4.3Het oordeel van de rechtbank
Feit 1:
Aangeefster [naam 1] heeft aangifte gedaan van een poging tot inbraak in haar woning (huurwoning van [naam 2] ) aan de [adres 2] te Oosterhout op 3 januari 2018. Om 20.30 uur had haar buurman gebeld om te vragen of alles in orde was, omdat hij een bons had gehoord. Toen aangeefster naar bed wilde gaan omstreeks 21.30 uur, zag zij bij de voordeur glas liggen. Het glas naast de voordeur was kapot en ook de deurstijl was kapot.Met geschoeide voet is tegen het onderste gedeelte van de deur getrapt, waardoor het houten paneel van de deur is ingescheurd en de deurstijl uitbrak. De smalle ruit naast de voordeur is op onbekende wijze vernield. Op de houten deur werd een schoenspoor waargenomen. Dit schoenspoor is veiliggesteld [nummer] ).
Er heeft forensisch onderzoek plaatsgevonden naar dit schoenspoor. Daarbij zijn de schoenen van verdachte (merk Philipp Plein, maat 42) gewaarmerkt [nummer] vergeleken met dit schoenspoor met [nummer] . Verbalisant [naam 19] , werkzaam bij Team Forensische Opsporing, concludeert dat op basis van haar bevindingen het schoenspoor is veroorzaakt met een schoen soortgelijk aan de schoen van verdachte. Door het ontbreken van karakteristieke overeenkomsten kon niet worden vastgesteld dat het schoenspoor daadwerkelijk is veroorzaakt met een schoen van verdachte. Het profiel komt overeen en de afmetingen komen praktisch overeen.
Feit 2:
Aangever [naam 3] heeft aangifte gedaan van een inbraak in zijn woning (huurwoning van [naam 2] ) aan de [adres 3] te Oosterhout. Aangever heeft op 3 januari 2018 omstreeks 12.45 uur zijn woning intact, onbeschadigd en afgesloten achtergelaten. Op 4 januari 2018 werd hij omstreeks 13.45 uur gebeld dat er in zijn woning was ingebroken. Toen hij bij de woning kwam zag hij dat er was ingebroken. De voordeur van de woning was opengetrapt. Er was een duidelijke schoenafdruk op de voordeur te zien. Door het opentrappen van de voordeur zijn het kozijn en de sluitkom van de voordeur ook beschadigd. De gehele woning is doorzocht. Er zijn diverse goederen weggenomen.Zo is er een Sony Dualshock 4 controller en een Nintendo Switch (serienummer [nummer] ) weggenomen.Getuige [naam 18] , de buurvrouw van [adres 12] , heeft op 3 januari 2018 omstreeks 21.30 uur kabaal gehoord in de woning van aangever. De volgende dag zag zij omstreeks 13.45 uur dat de voordeur van de woning van aangever openstond. Haar man is achter de woning gaan kijken en hij zag dat de achterdeur ook openstond. Toen hij in de woning kwam, zag hij dat de televisie weg was en dat alle ladekasten openstonden. Hierop heeft haar man de politie gebeld.
Vermoedelijk werd aan de buitenzijde met geweld tegen de rechter onderzijde van de voordeur getrapt waardoor het slot uit de sluitkom werd gebroken. Op de voordeur werd een schoenspoor waargenomen. Dit schoenspoor is veiliggesteld [nummer] ).
Er heeft forensisch onderzoek plaatsgevonden naar dit schoenspoor. Daarbij zijn de schoenen van verdachte (merk Philipp Plein, maat 42) gewaarmerkt [nummer] vergeleken met de schoensporen met [nummer] en [nummer] . Verbalisant [naam 19] , werkzaam bij Team Forensische Opsporing, concludeert dat op basis van haar bevindingen dat de schoensporen zijn veroorzaakt met een schoen soortgelijk aan de schoen van verdachte. Door het ontbreken van karakteristieke overeenkomsten kon niet worden vastgesteld dat het schoenspoor daadwerkelijk is veroorzaakt met een schoen van verdachte. Het profiel komt overeen en de afmetingen komen praktisch overeen.
Verbalisant [naam 20] kreeg een melding dat er op 4 januari 2018 een Nintendo Switch was ingekocht bij [naam 14] te Breda. Deze Nintendo Switch kwam voor in de politiesystemen als gestolen bij een woninginbraak op 4 januari 2018 te Oosterhout. Deze Nintendo Switch is daar ingeleverd tezamen met een Sony Dual shock controller welke ook bij deze inbraak is gestolen. De verkoper van deze goederen blijkt [verdachte] te zijn. Het serienummer van de ingeleverde Nintendo Switch is [nummer] . Verdachte heeft deze goederen voor € 250,- aan [naam 14] verkocht.
In het belang van het onderzoek, genaamd “Bolero”, naar een groot aantal woninginbraken is op 7 december 2017 door de officier van justitie een bevel afgegeven voor het plaatsen van plaatsbepalingsapparatuur (peilbaken) op of aan de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] welk voertuig op naam van verdachte staat.
Uit onderzoek naar de bakengegevens van 15 februari 2018 is gebleken dat het voertuig van verdachte op 3 januari 2018 tussen 21.27 uur en 21.56 uur de wijk Strijen inreed waar de Vreeburg onder valt. Op 4 januari 2018 tussen 2.36 uur en 3.06 uur stond het voertuig stil op de Sterkenburg te Oosterhout, vlakbij de woning aan de [adres 3] .
Feit 3:
Aangever [naam 4] heeft aangifte gedaan van inbraak in zijn woning aan de [adres 4] (huurwoning van [naam 2] ) te Oosterhout op 4 januari 2018. Aangever heeft de woning op 4 januari 2018 om 13.45 uur intact, onbeschadigd en afgesloten achtergelaten. Op diezelfde dag werd de vrouw van aangever om 18.30 uur gebeld door de buren van [adres 13] dat er was ingebroken. Toen aangever bij de woning kwam, zag hij dat het gehele kozijn van de voordeur was beschadigd. De woonkamer, slaapkamer en de zolder zijn doorzocht. Er zijn onder andere sieraden en een tablet van het merk Samsung weggehaald.,
Vermoedelijk werd aan de buitenzijde met geweld tegen de rechter onderzijde van de voordeur getrapt waardoor het slot uit de sluitkom werd gebroken. Op de voordeur werd een schoenspoor waargenomen. Dit schoenspoor is veiliggesteld [nummer] ).
