Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
U ontvangt een pensioen en/of lijfrente-uitkering van meer dan € 25.000 in totaal op jaarbasis. De vrijstelling in Nederland is afhankelijk van de wijze waarop België belasting heft. Van lijfrenten was reeds bekend dat België deze inkomsten niet conform de voorwaarden in het belastingverdrag in de heffing betrekt. Op grond van de Belgische jurisprudentie geldt dat nu ook voor een uit Nederland afkomstig pensioen. U ontvangt om deze reden niet langer de vrijstelling inhouding loonheffing omdat uw pensioen en/of lijfrenteuitkering meer dan € 25.000 bedraagt.
Deelnemer is degene van 25 jaar of ouder, dan wel degene die op 31 december 2005 deelnemer is en nog niet de leeftijd van 56 jaar heeft bereikt, die:
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
Pensioenen, lijfrenten, sociale zekerheidsuitkeringen en alimentatieuitkeringen” van het Verdrag luidt voor zover hier van belang als volgt:
5.Proceskosten en griffierecht
6.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- verklaart de bezwaren tegen de inhouding van loonheffing over de maanden januari en februari 2018 niet-ontvankelijk;
- gelast de teruggave van in totaal € 641,34 aan ingehouden loonheffing over de maanden maart en april 2018;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 46 aan deze vergoedt.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: