik van de stacaravan door [eiseres] , ook niet indien de ramen en deuren daardoor moeilijker sluiten. Uit het deskundigenrapport van [de expert] en het aanbod tot herstel van [Importeur] blijkt voorts dat de gebreken van de stacaravan betrekkelijk eenvoudig kunnen worden verholpen door het aanbrengen van nieuwe kit en nieuwe rabatdelen, zonder dat dit voor [eiseres] tot ernstige overlast behoeft te leiden. Naar de rechtbank uit het aanbod van [Importeur] begrijpt kunnen de rabatdelen in een dag worden vervangen. Een ontbinding zou daarentegen meebrengen dat de aansluitingen van de stacaravan op de voorzieningen van de camping ongedaan moeten worden gemaakt en zou voor [gedaagde] aanzienlijke kosten met zich meebrengen. De rechtbank is daarom met [gedaagde] van oordeel dat de afwijkingen van hetgeen partijen zijn overeengekomen, gelet op hun geringe betekenis, de gevorderde ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Daaraan doet niet af dat ook bij de installatie fouten door [gedaagde] zijn gemaakt (die krachtens artikel 7:18 lid 3 BW eveneens kwalificeren als een gebrek aan overeenstemming van de zaak aan de overeenkomst), als gevolg waarvan schade is ontstaan. Deze fouten zijn al hersteld en de schade als gevolg daarvan kan worden hersteld (vervanging stukje binnenwand) en, voor zover die schade niet kan worden hersteld (lichte opbolling van de vloer rondom leidingen) is deze schade gering.
4.19.
De vorderingen van [eiseres] die strekken tot ontbinding van de koopovereenkomst of die daarvan uitgaan, dienen gelet op het voorgaande te worden afgewezen.
schadevergoeding
4.20.
[eiseres] stelt dat zij schade lijdt als gevolg van de tekortkoming door [gedaagde] en dat zij aanspraak maakt op vergoeding van een bedrag van € 7.500,00.
4.21.
Gelet op de vastgestelde gebreken, heeft [eiseres] geen andere schade gesteld die voor vergoeding in aanmerking komt dan de schade als gevolg van de lekkage, bestaande uit de geringe opbolling van de vloer van de stacaravan juist rondom twee van de leidingen. Deze schade is door [gedaagde] niet weersproken (zie het proces-verbaal van comparitie). Nakoming is in zoverre blijvend onmogelijk, zodat [eiseres] recht heeft op vergoeding van schade als gevolg van de tekortkoming die bestaat in het onvoldoende controleren van de leidingen waardoor lekkage is ontstaan. De rechtbank begroot deze schade naar redelijkheid op € 250,00. De vordering zal in zoverre worden toegewezen en dient voor het overige te worden afgewezen.
herstel
4.22.
[eiseres] heeft de vordering tot herstel van de buitenwanden pas bij akte wijziging eis ingesteld. De rechtbank zal [eiseres] in de gelegenheid stellen om deze vordering bij conclusie na tussenvonnis nader toe te lichten en te onderbouwen. [gedaagde] zal daarop bij antwoordconclusie kunnen reageren.
4.23.
Uit het deskundigenrapport blijkt dat [gedaagde] zich bereid heeft verklaard de in het rapport genoemde gebreken te herstellen. Met het oog daarop geeft de rechtbank partijen in overweging om met elkaar in overleg te treden om te bezien of herstel in der minne kan worden geregeld.
4.24.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 13 mei 2020 voor conclusie na tussenvonnis aan de zijde van [eiseres] ;
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.W. Louwerse en in het openbaar uitgesproken op 15 april 2020.