Er heeft forensisch onderzoek plaatsgevonden naar dit schoenspoor. Daarbij zijn de schoenen van verdachte (merk Philipp Plein, maat 42) gewaarmerkt [nummer] vergeleken met het schoenspoor met [nummer] . Verbalisant [naam 19] , werkzaam bij Team Forensische Opsporing, concludeert op basis van haar bevindingen dat het schoenspoor is veroorzaakt met een schoen soortgelijk aan de schoen van verdachte. Door het ontbreken van karakteristieke overeenkomsten kon niet worden vastgesteld dat het schoenspoor daadwerkelijk is veroorzaakt met een schoen van verdachte. Het profiel komt overeen en de afmetingen komen praktisch overeen.
In het belang van het onderzoek, genaamd “Bolero”, naar een groot aantal woninginbraken is op 7 december 2017 door de officier van justitie een bevel afgegeven voor het plaatsen van plaatsbepalingsapparatuur (peilbaken) op of aan de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] welk voertuig op naam van verdachte staat.
Uit onderzoek naar de bakengegevens van 16 maart 2018 is gebleken dat het voertuig van verdachte op 4 januari 2018 omstreeks 17.50 uur naar de wijk Strijen rijdt. De straat Sterkenburg is gelegen in de wijk Strijen. Om 17.53 uur reed het voertuig in de Sterkenburg te Oosterhout.
Feit 4:
Aangever [naam 5] heeft aangifte gedaan van een inbraak in haar woning aan de [adres 5] te Oosterhout tussen 28 december 2017 en 4 januari 2018. Zij heeft 28 december 2017 haar woning afgesloten achtergelaten. Op 4 januari 2018 werd zij door de politie gebeld dat er in haar woning was ingebroken. Toen zij bij de woning kwam zag zij dat de televisie van het merk Samsung was meegenomen.Vermoedelijk is aan de buitenzijde met geweld tegen de rechter onderzijde van de voordeur getrapt waardoor het slot uit de sluitkom werd gebroken. Op de laminaatvloer van de kledingkamer werd een schoenspoor waargenomen welke met folie werd veiliggesteld ( [nummer] ). Op de laminaatvloer van de slaapkamer werden schoensporen waargenomen welke met folie werden veiliggesteld ( [nummer] en [nummer] .
Er heeft forensisch onderzoek plaatsgevonden naar deze schoensporen. Daarbij zijn de schoenen van verdachte (merk Philipp Plein, maat 42) gewaarmerkt [nummer] vergeleken met de schoensporen met [nummer] , [nummer] en [nummer] Verbalisant [naam 19] , werkzaam bij Team Forensische Opsporing, concludeert dat op basis van haar bevindingen en het feit dat de schoensporen vlak bij elkaar werden aangetroffen de onderzochte schoensporen zijn veroorzaakt met de schoenen van verdachte.
conclusie feit 1, 2, 3 en 4:
De rechtbank stelt vast dat uit de gegevens van het peilbaken dat onder de auto van verdachte was bevestigd blijkt dat verdachte op meerdere tijdstippen in de periode van 3 en 4 januari 2018 dicht in de buurt is geweest van de woningen waar is ingebroken dan wel geprobeerd is in te breken. Bij het plegen van de feiten is steeds dezelfde modus operandi gebruikt namelijk het intrappen van de voordeur met geschoeide voet. Hoewel niet aan alle schoensporen veel bewijskracht kan worden gegeven, kan dit wel aan de aangetroffen schoensporen in de woning de [adres 5] (feit 4). Deze schoensporen zijn veroorzaakt met de schoenen van verdachte die onder hem in beslag zijn genomen. De aangetroffen schoensporen op de voordeuren van de andere woningen zijn gemaakt met schoenen, soortgelijk aan die van verdachte. Verder heeft verdachte de goederen die zijn gestolen uit de woning aan de [adres 3] (feit 2) op 4 januari 2018 doorverkocht aan [naam 14] te Breda. Verdachte heeft geen verklaring gegeven over zijn aanwezigheid in de wijk op meerdere tijdstippen in deze periode. Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat deze feiten wel in onderlinge samenhang moeten worden bezien. Gelet op de korte tijdspanne waarbinnen de inbraken en de poging tot een inbraak hebben plaatsgevonden, de modus operandi, de gegevens van het peilbaken, alsmede de schoensporen in de [adres 5] en de andere schoensporen, is de rechtbank van oordeel dat er geen ander scenario mogelijk is dan dat verdachte deze ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. De rechtbank acht deze feiten dan ook wettig en overtuigen bewezen.
feit 5:
[naam 6] heeft aangifte gedaan van een inbraak in zijn woning aan het [adres 6] te Rijen, gemeente Gilze en Rijen op 8 januari 2018. In verband met een verbouwing had hij een camera geplaatst in de gang van zijn woning welke verbonden was met zijn telefoon. Op 8 januari 2018 om 17:30 uur kreeg hij een melding op zijn telefoon. Hij kon vervolgens live meekijken via zijn telefoon en zag dat er drie jongens zijn woning binnenliepen. Bij de inbraak is de voordeur geforceerd waardoor het slot kapot is gegaan. Op de begane grond stonden de voordeur en de openslaande achterdeuren open. Er zijn een sleutelbos, met daaraan een sleutel van de woning, en twee afstandsbedieningen van de buitenverlichting weggenomen.
In verband met verdenking van betrokkenheid bij een golf aan woninginbraken, zijn de telefoonnummers van verdachte, medeverdachten [naam 16] en [naam 15] op bevel van de officier van justitie en met machtiging van de rechter-commissaris onder een tap gezet.
