Op 8 april 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, vertegenwoordigd door mr. J.I.J. Langenberg, beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom. Eiser had op 25 maart 2019 een aanvraag ingediend voor twee verkeersbesluiten, maar het college had hierop niet tijdig gereageerd. De rechtbank heeft het beroep versneld behandeld en vastgesteld dat er inmiddels op 24 januari 2020 een beslissing was genomen door het college. De rechtbank oordeelde dat eiser geen belang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van het niet tijdig nemen van een besluit, omdat de beslissing inmiddels was genomen. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk, maar droeg het college wel op om het door eiser betaalde griffierecht van € 178,00 te vergoeden en veroordeelde het college in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 262,50. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.