Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
Artikel 13
Huurder is verplicht zich als een goed huurder te gedragen en het gehuurde te gebruiken en te onderhouden zoals een goed huurder betaamt.
Huurder zal algemene ruimten en gemeenschappelijke doorgangen onderhouden, niet verontreinigen en geen handelingen verrichten of nalaten waardoor de doorgang belemmerd wordt. Huurder mag in deze ruimten geen goederen stallen.”
(…)Wederzijdse overlast
Zoals u weet, hebben we verschillende malen geprobeerd om met u in gesprek te komen. Dit vanwege de zorg richting u en zeker ook vanwege aanhoudende klachten van omwonenden in het complex waar uw woont.
Wij proberen met regelmaat met u een afspraak te maken om bepaalde situaties persoonlijk met u te bespreken. Dit heeft onze voorkeur. Helaas blijkt dit voor u lastig te zijn, waardoor ik u deze brief stuur.
om met uw scootmobiel in en om het gebouw zeer rustig, stapvoets, te rijden. We hebben vernomen dat dit met regelmaat niet gebeurt, wat gevaarlijke/vervelende situaties met zich meebrengt.
om al uw eigendommen in de gemeenschappelijke galerij; bij uw voordeur, tegenover uw voordeur en op de vensterbank te verwijderen. Hiermee doel ik op alle propjes, papiertjes, bijzettafeltjes e.d. Dit is vooral vanuit het oogpunt van brandpreventie en daarnaast dienen de doorgangen zoveel mogelijk vrij te zijn. Indien u geen andere oplossing hebt voor uw scootmobiel, kunt u deze voorlopig bij uw voordeur laten staan.
om uw balkon op te ruimen. Een balkon dient bij woningen zonder tuin vooral een plek te zijn om even buiten te zitten of met een enkele plant op te vrolijken. Bij u staat deze vol. Buiten dat we onze huurders aanspreken op het bijhouden/opruimen van tuinen en balkons, dient een balkon bij calamiteiten voor u en uw woonomgeving een vluchtweg te zijn.
Hierbij willen wij (…) een officiële klacht indienen over het gedrag en de overlast die onze buurvrouw mevr [gedaagde] , wonende aan de [adres] sinds ongeveer 4 jaar in toenemende mate dagelijks veroorzaakt.
Mevrouw [gedaagde] is zich in haar gedrag en verbale zin steeds meer in negatieve zin richting ons voor overlast gaan zorgen. Deze klachten hebben wij meerdere malen telefonisch doorgegeven aan [eiseres] en daarop werd steeds aangegeven dat deze klachten genoteerd zouden worden en bekeken. Enkele concrete voorbeelden, welke ook bij Mevr [naam 3] van [eiseres] bekend zijn:
- Bij het zien van een van ons in ons gezicht schelden, tong uitsteken en tegen andere bewoners zeggen “niks tegen die rotvent zeggen”
- Beschuldigende woorden tot ons spreken dat we voor stankoverlast zorgen, terwijl wij nauwelijks voor stank of kookgeuren zorgen en onze aanleunwoning schoner dan schoon is.
- Plaatsen van haar scootmobiel voor ons keukenraam in plaats van bij haar eigen aanleunwoning.
- pogingen tot omverrijden van ons met haar scootmobiel omdat ze geen rekening houdt met ons als ze ons tegenkomt, bv bij het uit de lift stappen of als wij op de gang wandelen.
- volplaatsen van haar balkon met spullen, takken etc waardoor viezigheid ook op ons balkon terechtkomt
- bevuilen van de lift door de hond (plas en haren)
- (….)
- Mevr [gedaagde] komt met haar hoofd en fotocamera om de hoek van de balkonscheiding op ons balkon een foto maken van schoonmaakdoekjes die wij te drogen hebben liggen op een tafeltje op ons balkon. Doekjes die na het schoonmaken keurig uitgespoeld zijn, waar niets mee aan de hand is, welke niet ruiken.
- (…)
- Bij elk contact kleineert Mevr [gedaagde] ons en gebruikt verbaal geweld (schelden, tong uitsteken, grommen).
(…) Mevrouw [gedaagde] rijdt behoorlijk hard met de scootmobiel in het gebouw en de lift in en uit. Veel van de bewoners lopen met een rollator en schrikken dan. Tot nu toe is er gelukkig nog niets gebeurd, maar mijn moeder is slecht ter been, en bang omver gereden te worden. Ze gaat ook niet met haar samen de lift in want ze kan soms onverwacht naar voor of achter rijden met de scootmobiel. Ook de man die regelmatig bij mevr [gedaagde] is wekt angst op, hij zegt niets en kijkt alleen maar boos.