Op 26 januari 2018 om 18:28 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [naam 15] en [naam 16] , waarin [naam 16] tegen [naam 15] zegt: ‘Onze nachtmerrie is uitgekomen’. Als [naam 15] aan [naam 16] vraagt: ‘Wat dan?’, zegt [naam 16] dat zij op Facebook staan en dat hij er met zijn hoofd op staat. [naam 16] zegt dat [naam 15] er met een pet op staat. Wanneer [naam 15] aan [naam 16] vraagt wat zij dan hebben gedaan, antwoordt [naam 16] : ‘Gilze-Rijen’. Ook wordt er in dit gesprek gezegd dat zij daar een “bukkie” hebben gedaan.
Naar aanleiding van dit tapgesprek heeft verbalisant [naam 21] een onderzoek op Facebook ingesteld om te zien of er een film online was over een inbraak in Gilze-Rijen. [naam 21] heeft daarbij gezien dat op Facebook onder Gilze en Rijen nieuws een bericht van 28 januari 2018 was geplaatst, waarin werd weergegeven dat er op 8 januari om 17:30 uur was ingebroken in een woning aan het Burgemeester Sweensplein in Rijen. Daarbij werd de voordeur door drie jongens ingetrapt, die daarna de woning betraden. In de hal van deze woning hing een bewakingscamera. De bewoner van de woning heeft de beelden op Facebook gezet in de hoop dat iemand de daders zou herkennen.Op deze camerabeelden is te zien dat om 17:30 uur de voordeur met geweld openvliegt. Er komen vervolgens drie mannen de woning binnen, die om 17:36 uur de woning weer verlaten.Verbalisanten [naam 22] en [naam 23] herkennen [naam 16] op deze camerabeelden als één van de drie jongens die de woning betreden.,
In het belang van het onderzoek, genaamd “Bolero”, naar een groot aantal woninginbraken is op 7 december 2017 door de officier van justitie een bevel afgegeven voor het plaatsen van plaatsbepalingsapparatuur (peilbaken) op of aan de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] welk voertuig op naam van verdachte staat. Uit onderzoek naar de bakengegevens van 14 februari 2018 is gebleken dat het voertuig van verdachte op 8 januari 2018 tussen 17:29 uur en 17:44 uur heeft stilgestaan op de Burgemeester Sweensplein te Rijen.
Onderzoek naar de telefoongegevens van verdachte en medeverdachten [naam 16] en [naam 15] heeft uitgewezen dat hun telefoons op de dag van de inbraak aan het Burgemeester Sweensplein in Rijen allen aanstraalden op een telefoonmast in Rijen. De telefoon van [naam 15] straalde op 8 januari 2018 om 17:44 uur aan in de [adres 14] te Rijen, ongeveer 500 meter nabij het Burgemeester Sweensplein. De telefoon van [naam 16] straalde op 8 januari 2018 om 17:48 uur eveneens aan op dit adres en de telefoon van verdachte straalde op 8 januari 2018 om 17:44 uur aan op het adres [adres 19] te Rijen, ongeveer 660 meter nabij de Pastoor Gillisstraat te Rijen.
Op basis van voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 8 januari 2018 samen met medeverdachten [naam 16] en [naam 15] heeft ingebroken in de woning aan het [adres 6] te Rijen, gemeente Gilze-Rijen, waarbij een sleutelbos en twee afstandsbedieningen zijn ontvreemd. [naam 16] is door twee verbalisanten herkend op de camerabeelden afkomstig uit die woning en verdachte noch zijn medeverdachten hebben een plausibele verklaring gegeven voor hun aanwezigheid in Gilze-Rijen (en het [adres 6] ) op het moment van de woninginbraak.
Feit 6
Op 13 januari 2018 wordt omstreeks 21.05 uur een melding gedaan van een inbraak aan de [adres 7] te Oosterhout. Verbalisant [naam 24] ging ter plaatse en hij zag ter hoogte van [adres 20] twee personen lopen. Deze personen liepen de Arnoudstraat in en zij begonnen te rennen. Eén van deze personen was verdachte die ambtshalve bekend is bij de verbalisant. Hij heeft verdachte gevolgd. Verdachte is vervolgens aangehouden door verbalisant [naam 25] .De andere persoon bleek later [naam 17] te zijn. De locatie waar verdachte en medeverdachte zijn aangehouden was 250 meter van de woning aan de Huize Limburgstraat waar is geprobeerd in te breken.De auto van verdachte is aangetroffen in de Hertogenlaan.
[naam 26] heeft namens zijn moeder [naam 7] aangifte gedaan van een poging tot inbraak in de woning aan de [adres 7] . Toen hij op 13 januari 2018 omstreeks 22.00 uur bij de woning kwam, zag hij dat het kozijn waar het slot in viel was verbogen en dat er houtsplinters uitstaken. Het leek alsof de deur met grof geweld is ingeslagen of getrapt. Er zijn geen goederen uit de woning weggenomen.
Uit het sporenonderzoek is naar voren gekomen dat er met geschoeide voet met kracht tegen de voordeur is gestampt. Door de uitgeoefende kracht op de sluitkom werd de deur geforceerd, waarna de woning is binnengegaan. Op de buitenzijde van de voordeur werd een verschoven schoenzoolafdruk waargenomen en veiliggesteld (SIN: AALF6116NL).
Er heeft forensisch onderzoek plaatsgevonden naar dit schoenspoor. Daarbij zijn de schoenen van verdachte (merk Philipp Plein, maat 42) gewaarmerkt [nummer] vergeleken met het schoenspoor met [nummer] . Verbalisant [naam 19] , werkzaam bij Team Forensische Opsporing, concludeert dat op basis van haar bevindingen dat het schoenspoor mogelijk is veroorzaakt met de rechterschoen van verdachte. Het profiel komt overeen en de afmetingen komen praktisch overeen. Daarnaast is er één onregelmatigheid in het schoenspoor qua plaats en globaal in vorm overeenkomt met één beschadiging in de zool van de rechterschoen van verdachte.
