ECLI:NL:RBZWB:2020:1467
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- T. Peters
- L.P. Hertsig
- V.E.H.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke geschillen over tijdelijke ontheffing en watervergunning voor asfaltering en opritconstructie
Op 27 maart 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarin eisers beroep hebben ingesteld tegen besluiten van het dagelijks bestuur van waterschap Scheldestromen. De besluiten betroffen een tijdelijke ontheffing en een watervergunning voor het asfalteren van een deel van de Nieuwehovendijk te Nieuwvliet en het maken van een oprit naar het bouwterrein van Noordzee Beach Village. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers, die elk een recreatiewoning aan de Zeekraalstraat hebben, bezwaar hebben gemaakt tegen deze besluiten. De zitting vond plaats op 14 februari 2020, waarbij eiseres sub 1 aanwezig was, terwijl eiser sub 2 en eiseres sub 3 niet verschenen. De verweerder werd vertegenwoordigd door mr. C.C. Wolters en andere vertegenwoordigers.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de aanvraag van de derde partij voor een ontheffing van de Keur en een watervergunning. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verweerder voldoende heeft gemotiveerd dat de werkzaamheden geen onaanvaardbare gevolgen hebben voor de verkeersveiligheid en dat de waterkering niet in gevaar komt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat er rechtsgronden zijn om de ontheffing en de vergunning te weigeren. De beroepen van eisers zijn ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.