ECLI:NL:RBZWB:2020:1509
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- V.E.H.G. Visser
- T. Peters
- L.P. Hertsig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaren tegen watervergunning en ontheffing voor aanleg strandbrug
Op 27 maart 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, wonende te Nieuwvliet, en het dagelijks bestuur van waterschap Scheldestromen. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 18 april 2019, waarin haar bezwaren tegen de verleende watervergunning en ontheffing voor de aanleg van een strandbrug aan de Zeedijk te Nieuwvliet-Bad niet-ontvankelijk werden verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de primaire besluiten op 31 juli 2018 zijn verzonden naar de derde partij, en dat de bezwarentermijn op 1 augustus 2018 is aangevangen. Eiseres heeft haar bezwaarschrift pas op 21 september 2018 ingediend, wat 9 dagen te laat was. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding, aangezien de besluiten op de juiste wijze bekendgemaakt waren aan de aanvrager. Eiseres had bovendien meerdere keren eerder bezwaar gemaakt tegen besluiten van lagere overheden en was dus bekend met de wettelijke termijnen. De rechtbank concludeerde dat eiseres terecht niet-ontvankelijk was verklaard in haar bezwaren en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.