In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Eiseres had beroep ingesteld tegen de weigering van het CBR om haar vrijstelling te verlenen van bepaalde praktijkexameneisen voor het rijbewijs B 'handgeschakeld'. Eiseres, die in het bezit is van een rijbewijs B met de code 78 voor het besturen van een voertuig met automatische schakeling, verzocht het CBR om vrijstelling van bepaalde eisen voor het praktijkexamen 'handgeschakeld', omdat zij al eerder had voldaan aan de eisen voor haar rijbewijs 'automaat'. Het CBR weigerde deze vrijstelling, stellende dat de wet- en regelgeving geen ruimte biedt voor maatwerk en dat eiseres een volledig praktijkexamen moet afleggen om een regulier rijbewijs B te verkrijgen. De rechtbank heeft het standpunt van het CBR onderschreven en geoordeeld dat de weigering van de vrijstelling terecht was. Eiseres had niet aangetoond dat het CBR in strijd handelde met het gelijkheidsbeginsel of dat er aanleiding was voor een aangepast examen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen reden voor een proceskostenveroordeling.