ECLI:NL:RBZWB:2020:1317

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 maart 2020
Publicatiedatum
18 maart 2020
Zaaknummer
AWB - 19 _ 5612
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting

Op 18 maart 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de niet-ontvankelijkheid van een beroep tegen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting. De belanghebbende had een beroepschrift ingediend tegen de naheffingsaanslag met bijbehorende boete, maar had het verschuldigde griffierecht van € 47,00 niet tijdig betaald. De griffier had de belanghebbende herhaaldelijk geïnformeerd over de verplichting tot betaling van het griffierecht, inclusief een aangetekende brief van 23 december 2019 waarin werd gewaarschuwd voor mogelijke niet-ontvankelijkheid indien het griffierecht niet binnen vier weken zou worden voldaan. Ondanks de bevestiging van aflevering van de brief door PostNL, bleek uit de administratie van de rechtbank dat het griffierecht niet was ontvangen. Hierdoor werd het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter M.R.T. Pauwels, in aanwezigheid van griffier L.M. de Leeuw van Weenen. Vanwege de coronamaatregelen vond er geen openbare zitting plaats, maar werd de uitspraak gepubliceerd op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend bij de rechtbank.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 19/5612
uitspraak van 18 maart 2020
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende], wonende te [woonplaats],
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.

1.Motivering

Belanghebbende heeft een beroepschrift ingediend betreffende de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting met aanslagnummer [aanslagnummer].Y.7.4 en de bij beschikking opgelegde boete. Hiervoor is belanghebbende griffierecht verschuldigd van € 47,00. De griffier heeft belanghebbende daarover schriftelijk geïnformeerd.
De griffier heeft belanghebbende in een aangetekende brief van 23 december 2019 nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht. De brief vermeldt dat niet-ontvankelijkverklaring kan volgen, indien het griffierecht niet binnen vier weken na dagtekening van de brief is overgemaakt op de in de brief vermelde bankrekening. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres.
Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb.
Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

2.Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.R.T. Pauwels, rechter, in aanwezigheid van mr. L.M. de Leeuw van Weenen, griffier, op 18 maart 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het Corona-virus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting maar wordt deze uitspraak gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
(De griffier is verhinderd (Was getekend)
de uitspraak te ondertekenen)
mr. L.M. de Leeuw van Weenen mr. M.R.T. Pauwels
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank (artikel 8:55 Awb). De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.