Op basis van voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een ander, medeverdachte [naam 17] , heeft geprobeerd in te breken in de woning aan de [adres 7] te Oosterhout op 13 januari 2018. Verdachte en de medeverdachte zijn zeer kort na de melding van de poging tot inbraak in de buurt van de woning aangetroffen. Ook de auto van verdachte is aangetroffen in de buurt. Daarnaast is het aangetroffen schoenspoor op de voordeur van de woning mogelijk met de schoen van verdachte veroorzaakt. Aan deze bevinding kan bewijskracht worden toegekend gezien de waargenomen karakteristieke overeenkomst van dit spoor met de schoen van verdachte. Bovendien komt de modus operandi van dit feit overeen met de modus operandi van de feiten 1 tot en met 4.
feit 7:
Toen aangever [naam 8] op 27 januari 2018 om 19:30 uur thuis kwam, zag hij dat er was ingebroken in zijn woning aan de [adres 8] te ’s-Hertogenbosch. De voordeur stond open en aangever zag dat het slot was geforceerd. Hij zag diverse beschadigingen in het hout van de deur en het kozijn. De slotplaat hing half los. Aangever zag dat in de woning alle kasten open stonden en her en der diverse goederen door de woonkamer lagen. Hij heeft toen meteen de politie gebeld. Aangever zag dat de autosleutels, die op de trap lagen, waren weggenomen. Hierop is aangever meteen naar buiten gelopen en zag dat zijn auto, merk Peugeot, type Partner, met het kenteken [kenteken 2] , die voor het huis geparkeerd stond, ook was weggenomen.Blijkens de Bijlage goederen zijn onder meer een Apple MacBook, een Apple iMac en zeven computerspellen uit de woning van aangever ontvreemd.
Op 28 januari 2018 heeft aangever bij de politie gemeld dat hij via de app ‘Find my iPhone’ zag dat de uit zijn woning ontvreemde computers beide aanstraalden op het adres [adres 15] te Breda, dat het serienummer van zijn MacBook eindigde op [nummer] en dat de iMac een groot scherm van 27 inch betrof.
Verbalisanten [naam 27] en [naam 28] zijn met deze informatie naar het betreffende adres gegaan. Op deze locatie bleek het bedrijf [website] ” te zijn gevestigd.
Verbalisanten hebben het onderzoek in de winkel voortgezet en zagen dat er een groot Apple scherm stond, dit betrof een iMac. De verbalisanten hoorden de eigenaar van de winkel, de heer [naam 29] , zeggen dat hij geen opkoopregister had en dat hij gisteren de iMac van twee Marokkanen had gekocht voor een bedrag van € 350,00. Verbalisant [naam 28] zag vervolgens dat er op de vensterbank een zilverkleurig MacBook lag. Desgevraagd overhandigde [naam 29] deze MacBook aan verbalisant [naam 27] , die zag dat het serienummer van deze MacBook – overeenkomstig het serienummer van de MacBook van aangever – eindigde op QFH04.[naam 29] heeft vervolgens afstand gedaan van de iMac en de MacBook.
Bij de politie heeft [naam 29] verklaard dat hij op 27 januari 2018 omstreeks 20:30 uur is gebeld door een jongen met het nummer [telefoonnummer 1] . Deze jongen vroeg hem of hij een Apple iMac, 27 inch wilde kopen voor € 350,00. [naam 29] was geïnteresseerd en heeft vervolgens een afspraak met de jongen gemaakt op de parkeerplaats langs de [adres 16] in Breda. Er kwam een donkere Golf aangereden en daar stapten twee Marokkaanse jongens uit. Eén Marokkaanse jongen bleef in de auto zitten.
In verband met verdenking van betrokkenheid bij een golf aan woninginbraken, zijn de telefoonnummers van verdachte en medeverdachten [naam 16] en [naam 15] op bevel van de officier van justitie en met machtiging van de rechter-commissaris op 18 januari 2018 onder een tap gezet. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat [telefoonnummer 1] zijn telefoonnummer is.
Op 27 januari 2018 tussen 18:18 uur en 18:32 uur straalden zowel de telefoon van verdachte als die van beide medeverdachten aan in ’s-Hertogenbosch. De telefoon van [naam 15] straalde om 18:18 uur en 18:33 aan op de zendmast van de Hervense Baan te ’s-Hertogenbosch. De telefoon van verdachte straalde op 18:40 uur aan op de zendmast van de Aarts Hertogenlaan te ’s-Hertogenbosch. De telefoon van [naam 16] straalde om 18:20 uur aan op de zendmast van de Hervense Baan te ’s-Hertogenbosch en om 18:46 uur op de zendmast van de Balkweg te ’s-Hertogenbosch.
Op basis van voornoemde bewijsmiddelen komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte samen met medeverdachten [naam 16] en [naam 15] ten tijde van de inbraak in de Pieter Breughelstraat in ’s-Hertogenbosch was. De rechtbank baseert zich daarbij op het aanstralen van hun telefoons op telefoonmasten in de buurt van de Pieter Breughelstraat te
’s-Hertogenbosch rond het tijdstip van de woninginbraak. De rechtbank is bovendien niet gebleken van een andere, plausibele reden voor verdachte en medeverdachten voor hun aanwezigheid in ’s-Hertogenbosch op die datum en dat tijdstip, aangezien zij geen van allen woonachtig zijn of naar school gaan in ’s-Hertogenbosch.
