ECLI:NL:RBZWB:2019:6015

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 december 2019
Publicatiedatum
15 januari 2020
Zaaknummer
8126111
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot instelling van meerderjarigenbewind en mentorschap over rechthebbende wegens geestelijke toestand

In deze zaak heeft de kantonrechter op 30 december 2019 een verzoek behandeld van de dochter van de rechthebbende, die om de instelling van een meerderjarigenbewind en een mentorschap over haar vader verzocht. Dit verzoek was ingegeven door de geestelijke toestand van de rechthebbende, die niet in staat was zijn belangen adequaat te behartigen. Tijdens de zitting, die plaatsvond in de zorginstelling Moermont te Bergen op Zoom, bleek dat er geen communicatie mogelijk was met de rechthebbende. De dochter, verzoekster, heeft haar verzoek verder toegelicht en aangegeven dat zij bereid is de rol van bewindvoerder en mentor op zich te nemen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de geestelijke toestand van de rechthebbende duurzaam belemmerend is voor het zelf waarnemen van zijn belangen.

De kantonrechter heeft de verzoeken van de dochter toegewezen en haar benoemd tot bewindvoerder en mentor. Dit sluit aan bij de wettelijke voorkeuren voor benoeming. De kantonrechter heeft ook de verplichtingen van de bewindvoerder en mentor uiteengezet, waaronder het opstellen van een boedelbeschrijving en het jaarlijks afleggen van rekening en verantwoording. De beschikking is ingeschreven in het openbare Centraal Curatele- en bewindregister. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld, waarbij een advocaat betrokken moet zijn.

Uitspraak

Cluster III Insolventie en kanton beheerszaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 8126111 OV VERZ 19-7038 en 8201675 OV VERZ 19-7614
beschikking d.d. 30 december 2019 op een verzoek tot instelling van een meerderjarigenbewind en een mentorschap
ingediend door
[verzoekster], wonende [woonplaats] , [adres] .

1.Het procesverloop

1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het op 23 oktober 2019 door de griffie van de rechtbank ontvangen verzoekschrift (met bijlagen, waaronder een kopie van een levenstestament);
b. het proces-verbaal van de griffier met betrekking tot het verhandelde op de terechtzitting van donderdag 12 december 2019;
c. de op 16 december 2019 door de griffie van de rechtbank ontvangen bereidverklaring mentor.
1.2
De inhoud van deze stukken geldt hier als ingelast.

