Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het verzoekschrift in het kader van artikel 35 Uitvoeringswet van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, ter griffie ingekomen op 10 juli 2019, met producties genummerd 1 tot en met 46,
- het verweerschrift, ter griffie ingekomen op 29 oktober 2019, met producties genummerd 1 tot en met 13,
- de brief van de zijde van verzoeker, ter griffie ingekomen op 30 oktober 2019, met productie 47,
- de mondelinge behandeling, gehouden op 4 november 2019,
- de pleitnotitie van de zijde van verzoeker,
- de aantekeningen mondelinge behandeling van de zijde van verweerster.
2.Het geschil
3.De beoordeling
- Bij brief d.d. 16 april 2018 heeft verzoeker verweerster verzocht de BKR registratie aan te passen of te verwijderen.
- Bij brief d.d. 18 april 2018 heeft verweerster als volgt gereageerd:
- Bij brief d.d. 17 oktober 2018 heeft CoderingVrij namens verzoeker aan verweerster verzocht om de coderingen van verzoeker te verwijderen.
- Bij brief d.d. 19 november 2018 heeft verweerster als volgt gereageerd op de brief d.d. 17 oktober 2018:
- Bij brief d.d. 14 december 2018 heeft CoderingVrij namens verzoeker nogmaals aan verweerster verzocht de codering van verzoeker te verwijderen.
- Bij brief d.d. 17 december 2018 heeft verweerster CoderingVrij bericht niet tot verwijdering van de codering over te gaan.
- Bij brief d.d. 23 mei 2019 heeft CoderingVrij namens verzoeker verzocht om een nieuwe belangafweging te maken en alsnog over te gaan tot verwijdering van de negatieve BKR-registratie.
- Bij brief d.d. 28 mei 2019 heeft verweerster als volgt gereageerd:
U geeft aan dat als uw cliënten gaan trouwen mevrouw ook (onterecht) deze registratie op haar naam krijgt. Zoals u zelf aangeeft zou dit onterecht zijn en daarom gebeurt dit ook niet. Na een huwelijk krijgen de partners niet elkaars coderingen.
U geeft aan dat uw cliënt geen leaseovereenkomst kan aangaan voor een voertuig vanwege de negatieve registratie. Er zijn leasemaatschappijen welk zonder een BKR toets en BKR registratie werken.(…)”
in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen en het ter beschikking stellen aan deelnemers van gegevens, van belang bij de beoordeling van de financiële draagkracht van de consument.’ Het CKI is een dergelijke kredietregistratie en verweerster is als deelnemer aan het CKI gebonden aan het door het CKI vastgestelde Algemeen Reglement. De registratie wordt uitgevoerd door het BKR aan de hand van de door de deelnemers verstrekte informatie.
de betrokkene heeft toestemming gegeven voor de verwerking van zijn persoonsgegevens voor één of meer specifieke doeleinden;
(…)
de verwerking is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust;
(…)
de verwerking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen;
de verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer de betrokkene een kind is.
De betrokkene heeft het recht van de verwerkingsverantwoordelijke zonder onredelijke vertraging wissing van hem betreffende persoonsgegevens te verkrijgen en de verwerkingsverantwoordelijke is verplicht persoonsgegevens zonder onredelijke vertraging te wissen wanneer een van de volgende gevallen van toepassing is:
de persoonsgegevens zijn niet langer nodig voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld of anderszins verwerkt:
de betrokkene trekt de toestemming waarop de verwerking (…) rust in, en er is geen andere rechtsgrond voor verwerking;
de betrokkene maakt overeenkomstig artikel 21, lid 1, bezwaar tegen de verwerking, en er zijn geen prevalerende dwingende gerechtvaardigde gronden voor verwerking, of de betrokkene maakt bezwaar tegen de verwerking overeenkomstig artikel 21 lid 2;
de persoonsgegevens zijn onrechtmatig verwerkt;
(…)
(…)
(…)
De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing voor zover verwerking nodig is:
(…)
Voor het nakomen van een in het Unierecht of het lidstatelijke recht neergelegde wettelijke verwerkingsverplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust, of voor het vervullen van een taak van algemeen belang of het uitoefenen van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is verleend;
(…)
(…)
(…)
€ 1.086,00(2,0 punt × tarief II € 543,00)