In het belang van het onderzoek naar een groot aantal woninginbraken, genaamd “Bolero”, is op 7 december 2017 door de officier van justitie een bevel afgegeven voor het plaatsen van plaatsbepalingsapparatuur (peilbaken) op of aan de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] welk voertuig op naam van verdachte staat. Uit onderzoek naar de bakengegevens van 27 januari 2018 is gebleken dat het voertuig van verdachte tussen 18:06 uur en 18:16 uur een rondje heeft gereden in de omgeving van de Pieter Breughelstraat te
’s-Hertogenbosch. Vervolgens heeft het voertuig van 18:25 uur tot 18:37 uur stilgestaan in de Pieter Breughelstraat te ’s-Hertogenbosch. Vervolgens verliet het voertuig om 18:38 uur de Pieter Breughelstraat en reed weg over de Bruistensingel te ’s-Hertogenbosch, waar het voertuig om 18:41 uur afsloeg om de Achtste Buitenpepers te ’s-Hertogenbosch in te rijden. Om 18:44 uur reed het voertuig vanuit de Achtste Buitenpepers weer de Bruistensingel te
’s-Hertogenbosch op, waarna het voertuig via de snelweg A2 en de A59 richting Breda reed.
Op grond van de bakengegevens heeft verbalisant [naam 27] onderzoek ingesteld op de Achtste Buitenpepers te ’s-Hertogenbosch. Ter hoogte van [adres 17] zag verbalisant de Peugeot Partner, voorzien van het kenteken [kenteken 2] , die bij de woninginbraak aan de [adres 8] te ’s-Hertogenbosch van aangever [naam 8] was ontvreemd, geparkeerd staan.
Op 27 januari 2018 om 22:35 uur vindt een telefoongesprek plaats tussen [naam 15] en [naam 16] , waarin het volgende wordt gezegd:
(…)
[naam 16] : ja man, die auto
[naam 15] : ja, die moet ik echt gaan ophalen. Ik moest gewoon meekomen.
[naam 16] zegt, die is een hele goede. Die auto heeft echt alles.
[naam 16] : die kan je andere keertje pakken.
[naam 15] : eigenlijk bij dat huis, wij hadden gelijk richting de parkeerkant gemoeten.
[naam 16] : ik ga zoeken of er een melding is gemaakt. Is dat gewoon Den Bosch, Den Bosch of niet?
[naam 15] : je moet niet praten over die dingen.
Gelet op de bakengegevens van de auto van verdachte in combinatie met de telefoongegevens en de tapgesprekken tussen verdachten, komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte en de medeverdachten betrokken zijn geweest bij de inbraak in de woning aan de Pieter Breughelstraat te ’s-Hertogenbosch en de diefstal van de Peugeot Partner. De rechtbank gaat er daarbij vanuit dat verdachten zich gezamenlijk in de auto van verdachte hebben verplaatst. Uit de gegevens van het peilbaken blijkt dat de auto van verdachte rond het tijdstip van de woninginbraak stilstond op de Pieter Breughelstraat en vervolgens naar de Achtste Buitenpepers te ’s-Hertogenbosch is gereden, alwaar de politie de gestolen Peugeot Partner heeft teruggevonden. Gezien het tijdsverloop en de route die het voertuig van verdachte heeft afgelegd op 27 januari 2018, komt de rechtbank tot de conclusie dat de verdachten na de diefstal uit de woning, de eveneens buit gemaakte Peugeot Partner hebben geparkeerd in de Achtste Buitenpepers te ’s-Hertogenbosch. De rechtbank ziet zich gesteund in haar conclusie doordat verdachte om 18:59 uur – onderweg van ’s-Hertogenbosch naar Breda – al heeft gebeld met [naam 29] van [website] om de zojuist gestolen MacBook en iMac te kunnen verkopen.De bij de woninginbraak aan de Pieter Breughelstraat ontvreemde goederen worden vervolgens door de politie aangetroffen in de winkel van [naam 29] , [website]
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich samen met medeverdachten [naam 16] en [naam 15] op 27 januari 2018 heeft schuldig gemaakt aan de woninginbraak aan de [adres 8] te
’s-Hertogenbosch, waarbij onder meer een Apple MacBook Pro, een Apple iMac, computerspellen en autosleutels van een Peugeot Partner, met het kenteken [kenteken 2] , zijn weggenomen. Tevens acht de rechtbank de diefstal van de Peugeot Partner door middel van valse sleutels wettig en overtuigend bewezen.
Anders dan de verdediging heeft bepleit, heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank een even zo groot aandeel gehad bij het plegen van deze feiten als de medeverdachten en is er dan ook sprake van een inbraak en diefstal in vereniging.
feit 8:
In verband met verdenking van betrokkenheid bij een golf aan woninginbraken, zijn de telefoonnummers van verdachte, medeverdachten [naam 16] en [naam 15] op 18 januari 2018 op bevel van de officier van justitie en met machtiging van de rechter-commissaris onder een tap gezet.
In een gesprek van 1 februari 2018 om 19.28 uur belt verdachte naar het telefoonnummer van [naam 16] . In dit gesprek werd de stem herkend van [naam 15] door een verbalisant. In het proces-verbaal bevindingen van dit gesprek is het volgende opgenomen:
[verdachte] : Waar zijn jullie
[naam 15] : Kan niet
[verdachte] : Waar zijn jullie
[naam 15] bij die huis
[verdachte] : Lukt die
[naam 15]
[verdachte] : Oke waar zit je
[naam 15] : woon voor die deur
[verdachte] : Oke doei
Om 19.29 uur belt verdachte weer naar het telefoonnummer van [naam 16] . In het gesprek wordt het volgende gezegd:
[naam 15] : Joo (praat zachtjes)
[verdachte] : Waar zijn jullie dan
[naam 15] : we gaan we gaan we gaan die we gaan een raam ingooien
[verdachte] : Zijn jullie daarachter
[naam 15] : Ja
[verdachte] : Oke [naam 15] .. yo.. ik sta voor de deur hé dus...
[naam 15] : Is goed, joo
[verdachte] : Joo
Vervolgens belt verdachte om 19.36 uur nogmaals naar het telefoonnummer van [naam 16] . In het gesprek wordt het volgende gezegd:
[naam 15] : Jo
[verdachte] : zitten jullie daar?
[naam 15] : wij zijn binnen
[verdachte] : NVT marokkaans
[naam 15] : wollah
[verdachte] : probeer die deur vast te openen
[naam 15] : hij is al open, wij zitten al binnen
Op achtergrond geluid van scherven te horen.
