Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
dieaan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorde, te weten aan [Slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [Slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad het bezit van het gestolene te verzekeren, door die [Slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen "we vechten er om" en een schroevendraaier, althans een dergelijk puntig voorwerp, te tonen en bij de jas vast te pakken en te schoppen en te slaan;
enwederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [Slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van 10 euro en een GSM (Samsung),
dieaan die [Slachtoffer 2] toebehoorde
n, door die [Slachtoffer 2] in het gezicht en tegen de schouder te slaan/stompen en dreigend de woorden toe te voegen "niemand waarschuwen anders krijg je meer problemen.";
dieaan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorde, te weten aan [Slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [Slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken
enom, bij betrapping op heterdaad het bezit van het
enwederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [Slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een muntje ( [Naam 1] ), dat aan die [Slachtoffer 4] toebehoorde, door die [Slachtoffer 4] en [Slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen "zoeken jullie problemen?" en Hebben jullie waardevolle spullen?" en "We willen geld zien." en
n, te weten aan [Slachtoffer 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van 300 dagen, waarvan 72 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden: