ECLI:NL:RBZWB:2020:1316

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 maart 2020
Publicatiedatum
18 maart 2020
Zaaknummer
AWB - 19 _ 5607
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepschrift inzake naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting

Op 18 maart 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin belanghebbende, wonende te [woonplaats], beroep heeft ingesteld tegen naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting en de bijbehorende boetes. Belanghebbende heeft een beroepschrift ingediend, maar heeft verzuimd het verschuldigde griffierecht van € 47,00 tijdig te betalen. De griffier heeft belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met een aangetekende brief van 23 december 2019 waarin werd aangegeven dat niet-ontvankelijkverklaring kon volgen indien het griffierecht niet binnen vier weken was overgemaakt. Ondanks de aflevering van deze brief op het opgegeven adres, is het griffierecht niet ontvangen door de rechtbank. Hierdoor zijn de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.R.T. Pauwels, rechter, in aanwezigheid van mr. L.M. de Leeuw van Weenen, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummers BRE 19/5607, 19/5608 en 19/5609
uitspraak van 18 maart 2020
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gedingen tussen
[belanghebbende], wonende te [woonplaats],
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.

1.Motivering

Belanghebbende heeft een beroepschrift ingediend betreffende de naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting met aanslagnummer [aanslagnummer].Y.9, [aanslagnummer].Y.8.4 en [aanslagnummer].Y.8.3 en de bij beschikkingen opgelegde boetes. Hiervoor is belanghebbende eenmaal griffierecht verschuldigd van € 47,00. De griffier heeft belanghebbende daarover schriftelijk geïnformeerd.
De griffier heeft belanghebbende in een aangetekende brief van 23 december 2019 nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht. De brief vermeldt dat niet-ontvankelijkverklaring kan volgen, indien het griffierecht niet binnen vier weken na dagtekening van de brief is overgemaakt op de in de brief vermelde bankrekening. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres.
Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb.
Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

2.Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.R.T. Pauwels, rechter, in aanwezigheid van mr. L.M. de Leeuw van Weenen, griffier, op 18 maart 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het Corona-virus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting maar wordt deze uitspraak gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
(De griffier is verhinderd (Was getekend)
de uitspraak te ondertekenen)
mr. L.M. de Leeuw van Weenen mr. M.R.T. Pauwels
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank (artikel 8:55 Awb). De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.