ECLI:NL:RBZWB:2019:584

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 februari 2019
Publicatiedatum
13 februari 2019
Zaaknummer
BRE 17_6805
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering vrijstelling praktijkexameneisen rijbewijs B handgeschakeld door CBR

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Eiseres had beroep ingesteld tegen de weigering van het CBR om haar vrijstelling te verlenen van bepaalde praktijkexameneisen voor het rijbewijs B 'handgeschakeld'. Eiseres, die in het bezit is van een rijbewijs B met de code 78 voor het besturen van een voertuig met automatische schakeling, verzocht het CBR om vrijstelling van bepaalde eisen voor het praktijkexamen 'handgeschakeld', omdat zij al eerder had voldaan aan de eisen voor haar rijbewijs 'automaat'. Het CBR weigerde deze vrijstelling, stellende dat de wet- en regelgeving geen ruimte biedt voor maatwerk en dat eiseres een volledig praktijkexamen moet afleggen om een regulier rijbewijs B te verkrijgen. De rechtbank heeft het standpunt van het CBR onderschreven en geoordeeld dat de weigering van de vrijstelling terecht was. Eiseres had niet aangetoond dat het CBR in strijd handelde met het gelijkheidsbeginsel of dat er aanleiding was voor een aangepast examen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen reden voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 17/6805 WVW

uitspraak van 13 februari 2019 van de meervoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres,

gemachtigde: [naam gemachtigde] ,
en

de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 31 augustus 2017 (bestreden besluit) van het CBR over de weigering haar een vrijstelling te verlenen van bepaalde praktijkexamen-eisen voor het rijbewijs B “handgeschakeld”.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 11 januari 2019. Eiseres is, met voorafgaand bericht kort vóór de zitting, niet verschenen. Het CBR heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.C. de Smidt en [naam vertegenwoordiger] .

Overwegingen

1.
Feiten
Eiseres beschikt over een rijbewijs B met de code 78 voor het besturen van een voertuig met automatische schakeling (rijbewijs “automaat”).
Bij brief van 9 juni 2016 verzoekt eiseres het CBR om ten behoeve van het praktijkexamen voor het rijbewijs ‘handgeschakeld’ vrijgesteld te worden van bepaalde eisen waaraan zij al eerder heeft voldaan bij het halen van haar rijbewijs “automaat”. Kort gezegd houdt dit volgens eiseres in dat de toetsing beperkt dient te blijven tot de pedaalvaardigheid. Tevens verzoekt eiseres het CBR om een nieuw examen te organiseren.
Bij brief van 16 juni 2016 heeft de klantenservice van het CBR eiseres bericht dat de toepasselijke wetgeving niet voorziet in een dergelijke vrijstelling. Gelet hierop, en ook vanwege haar eerdere examenresultaten, zal eiseres voor een rijbewijs “handgeschakeld” een praktijkexamen voor het besturen van een handgeschakeld voertuig moeten afleggen.
Bij brief van 8 juli 2016 heeft eiseres hiertegen bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 5 augustus 2016 heeft het CBR de bezwaren van eiseres (kennelijk) niet-ontvankelijk verklaard. Het CBR heeft daartoe overwogen dat de brief van de klantenservice van 16 juni 2016 geen besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld bij deze rechtbank.
Bij uitspraak van 14 juli 2017 heeft deze rechtbank het beroep gegrond verklaard, het besluit van 5 augustus 2016 vernietigd en het CBR opgedragen een nieuw besluit te nemen.
Bij het bestreden besluit heeft het CBR het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard op de grond dat het CBR gebonden is aan de geldende wet- en regelgeving en geen bevoegdheid heeft om eiseres geen, een ander of een beperkt praktijkexamen te laten afleggen.
2.
Standpunt eiseres
Eiseres heeft, kort samengevat, aangevoerd dat zij het onjuist vindt dat zij een geheel nieuw en volledig praktijkexamen moet afleggen, indien zij een rijbewijs “handgeschakeld” wenst. Zij is immers voor rijbewijscategorie B al geslaagd en heeft een rijbewijs “automaat”. Eiseres stelt in dat verband dat zij alleen een examen zou moeten afleggen met betrekking tot de pedaalbediening omdat zij al beschikt over de vereiste rijvaardigheid.
3.
Wettelijk kader
Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage die onderdeel uitmaakt van deze uitspraak.
4.
Oordeel van de rechtbank
4.1.
In geschil is of het CBR terecht heeft geweigerd eiseres een vrijstelling te verlenen van bepaalde praktijkexameneisen voor het rijbewijs B “handgeschakeld”.
4.2.
Eiseres wil graag een rijbewijs verkrijgen waarmee zij ook in een handgeschakelde personenauto mag rijden. Eiseres vindt dat het CBR in haar situatie aanleiding moet zien om haar voor bepaalde onderdelen van het rijexamen vrijstelling te verlenen dan wel om een op haar situatie afgestemd examen aan te bieden. Eiseres stelt in dat verband dat zij al heeft aangetoond over voldoende rijvaardigheid te beschikken door middel van haar rijexamen “automaat” dat zij met succes heeft afgelegd.
Eiseres wijst er ter onderbouwing van haar standpunt onder meer op dat, indien omwisseling van een buitenlands rijbewijs voor een Nederlands rijbewijs wordt verzocht, geen enkele controle plaatsvindt of dat buitenlandse rijbewijs is behaald in een automaat of in een schakelauto. Dat is volgens eiseres in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Eiseres stelt verder dat het CBR bevoegd is om een aangepast praktijkexamen te organiseren. Zij wijst in dat verband op de situatie zoals deze in Frankrijk is geregeld.
Het CBR stelt dat de (Nederlandse) wet- en regelgeving geen ruimte biedt voor maatwerk voor personen als eiseres. In de toepasselijke wet- en regelgeving is bewust gekozen voor het geldende systeem, waarin een persoon met een rijbewijs voor een automaat het volledige praktijkexamen moet afleggen om een regulier rijbewijs B te krijgen, gelet op de borging van de verkeersveiligheid. Alleen indien eiseres met succes een praktijkexamen aflegt in een handgeschakelde personenauto krijgt zij een rijbewijs zonder code 78 en mag zij aan het verkeer deelnemen in een handgeschakelde personenauto. Het CBR stelt dat het daarmee niet handelt in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het beginsel van willekeur. Het CBR wijst erop dat andersom (van “handgeschakeld” naar “automaat”) geen regeling is getroffen omdat een persoon met een rijbewijs voor een handgeschakelde auto heeft aangetoond verantwoord te kunnen omgaan met de meest complexe combinatie van besturing van de auto in combinatie met de beheersing van verkeerssituaties. Verder wijst het CBR erop dat omwisseling van een buitenlands rijbewijs voor een Nederlands rijbewijs geen bevoegdheid is van het CBR maar van de Rijksdienst voor het wegverkeer. De stelling van eiseres dat omwisseling van een buitenlands rijbewijs zonder enige controle plaatsvindt, is volgens het CBR overigens niet juist. Ter zitting heeft het CBR nog toegelicht dat het de vraag is of de regeling zoals die volgens eiseres in Frankrijk zou gelden (maar die het CBR niet terug heeft kunnen vinden) in overeenstemming is met de Europese richtlijn.
4.3
De rechtbank stelt vast dat het CBR het bestreden besluit uitvoerig heeft gemotiveerd en dat het CBR in het verweerschrift alle beroepsgronden van eiseres uitvoerig heeft weersproken. De rechtbank onderschrijft de overwegingen van het CBR en maakt deze tot de hare. Dit betekent dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen en dat het CBR terecht heeft geweigerd de gevraagde vrijstelling te verlenen.
5. Het beroep zal ongegrond worden verklaard. Voor een proceskostenveroordeling is geen reden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.L. Sierkstra, voorzitter, mr. P.H.J.G. Römers en mr. C.E.M. Marsé, leden, in aanwezigheid van mr. T.B. Both, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2019.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.

