In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiser], een eenmansbedrijf dat zich bezighoudt met jachttransport, en [gedaagde], die een motorjacht heeft gekocht en dit door [eiser] naar Frankrijk wilde laten overvaren. De overeenkomst tussen partijen werd op 6 november 2018 gesloten, waarbij [eiser] zich verbond om het motorjacht binnen drie dagen in Marseille af te leveren. Op 8 november 2018, tijdens de overtocht, viel het motorjacht stil door een brandstoftekort, wat leidde tot een sleepactie door de Franse kustwacht. [eiser] heeft vervolgens extra kosten gemaakt, die hij bij [gedaagde] in rekening bracht. [gedaagde] betwistte de hoogte van deze kosten en vorderde in reconventie schadevergoeding voor de kosten die hij had gemaakt door de tekortkoming van [eiser]. De kantonrechter oordeelde dat [eiser] tekortgeschoten was in zijn verplichtingen, maar dat [gedaagde] ook eigen schuld had, waardoor de schadevergoeding werd verminderd. Uiteindelijk werd [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 4.034,99 aan [eiser], inclusief wettelijke rente en proceskosten.