[verdachte] : ohh ik kom eraan... NW.. (fon) aromas..yo mensen zijn er he
[naam 15] : snel oke.. YO
[verdachte] : yo
Het telefoonnummer (+ [telefoonnummer 2] ) van verdachte straalde op dat moment aan in Raamsdonksveer.
Op 1 februari 2018 is door [naam 9] aangifte gedaan van een poging om in zijn woning aan de [adres 9] te Raamsdonksveer in te breken op diezelfde dag. Aangever heeft omstreeks 6.00 uur zijn woning verlaten en toen hij omstreeks 20.25 uur thuis kwam zag hij dat er was ingebroken. Het glas van de tuindeuren was ingeslagen en zo is de woning betreden. Er is niets weggenomen uit de woning.
In het belang van het onderzoek naar een groot aantal woninginbraken, genaamd “Bolero”, is op 7 december 2017 door de officier van justitie een bevel afgegeven voor het plaatsen van plaatsbepalingsapparatuur (peilbaken) op of aan de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] welk voertuig op naam van verdachte staat. Uit onderzoek naar de bakengegevens van 8 februari 2018 is gebleken dat het voertuig van verdachte op 1 februari 2018 om 19.21 uur vanuit Oosterhout naar Raamsdonksveer reed. Het voertuig stond tussen 19.33 uur en 19.50 uur stil op het Bachplein in Raamsdonksveer en reed om 19.50 uur terug naar Oosterhout. Het Bachplein is nabij de Beethovenlaan in Raamsdonksveer gelegen.
Gelet op de inhoud van het telefoongesprek, waarin ook glasgerinkel is te horen, in combinatie met het aanstralen van de telefoon van verdachte in Raamsdonksveer en de gegevens van het peilbaken dat zijn auto ten tijde van de poging tot inbraak in de buurt van de betreffende woning was, stelt de rechtbank vast dat verdachte betrokken is geweest bij dit feit. Daar komt bij dat verdachte geen plausibele verklaring heeft gegeven voor zijn aanwezigheid in Raamsdonksveer op dat moment. De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte samen met anderen een poging heeft gedaan om in te breken in de woning van aangever door een ruit van de tuindeur te vernielen.
feit 9:
Op 2 februari 2018 is er, met toestemming van de hulpofficier van justitie onder de auto van verdachte een peilbaken geplaatst voorzien van een GPS-systeem. Dit middel is enkel live te volgen.In het kader van een onderzoek naar de betrokkenheid van verdachte bij meerdere woninginbraken was een flexibel interventieteam, genaamd het Flexteam De Baronie op 2 februari 2018 ingeschakeld om verdachte in burger te observeren. Zij zagen dat verdachte en medeverdachte [naam 15] op 2 februari 2018 om 18:15 uur in Breda de auto van verdachte instapten. Zij reden weg en de leden van het Flexteam zijn hen gevolgd. Verdachte reed vervolgens naar Dongen. Hij parkeerde zijn auto daar in de Trappistenstraat omstreeks 18:40 uur. De verbalisanten zagen dat verdachte en [naam 15] in de buurt rondliepen. Omstreeks 19:06 uur stapten zij weer in de auto en om 19:10 uur reden zij weg. Verbalisant [naam 31] zag dat de auto om 19:14 uur stond geparkeerd in de Ruyterstraat en hij zag dat er niemand meer in de auto zat.
Verbalisant [naam 30] hoorde op 2 februari 2018 om 19:17 uur een harde doffe klap op straat alsof een deur heel hard werd dichtgegooid terwijl er verder helemaal niets te horen was. Verbalisant [naam 32] zag dat verdachte en [naam 15] vanaf de Piet Heynstraat in versnelde pas in zijn richting liepen. [naam 15] zei tegen verdachte: ‘Haal mij maar in het centrum op’. Verbalisant [naam 33] zag dat verdachte omstreeks 19:19 uur richting zijn auto rende, instapte en wegreed. Vervolgens kregen de verbalisanten om 19:22 uur de melding van het Operationeel Centrum dat er zojuist een poging woninginbraak was gepleegd op de [adres 10] te Dongen. De verbalisanten zagen dat de achterzijde van de woningen gelegen aan de Trompstraat grenzen aan de Piet Heynstraat waar zij zojuist verdachte en [naam 15] hadden zien rennen. Hierop is de auto van verdachte middels het peilbaken gevolgd en zijn verdachte en [naam 15] vervolgens bij de [bedrijf] aan de Europalaan te Rijen op heterdaad aangehouden.
[naam 10] heeft aangifte gedaan van een poging van een woninginbraak in zijn woning aan de [adres 10] te Dongen op 2 februari 2018. Hij heeft verklaard dat hij met zijn vrouw thuis was. In de woning brandde wel licht maar vanwege de gesloten rolluiken aan de voorzijde van de woning was dat van buitenaf niet te zien. Aangever hoorde dat er werd aangebeld. Hij dacht dat het buurjongens waren die aan het belletje trekken waren en hij wilde hen betrappen. Aangever ging in het donker in de hal staan vlak achter de voordeur. Na twee minuten kwamen er twee mannen aan lopen. Aangever zag dat een man aan het einde van het tuinpad bleef staan en dat de ander richting de voordeur liep. Hij zag dat de man ineens uit stilstand hard tegen de voordeur trapte. Aangever hoorde een harde knal en hij zag dat de man vervolgens ongeveer drie meter naar achteren liep en vanaf daar opnieuw een aanloop nam richting de voordeur. Hij trapte opnieuw hard tegen de voordeur. Na deze trap is aangever hard gaan schreeuwen en vervolgens zijn de mannen hard weggerend. Door het trappen tegen de deur is er schade aan de voordeur ontstaan.