Bijlage

Wettelijk kader

Europese richtlijn 2006/126/EG zoals gewijzigd bij richtlijn 2012/36/EU betreffende het rijbewijs (Richtlijn)
Artikel 5, eerste lid
Op het rijbewijs wordt vermeld onder welke voorwaarden de houder een voertuig mag besturen.
Artikel 7, eerste lid
De afgifte van het rijbewijs is aan de volgende voorwaarden onderworpen:
a) De aanvrager moet overeenkomstig het bepaalde in bijlage II met goed gevolg een examen inzake rijvaardigheid en rijgedrag en een theoretisch examen afleggen.
Artikel 11, eerste lid
Indien de houder van een door een lidstaat afgegeven geldig rijbewijs zijn gewone verblijfplaats naar een andere lidstaat heeft overgebracht, kan hij om inwisseling van zijn rijbewijs tegen een gelijkwaardig rijbewijs verzoeken. De lidstaat die tot inwisseling overgaat, moet nagaan voor welke categorie het overgelegde rijbewijs nog geldig is.

Bijlage II

Artikel 5.1
Om een voertuig met handschakeling te mogen besturen, moet de kandidaat slagen voor een in een voertuig met dergelijke schakeling afgelegd examen waarbij de rijvaardigheid en het rijgedrag worden getoetst.
Indien de kandidaat bovengenoemd examen aflegt in een voertuig met automatische schakeling, dient dit in het op grond van een dergelijk examen afgegeven rijbewijs te worden vermeld. Rijbewijzen waarin die vermelding is opgenomen, gelden uitsluitend voor het besturen van voertuigen met automatische schakeling.
Onder „voertuig met automatische schakeling” wordt een voertuig verstaan waarbij de overbrengingsverhouding tussen motor en wielen slechts door het bedienen van het gas- en het rempedaal wordt gewijzigd.

Wegenverkeerswet (WVW)

Artikel 2
1. De krachtens deze wet vastgestelde regels kunnen strekken tot:
a. het verzekeren van de veiligheid op de weg;
(…..)
Artikel 4aa
1. Het CBR is belast met de volgende taken:
a. het beoordelen van de rijvaardigheid;
(…..)
2 Bij de toepassing van de taken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, neemt het CBR de bij ministeriële regeling aangewezen richtlijn of de aangewezen onderdelen daarvan, in acht.
Artikel 111
1. Een rijbewijs wordt op aanvraag en tegen betaling van het daarvoor vastgestelde tarief, slechts afgegeven aan degene die:
a. de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde minimumleeftijd heeft bereikt voor het besturen van een motorrijtuig van de categorie waarop de aanvraag tot afgifte van een rijbewijs betrekking heeft en
b. blijkens een overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels door of vanwege de overheid ingesteld onderzoek dan wel blijkens een eerder aan hem afgegeven rijbewijs of een hem door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland afgegeven rijbewijs dat voldoet aan de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen, beschikt over een voldoende mate van rijvaardigheid en geschiktheid, dan wel, indien de aanvraag betrekking heeft op afgifte van een rijbewijs dat geldig is voor het besturen van bromfietsen, over een voldoende mate van rijvaardigheid.

Reglement Rijbewijzen (RR)

Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
e. verklaring van rijvaardigheid: verklaring waaruit blijkt van een onderzoek met goed gevolg naar de rijvaardigheid van de aanvrager tot het besturen van motorrijtuigen van de in de verklaring vermelde rijbewijscategorie;
Artikel 17, eerste lid
Aan de aanvrager van een rijbewijs, die blijkens de ten behoeve van hem in het rijbewijzenregister geregistreerde verklaring van rijvaardigheid het praktijkexamen heeft afgelegd in een motorrijtuig met automatische schakeling, dan wel blijkens de ten behoeve van hem in het rijbewijzenregister geregistreerde verklaring van geschiktheid slechts een motorrijtuig mag besturen met automatische schakeling, wordt een rijbewijs afgegeven dat slechts geldig is voor het besturen van motorrijtuigen van de in de verklaring van rijvaardigheid of de verklaring van geschiktheid genoemde rijbewijscategorie met automatische schakeling. In het rijbewijs is deze beperking aangeduid met een bij ministeriële regeling vastgestelde codering.
Artikel 18, vierde lid
Onverminderd artikel 17 wordt aan de aanvrager die in het bezit is van een rijbewijs B dat is voorzien van een bij ministeriële regeling vastgestelde codering waaruit blijkt dat de houder van dat rijbewijs het praktijkexamen heeft afgelegd in een motorrijtuig met automatische schakeling, en ten behoeve van wie in het rijbewijzenregister een verklaring van rijvaardigheid is geregistreerd voor de rijbewijscategorie BE, D1, D1E, D of DE waaruit blijkt dat hij het praktijkexamen voor die categorie heeft afgelegd in een motorrijtuig met handschakeling, een rijbewijs afgegeven voor het besturen van de betrokken categorieën van motorrijtuigen, zonder dat voor een van die categorieën een beperking tot motorrijtuigen met automatische schakeling geldt.
Artikel 18, achtste lid
Voor de toepassing van het derde en vierde lid wordt met een rijbewijs voor de categorie B als daar bedoeld gelijkgesteld:
a. een rijbewijs B dat zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur;
b. een door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland aan de aanvrager afgegeven geldig rijbewijs B.
Artikel 50, eerste lid
Verklaringen van rijvaardigheid worden op aanvraag en tegen betaling van het daarvoor vastgestelde tarief door het CBR in het rijbewijzenregister geregistreerd ten behoeve van een ieder die bij een onderzoek naar de rijvaardigheid voor het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie waarvoor de verklaring wordt verlangd, aan de daarvoor bij ministeriële regeling vastgestelde eisen blijkt te voldoen.
Artikel 67d, eerste lid
Voor de toelating tot het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie B moet zijn voldaan aan de volgende eisen:
a. de aanvrager dient niet langer dan een jaar en zes maanden voor de dag van het praktijkexamen te zijn geslaagd voor het theorie-examen voor deze categorie of een van de volgende documenten over te leggen:
1°. een rijbewijs B, dat slechts geldig is voor het besturen van motorrijtuigen van deze categorie met automatische schakeling, dat hetzij nog geldig is hetzij zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur, of
2°. een geldig rijbewijs B afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, dat slechts geldig is voor het besturen van motorrijtuigen van deze categorie met automatische schakeling;
b. de aanvrager dient bij de aanvraag een op zijn naam gesteld identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1°, 2° of 3°, van de Wet op de identificatieplicht over te leggen, dan wel een eerder aan de aanvrager afgegeven rijbewijs dat hetzij nog geldig is hetzij zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur.
Artikel 70, derde lid
De eisen waaraan bij het praktijkexamen voor de rijbewijscategorieën B, C1, C, D1, D, E en T dient te worden voldaan, betreffen:
a. bedrevenheid in de bediening van het voertuig;
b. het op juiste en veilige wijze deelnemen aan het verkeer;
c. het kunnen toepassen van de bij en krachtens de wet vastgestelde voorschriften;
d. het op juiste en veilige wijze uitvoeren van een aantal bijzondere verrichtingen met het voertuig.