ECLI:NL:RBZWB:2020:1510
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- V.E.H.G. Visser
- T. Peters
- L.P. Hertsig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen omgevingsvergunning voor strandbrug en natuurmaatregelen
In deze zaak heeft eiseres, een inwoner van Nieuwvliet, beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis, dat op 13 mei 2019 een omgevingsvergunning heeft verleend voor het bouwen van een strandbrug en het treffen van natuurmaatregelen. De strandbrug is bedoeld om het Vakantiepark Nieuwvliet-Bad te verbinden met het Noordzeestrand en is bestemd voor bezoekers van het recreatiepark en voetgangers en fietsers uit de omgeving. De rechtbank heeft op 14 februari 2020 de zitting gehouden, waarbij eiseres in persoon aanwezig was en de verweerder vertegenwoordigd werd door M. Cijsouw. De derde partij, Beach Resort Nieuwvliet B.V., was vertegenwoordigd door mr. J.M. van Koeveringe-Dekker en C. van de Wel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de derde partij op 14 juli 2017 een aanvraag voor de omgevingsvergunning heeft ingediend, die gedurende zes weken ter inzage heeft gelegen. Eiseres heeft haar zienswijze ingediend, maar het college heeft de vergunning verleend, ondanks haar bezwaren. De rechtbank overweegt dat eiseres eerder niet-ontvankelijk was verklaard in haar bezwaren tegen een andere omgevingsvergunning, omdat de afstand tussen haar vakantiewoning en het centrumgebouw te groot was. De rechtbank concludeert dat eiseres geen eigen en persoonlijk belang heeft dat haar onderscheidt van andere bewoners van vakantiehuizen op meer dan 350 meter afstand van de strandbrug.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij niet als belanghebbende kan worden aangemerkt in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. V.E.H.G. Visser, voorzitter, en mr. T. Peters en mr. L.P. Hertsig, leden, op 27 maart 2020, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie.