ECLI:NL:RBZWB:2020:1313
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in belastingzaak
Op 18 maart 2020 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, wonende te [woonplaats], beroep had ingesteld tegen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en de bijbehorende boete. Belanghebbende was griffierecht verschuldigd van € 47,00, waarvoor hij door de griffier schriftelijk was geïnformeerd. Ondanks een aangetekende brief van 23 december 2019, waarin belanghebbende werd gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, is dit bedrag niet ontvangen door de rechtbank. Hierdoor werd het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door mr. M.R.T. Pauwels, rechter, in aanwezigheid van mr. L.M. de Leeuw van Weenen, griffier. Vanwege de coronamaatregelen vond er geen openbare zitting plaats, maar werd de uitspraak gepubliceerd op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.