(…) Zou U eens willen gaan kijken op haar balkon, en bij haar in huis wellicht dat er dan een lichtje gaat branden. Ongelooflijk het aanzicht vanaf de slotlaan, van de gigantische vuilnisbelt op haar balkon. Waarom wordt er geen Actie ondernomen.(…).”
(…)
- Ik sta met buurvrouw [naam 9] (nr [getal] ) beide met onze rollators bij de lift te wachten om samen met haar naar beneden te gaan. Mevr [gedaagde] komt aanrijden met haar scootmobiel. Gebaart om aan de kant te gaan en wij treden terug omdat we ons bedreigd voelen en Mevr [gedaagde] niet afremt. Mevr [gedaagde] rijdt de lift in en doet de deur dicht zodat wij niet mee kunnen. Mevr [naam 9] en ik kunnen het ons niet permitteren dat ze ons aanrijdt, omdat we dan mogelijk iets breken of andere gevolgen eraan over houden. Omdat mevr [gedaagde] gewoon doorrijdt, kunnen wij niet anders dan uit de weg te gaan.
- Mevr [gedaagde] probeert heel vaak door mijn raam bij de keuken naar binnen te kijken of ik aan het koken ben vanwege “geurtjes” die ze ruikt. Ik heb daardoor mijn rolgordijntjes in de keuken permanent gesloten omdat ik mij geïntimideerd voel door Mevr [gedaagde] .
- Mevr [gedaagde] had potten met planten geplaatst in de algemene ruimte aan de voorkant op onze verdieping. Deze potten zijn weggehaald. Mevr [gedaagde] heeft herhaaldelijk gevraagd of ik ze weggegooid heb. Ik heb steeds aangegeven dat ik dat niet heb gedaan en van niks weet.
- Ik sta op mijn balkon en praat met de verpleegster die buiten haar auto in wil stappen. Mevr [gedaagde] komt ook op haar balkon staan en gaat hard mij uit staan lachen zodat ik geen gesprek meer kan voeren.
- Mevr [gedaagde] maakt vanaf haar balkon heel onaangename opmerkingen richting mij zoals “heb je je vieze azijndoekjes weer buiten liggen. Baaahhhh wat stinkt het toch weer hier.” Het enige wat ik doe is de doekjes die mijn hulp heeft gebruikt UITGEWASSEN laten drogen op tafeltje op mijn balkon. (…).”
(…) De monteurs hadden de juiste spullen gepakt en zijn meteen aan de slag gegaan om de werkzaamheden uit te voeren. Kort daarna pakte mevrouw [gedaagde] de iPad om zelf foto’s en filmopnames te maken. Hierbij hebben we meerdere malen aangegeven dat wij daar niet van gediend zijn. Mevrouw [gedaagde] bleef hiermee doorgaan en wilde niet laten zien wat of vooral wie ze gefilmd heeft. Hierbij gaf ze ook aan dat wij te lelijk zijn om op de foto of film te zetten. Tijdens de werkzaamheden bleef mevrouw [gedaagde] filmen. We hebben herhaaldelijk aangeven om niet te filmen. We zijn uiteindelijk met onze ruggen voor mevrouw [gedaagde] gaan staan zodat ze ons niet kon filmen. Hierbij liep ze tegen de tas van Heleen en begon ze te roepen dat wij handtastelijk werden. Mevrouw [gedaagde] bleef uitdagen en ons filmen. Aangezien wij bleven herhalen om niet gefilmd te willen worden en met onze ruggen naar haar bleven staat haalde mevrouw [gedaagde] uit met een slaande beweging richting mijn hoofd. Ik heb deze gelukkig kunnen ontwijken. Hierop hebben we besloten om alles in te pakken en weg te gaan. Mevrouw [gedaagde] gooide de deur voor ons dicht. De tablet van de monteur lag nog binnen. Mevrouw deed de deur niet meer open en reageerde niet meer op ons of op de monteurs, hierop hebben we de politie gebeld. Mevrouw [gedaagde] had de politie ook gebeld met de mededeling dat ze aangevallen werd door ons.
In kader van communicatie vanuit [naam 5] naar [eiseres] , meld ik het volgende over de buurvrouw van mevr [naam 15] , Mevr [gedaagde] .