De rechtbank acht op basis van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte met medeverdachte [naam 15] op 2 februari 2018 een poging heeft gedaan om in te breken in de woning [adres 10] te Dongen door meermalen hard tegen de deur van de woning te trappen. Verdachte en [naam 15] werden geobserveerd door het Flexteam en zij zijn gezien in de buurt van de woning. De verbalisant die in de buurt was, hoorde een doffe klap en gezien werd dat verdachte en [naam 15] kort daarna in versnelde pas liepen. Deze waarnemingen passen ook in de verklaring van aangever dat er getrapt is tegen de deur van zijn woning en dat daarbij een harde klap te horen was en de mannen zijn weggerend. Verder heeft noch verdachte noch [naam 15] een verklaring gegeven voor wat zij in de buurt van de [adres 10] in Dongen deden op het moment van de poging van de woninginbraak.
feit 10:
Op donderdag 8 februari 2018 waren diverse verbalisanten belast met de observatie van verdachte in verband met de verdenking van betrokkenheid bij strafbare feiten. Om 18:15 uur zag verbalisant [naam 31] dat de Volkswagen [kenteken 1] parkeerde aan het Torenkwartier te Oosterhout en dat er twee personen uitstapten, waarvan hij de bestuurder herkende als zijnde verdachte en de bijrijder als zijnde medeverdachte [naam 15] , geboren op 3 november 2001 te Breda.
Om 19:54 uur zag verbalisant [naam 33] dat [naam 15] zijn veter stond te strikken aan de Bouwlingstraat, bij [adres 11] , te Oosterhout.Om 20:20 uur hoorde verbalisant [naam 33] een klap welke hij herkende als zijnde die van een deur die dicht gedaan wordt. Vervolgens zag hij verdachte en [naam 15] van de oprit aflopen van de woning aan de [adres 11] te Oosterhout en hoorde hij tijdens het lopen metaal gerammel.Hij zag dat verdachte en [naam 15] richting de Volkswagen [kenteken 1] liepen.
Om 20:24 uur zag verbalisant [naam 34] dat de Volkswagen [kenteken 1] parkeerde aan de Heinsiusstraat te Oosterhout.
Verbalisant [naam 32] zag om 20:27 uur dat er niemand meer in de Volkswagen [kenteken 1] zat en om 20:33 uur zag hij dat er twee personen, beiden gekleed in het donker, tussen de flats uitgelopen kwamen en instapten in de Volkswagen [kenteken 1] .
Om 20:33 uur zag verbalisant [naam 31] dat de bewoners van [adres 11] te Oosterhout aankwamen bij hun woning. Nadat hij zich had gelegitimeerd als politie vroeg hij of hij in de woning mocht kijken of er was ingebroken. Nadat de bewoner de voordeur opende zag verbalisant direct dat er spullen op de grond lagen en dat in de keuken alle lades open stonden. Verbalisant hoorde van de bewoners dat er was ingebroken in de woning en dat zij de woning niet zo hadden achtergelaten en dat zij op het eerste gezicht in ieder geval sieraden en een tablet misten,.
Om 20:57 uur heeft verbalisant [naam 32] een onderzoek ingesteld aan de Heinsiusstraat ter hoogte van de flats. Hij zag toen dat er een blauwe handtas in een achtergelaten winkelwagen stond. Hij heeft foto’s van deze handtas gemaakt en laten zien aan de bewoonster van [adres 11] te Oosterhout, die aangaf dat deze handtas haar eigendom was.
Naar aanleiding van bovengenoemde feiten en omstandigheden werden verdachte en [naam 15] op heterdaad aangehouden als verdachten van de diefstal uit de woning aan de [adres 11] te Oosterhout. Alvorens de verdachten over te brengen hebben verbalisanten [naam 35] en [naam 36] verdachten gefouilleerd, waarbij zij uit de rechter broekzak van verdachte een goudkleurig dameshorloge haalden. Uit de rechter jaszak van [naam 15] haalden verbalisanten tevens een goudkleurig dameshorloge met een blauwkleurige horlogeband. In de Volkswagen Golf zag verbalisant [naam 35] aan de bijrijderskant op de grond voor de stoel een juwelendoos staan met daarin een kralen ketting met blauwe kralen. Ter hoogte van de pedalen lag een juwelendoos met daarin een zilverkleurige halsketting. Aan de rechterzijde op de achterbank lag een plastic tasje met de opdruk Dixons, waarin een zwartkleurig klein model notebook zat en een groenkleurig make-up tasje met daarin sieraden en juwelen.Verbalisant [naam 31] heeft foto’s van de in de auto aangetroffen goederen aan de bewoners van [adres 11] laten zien en hoorde hen beiden zeggen dat zij de tablet, sieraden en het groene make-up tasje herkenden als hun eigendom.
Aangeefster [naam 11] heeft aangifte gedaan van diefstal uit haar woning aan de [adres 11] te Oosterhout op 8 februari 2018. Bij vertrek in de ochtend omstreeks 09:40 uur was de gehele woning afgesloten en heeft zij de voordeur op slot gedraaid door de sleutel tweemaal om te draaien. Omstreeks 20:40 uur kwamen zij terug en bleek er in de woning ingebroken te zijn. Het slot van de voordeur hoefde nog maar eenmaal opengedraaid te worden om geopend te worden. Binnen in de woning bleek dat de woning geheel was doorzocht, alle spullen zijn uit de kasten gegooid en de slaapkamer was volledig overhoop gehaald. Aangeefster zag dat er een zilveren ketting met platte schakels, een kobaltblauwe handtas, een ketting met blauwe ronde kralen (Lapis Lazuli) met gouden ton en briljantje en een tablet van het merk Surface waren weggenomen. Aangeefster verklaarde tevens dat haar man enige tijd geleden de sleutels van het huis met hieraan de autosleutels was kwijt geraakt. Aangeefster gaf aan niemand het recht of de toestemming tot het plegen van het feit.
