Op 6 maart 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen Camping Veerse Meer B.V. en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goes. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in verband met een omgevingsvergunning voor het realiseren van een vakantiepark met 180 woningen op het perceel Veerweg 48A te Wolphaartsdijk. Verzoekster, Camping Veerse Meer B.V., vreest dat de nieuwe ontsluiting van het vakantiepark te dicht bij de bestaande ontsluitingen van haar camping ligt, wat kan leiden tot parkeeroverlast en verkeersonveilige situaties. De voorzieningenrechter oordeelt dat het belang van veilig en doelmatig gebruik van de weg geen weigeringsgrond oplevert, aangezien het verkeer op meerdere plaatsen het recreatieterrein kan in- en uitrijden en er een extra ontsluiting op de Aardebolleweg komt. Bovendien is het aantal auto-caravan-combinaties dat gebruik maakt van de camping door het verdwijnen van bestaande standplaatsen verminderd.
Verzoekster heeft ook zorgen geuit over stikstofdepositie en bodemverontreiniging, maar de voorzieningenrechter concludeert dat deze beroepsgronden niet inhoudelijk besproken hoeven te worden, omdat verzoekster enkel concurrentiebelang heeft. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af en verklaart het beroep ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.