2.De beoordeling

2.1
Het verzoek strekt tot de instelling van een bewind over de goederen van en tot instelling van een mentorschap over [rechthebbende] , hierna te noemen rechthebbende, geboren te Roosendaal en Nispen op [geboortedatum 1] , wonende [woonplaats] , [adres] , thans verblijvende te [verblijfplaats] , onder gelijktijdige benoeming van [verzoekster] voornoemd, tot bewindvoerster en tot mentor. Verzoekster is de dochter van rechthebbende. Gelijktijdig met het onderhavige verzoekschrift is door verzoekster een soortgelijk verzoekschrift ingediend voor de echtgenote van rechthebbende mw. [echtgenote] , zijnde de moeder van verzoekster. Verzoekster is het enige kind van rechthebbende en zijn echtgenote. Rechthebbende en zijn echtgenote zijn in gemeenschap van goederen gehuwd.
2.2
Voormelde terechtzitting heeft plaatsgevonden in de residentie Moermont, de zorginstelling, gevestigd te Bergen op Zoom, alwaar rechthebbende (sinds kort) verblijft.
In de residentie Moermont, zijnde een verpleeg-/zorgcentrum van de stichting Tante Louise, wordt verpleeghuiszorg geboden aan de bewoners.
2.3
Tijdens de terechtzitting zijn ten overstaan van kantonrechter mr. W.E.M. Verjans, bijgestaan door griffier mw. A.A. Roesink, verschenen verzoekster, vergezeld van haar levenspartner dhr. [partner] , en voorts rechthebbende.
2.4
Tijdens de mondelinge behandeling bleek geen enkele communicatie met rechthebbende mogelijk te zijn. Op dezelfde dag (12 december 2019) heeft ook de mondelinge behandeling van het verzoekschrift ten behoeve van de echtgenote van rechthebbende plaatsgevonden. De echtgenote verblijft in de zorg-/verpleegcentrum Mariahove te Ossendrecht.
Verzoekster heeft tijdens de mondelinge behandeling haar verzoekschrift nader toegelicht.
2.5
Uit de stukken, waaronder een CIZ-verklaring m.b.t. de zorg voor rechthebbende, en de behandeling ter terechtzitting is voldoende aannemelijk geworden dat de rechthebbende als gevolg van zijn geestelijke toestand duurzaam niet in staat is zelf ten volle zijn belangen van vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke aard behoorlijk waar te nemen, reden waarom de kantonrechter de beide verzoeken hierna zal inwilligen.
2.6
Verzoekster heeft zich schriftelijk bereid verklaard om de taak van bewindvoerster tevens mentor ten behoeve van rechthebbende op zich te nemen. De kantonrechter acht verzoekster ook bij uitstek geschikt voor deze taken. Niemand kent de belangen en wensen van rechthebbende immers beter dan zij. De kantonrechter zal verzoeksters hierna benoemen tot bewindvoerster tevens mentor over rechthebbende. Deze benoeming van verzoekster sluit ook aan bij de wettelijke voorkeuren betreffende benoeming.
2.7
De -te benoemen- bewindvoerster en mentor is gehouden om rechthebbende -voor zoveel nog mogelijk- bij de vervulling van haar taken te betrekken. Tijdens het bewind en het mentorschap vertegenwoordigen de -te benoemen- bewindvoerster en mentor bij de vervulling van haar taken rechthebbende in en buiten rechte.
2.8
De -te benoemen- bewindvoerster dient op grond van artikel 1:436, lid 1 BW zo spoedig mogelijk na haar benoeming een beschrijving van de aan het bewind onderworpen goederen te maken en een afschrift van deze boedelbeschrijving in te leveren bij de griffie van de rechtbank. Over deze verplichting wordt zij nader door voormelde griffie geïnformeerd.
2.9
Op grond van artikel 1:445, lid 1 BW dient de -te benoemen- bewindvoerster jaarlijks en aan het einde van het bewind rekening en verantwoording af te leggen aan rechthebbende, alsmede aan het einde van hun taak aan hun opvolger, zulks ten overstaan van de kantonrechter. Ook over deze verplichting wordt zij nader door de griffie geïnformeerd. Ter zitting is de kantonrechter gebleken dat rechthebbende
nietin staat is om zelf aan de bewindvoerster toestemming te geven voor het doen van beschikkingshandelingen. De rechthebbende wordt ook
nietin staat geacht de rekening en verantwoording ter goedkeuring te ondertekenen.
2.1
Rechthebbende blijkt in gemeenschap van goederen te zijn gehuwd met zijn echtgenote. In dit geval dient de -te benoemen- bewindvoerster rekening en verantwoording af te leggen over de gehele gemeenschap.
2.11
Rechthebbende blijkt (mede) eigenaar te zijn van onroerend goed. Gelet hierop moeten de -te benoemen- bewindvoerster de beschikking met haar benoeming in laten schrijven in het Kadaster, zodat vanaf dat moment derden niet meer beschermd worden tegen beweerde onbekendheid met het bewind bij onroerend goed transacties.
De griffie zal in dat verband aan de bewindvoerster een
extra beschikkingverstrekken.
2.12
De kantonrechter acht voorshands geen noodzaak aanwezig om aan de -te benoemen- (familie)mentor een verslagplicht, als bedoeld in artikel 1:459, lid 1 BW, op te leggen.
Feiten die voor het mentorschap en het voortduren daarvan van belang zijn, dient zij wel terstond aan de kantonrechter te melden.
2.13
Op grond van de bevoegdheid als omschreven in artikel 1:436 lid 3 BW bepaalt de kantonrechter dat de onderhavige beschikking wordt ingeschreven in het openbare Centraal Curatele- en bewindregister.
2.14
De kantonrechter adviseert de -te benoemen- bewindvoerster tevens mentor goed kennis te nemen van de inhoud van de Aanbevelingen Meerderjarigenbewind en de Aanbevelingen Mentorschap, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
3. De beslissing
De kantonrechter:
stelt een bewind in over alle goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan:
[rechthebbende]voornoemd;
verstaat dat het bewind is ingesteld op grond van zijn geestelijke toestand;
stelt een mentorschap in over:
[rechthebbende]voornoemd;
benoemt tot bewindvoerster en mentor:
[verzoekster]voornoemd;
verstaat dat het bewind en mentorschap in werking treden daags na verzending van de beschikking;
draagt de griffier op deze uitspraak in te schrijven in het openbare Centraal Curatele- en bewindregister.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 december 2019.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.