In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 december 2019 een beschikking gegeven inzake de instelling van een meerderjarigenbewind en mentorschap voor een rechthebbende, geboren te Steenbergen. Het verzoek tot instelling van het bewind is ingediend door de echtgenote en de zoon van de rechthebbende, die beiden zijn benoemd tot bewindvoerders en mentoren. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 december 2019 is het verzoek gewijzigd om ook een mentorschap in te stellen, gezien de geestelijke en lichamelijke toestand van de rechthebbende, die tijdelijk of duurzaam niet in staat is om zijn belangen zelf te behartigen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoekers, als echtgenote en zoon van de rechthebbende, geschikt zijn voor de taken van bewindvoerder en mentor. De kantonrechter heeft benadrukt dat de belangen van de rechthebbende goed moeten worden behartigd en dat de benoemde bewindvoerders en mentoren de rechthebbende zoveel mogelijk bij hun taken moeten betrekken. De beschikking is ingeschreven in het openbare Centraal Curatele- en bewindregister, en de kantonrechter heeft de verzoekers geadviseerd om kennis te nemen van de Aanbevelingen Meerderjarigenbewind en Mentorschap.
De beschikking is gegeven op basis van de lichamelijke en geestelijke toestand van de rechthebbende, en de kantonrechter heeft de verzoekers opgedragen om een beschrijving van de aan het bewind onderworpen goederen te maken en deze in te leveren bij de griffie. De beschikking kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.