In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 maart 2020, stond de belastingrente van € 2.082 ter discussie, die was opgelegd bij de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2015. De belanghebbende, vertegenwoordigd door zijn belastingadviseur, had bezwaar aangetekend tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst, die op 29 april 2019 was gedaan. Tijdens de zitting op 6 maart 2020 in Eindhoven bereikten partijen overeenstemming over de vermindering van de belastingrente tot € 326 en de proceskostenvergoeding van € 525 aan de belanghebbende. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en legde de inspecteur de kosten op. De uitspraak werd niet op een openbare zitting gedaan vanwege de coronamaatregelen, maar werd gepubliceerd op rechtspraak.nl. De belanghebbende heeft het recht om binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.