Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
- Kan het gebouw voor de toepassing van artikel 14 tweede lid van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (hierna: WBR) aangemerkt worden als een woning?
4.Beoordeling van het geschil
allescheidingswanden met aansluitingen voor voorzieningen waren geplaatst, zoals belanghebbende stelt. Ook als dat het geval is, kan niet worden gezegd dat op het moment van de levering de kenmerken van het gebouw zodanig zijn dat het gebouw naar zijn aard tot woning is bestemd. De aanwezigheid van scheidingswanden met de bedoelde aansluitingen is onvoldoende. De stelling dat sprake is van een woning in aanbouw gaat niet op, omdat hier sprake is van een verbouwing van een al bestaand gebouw.
5.Proceskosten
6.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: