ECLI:NL:RBZWB:2020:1795

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 februari 2020
Publicatiedatum
15 april 2020
Zaaknummer
C/02/368892 / FA RK 20/750
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • W. Willemsen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanhouding verzoek machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op grond van de Wet Zorg en Dwang

Op 17 februari 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de aanhouding van een verzoek tot machtiging voor de voortzetting van een crisismaatregel. Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie en betreft een betrokkene die verblijft in GGZ Breburg. De officier van justitie verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die eerder op 13 februari 2020 was opgelegd, in afwachting van een perspectiefbiedende plek voor de betrokkene op grond van de Wet Zorg en Dwang (WZD). Tijdens de mondelinge behandeling op 17 februari 2020 waren de officier van justitie, de betrokkene, haar advocaat, de behandelaar, een co-assistent en een verpleegkundige aanwezig.

De officier van justitie stelde dat er op dat moment nog geen passende plek beschikbaar was voor de betrokkene, en vroeg om het verzoek aan te houden voor de duur van één week. De behandelaar bevestigde dat er nog steeds sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, terwijl de betrokkene zelf aangaf dat het goed met haar ging. De rechtbank besloot de behandeling van de zaak aan te houden tot een latere zittingsdatum, in afwachting van de beschikbaarheid van een geschikte plek voor de betrokkene. De beslissing werd mondeling gegeven door rechter W. Willemsen, in aanwezigheid van griffier mr. Visvalingam, en de schriftelijke uitwerking van de beschikking is op dezelfde dag vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/368892 / FA RK 20/750
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 17 februari 2020van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] ,
verblijvende in GGZ Breburg aan de [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. B.G.M. Frencken te 's-Hertogenbosch.

1.Het procesverloop

1.1
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 14 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 13 februari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van
13 februari 2020;
- de medische verklaring van 13 februari 2020;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvggz;
- De relevante politiegegevens en justitiële gegevens.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op
17 februari 2020, in voormeld psychiatrisch ziekenhuis.
1.3
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de officier van justitie, T. Gudde,
- de betrokkene en haar advocaat,
- de behandelaar, [naam behandelaar] ,
- de co-assistent, [naaam co-assistent] ,
- de verpleegkundige, [naam verpleegkundige] .

2.Het verzoek

2.1
De officier van justitie heeft verzocht om ter afwending van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen voor betrokkene voor de duur van drie weken en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- controleren van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- opnemen in een accommodatie.

3.De standpunten

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vraagt ter zitting het verzoek aan te houden voor de duur van één week. Op dit moment gaat het nog steeds niet goed met betrokkene. Gelet op de zorgen is een perspectiefbiedende plek op grond van de Wet Zorg en Dwang (hierna: WZD) aangewezen voor betrokkene. Echter, op dit moment is er nog geen passende plek beschikbaar voor betrokkene, maar een terugkeer naar huis is thans ook niet aan de orde. Gelet op het voorgaande wordt verzocht om het voorliggend verzoek aan te houden voor de duur van één week, in afwachting van een passende plek op grond van de WZD.
3.2
Het standpunt van de betrokkene
De betrokkene stelt dat het op dit moment prima met haar gaat.
3.3
Het standpunt van de behandelaar
De behandelaar stelt zich ter zitting op het standpunt dat een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk is. Er is thans nog steeds sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bij betrokkene. In het afgelopen weekend heeft zich tweemaal een noodsituatie voorgedaan waarbij zij ernstig met haar hoofd tegen de deur heeft gebonkt. Er is toen met nood medicatie toegediend aan betrokkene.
3.4
Het standpunt van de advocaat
De advocaat deelt het standpunt van de officier van justitie en hij onderschrijft dat het van groot belang is dat er een duurzame oplossing moet worden gekozen voor betrokkene.

4.De beoordeling

De rechtbank overweegt als volgt.
4.1
De rechtbank heeft geconstateerd dat er thans nog steeds geen perspectiefbiedende plek is gevonden voor betrokkene. In afwachting daarvan wordt de behandeling van de zaak aangehouden tot na te melden zittingsdatum.
Dit betekent dat als volgt wordt beslist.

5.De beslissing

De rechtbank:
houdt de behandeling van de zaak aan tot de zitting van
maandag 24 februari 2020 te
10:45 uur, teneinde het verzoek met de betrokkene en haar advocaat, de officier van justitie en de behandelaar (verder) te kunnen bespreken. Zij worden dan ook allen opgeroepen om alsdan te verschijnen, zulks met inachtneming van hetgeen in de beoordeling is overwogen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2020 door mr. Willemsen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. Visvalingam, als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 februari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.