De rechtbank is van oordeel dat op basis van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich op 8 februari 2018 samen met een ander heeft schuldig gemaakt aan diefstal van sierraden en een tablet uit de woning aan de [adres 11] te Oosterhout.
parketnummer 02/800597-18
feit 1:
Aangever [naam 12] fietste op 21 november 2018 van school naar huis. Een persoon op een scooter haalde hem in en stopte vervolgens voor hem. De bestuurder van de scooter zei tegen aangever: “Ik wil morgen 200 euro van jou, als je dit niet doet, ik weet waar je woont en dan vermoord ik je”. Aangever vroeg wie de persoon was en deze antwoordde: “Boeit jou niet, ik wil morgen van jou 200 euro, doe je dit niet dan vermoord ik jou”. Vervolgens reed de man op de zwarte scooter weg. Aangever heeft de volgende dag vier briefjes van
50 euro van zijn spaargeld meegenomen. Toen hij in de Heuvelstraat fietste werd hij weer door de persoon op de scooter benaderd. Hij zei: “Geef mij het geld”. Aangever heeft toen het geld aan de man gegeven. Vervolgens reed de man op de scooter weg. Aangever kende de man op de scooter niet.
Aangever omschrijft de man als volgt:
- zwarte baard, beetje lang, met snor;
- blauwe spijkerbroek;
- zwarte of donkergroene jas;
- normaal postuur;
- bruine huidskleur;
- zwart kort haar, niet krullend;
- bruine ogen;
- tussen de 20 en 25 jaar.
Op 26 november 2018 werd aangever aangesproken door [naam 37] . [naam 37] zei tegen aangever: ”Mijn broer wil weer 200 euro van je”. De broer van [naam 37] is [verdachte] (verdachte). Uit de gegevens van de mobiele telefoon van aangever en van de mobiele telefoon van verdachte blijkt dat er op 21 november 2018 tweemaal en op 22 november 2018 tweemaal met het telefoonnummer van verdachte naar het telefoonnummer van aangever is gebeld.
De rechtbank is van oordeel dat zij niet tot een bewezenverklaring kan komen van dit feit. Op basis van voornoemde bewijsmiddelen kan niet worden vastgesteld dat verdachte diegene is geweest die aangever heeft afgeperst dan wel dat hij betrokken is geweest bij dit feit. Er is weliswaar gebeld met de telefoon van verdachte naar de telefoon van aangever op 21 en 22 november 2018. Ook is aangever benaderd door de broer van verdachte. Verder zijn er echter geen bewijsmiddelen die wijzen op betrokkenheid van verdachte. De aangever heeft verklaard de man die op de scooter reed niet te kennen en nooit te hebben gezien. Bovendien komt de omschrijving van aangever van de man op de scooter niet overeen met het signalement van verdachte. De rechtbank gaat er om die reden van uit dat verdachte niet de bestuurder van de scooter was. Er is dan ook onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een bewezenverklaring te komen zodat verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken.
feit 2:
Op 26 november 2019 is aangever op school te Oosterhout benaderd door [naam 37] , de broer van verdachte. [naam 37] zei tegen aangever: “Mijn broer wil geld van je en geen 200 euro meer maar 350 euro en als je dat niet betaald weten wij waar je woont”.Aangever vroeg [naam 37] waarom hij weer geld aan hem zou geven. [naam 37] zei: “Ik moest dit van mijn broer tegen jou zeggen en dit moet je geven op de parkeerplaats op de [adres 18] voor de [naam 13] na schooltijd.”
Op 28 november 2018 kwam [naam 37] naar aangever toe op school en zei: “Heb je het geld?” Hierop zei aangever: “Ja”. [naam 37] zei: “Oke, want als je het geld niet bij je had. De vrienden van mijn broer hebben gisteren een nieuwe gun gekocht.”
Aangever is toen naar huis gegaan. Hij was bang. Zijn vader was op de hoogte van alles en zijn vader vond dat hij moest gaan. Aangever is tweemaal gebeld. Toen hij de telefoon aannam om 16.32 uur hoorde hij verdachte zeggen: “Ik sta klaar, kom”. Aangever is toen naar de afgesproken plek gegaan bij het winkelcentrum [adres 18] . Zijn vader heeft op een afstand meegekeken.
Op 28 november 2018 is met de telefoon van verdachte tussen 16.03 uur en 16.32 uur acht keer gebeld naar de telefoon van aangever.
De vader van aangever heeft zijn zoon vrijwillig naar [adres 18] gestuurd om de deal door te zetten zodat de dader zou worden gepakt die zijn zoon afperste. De vader heeft zijn zoon twee briefjes van 50 euro gegeven.
De politie is een postactie aangevangen rondom de parkeerplaats van het winkelcentrum [adres 18] te Oosterhout op 28 november 2018 omstreeks 15.30 uur. Verbalisant [naam 38] meldde dat verdachte op de parkeerplaats stond met zijn auto. Nadat verdachte nog een rondje met zijn auto heeft gereden parkeerde hij zijn auto en hij liep richting het winkelcentrum. Verbalisant [naam 39] zag dat aangever aan kwam fietsen. Verbalisant [naam 22] zag verdachte richting zijn auto lopen en aangever liep achter hem aan. Zij gingen naast de auto van verdachte staan. Zij stonden daar ongeveer drie minuten en toen zag [naam 22] dat verdachte in zijn auto stapte.
Verdachte vroeg aan aangever: “Heb je het geld bij?” Aangever antwoordde: “Ja”. Toen zei verdachte: “Ok, geef dan”. Aangever heeft het geld toen aan verdachte geven. Toen verdachte in zijn auto stapte en zijn deur dicht wilde doen, werd hij aangehouden door de politie.
Verbalisant [naam 22] heeft verdachte gefouilleerd voordat hij in de politieauto werd geplaatst. In de rechter broekzak werd door de verbalisant twee opgevouwen bankbiljetten van 50 euro aangetroffen.
Verdachte heeft verklaard dat hij via andere jongens het nummer van aangever heeft gekregen. Hij heeft aangever gebeld en hij kwam. Aangever gaf het geld en verdachte pakte het geld aan. Toen stapte hij in de auto. Hij zou het geld hebben opgehaald in opdracht van iemand anders.
De rechtbank is op basis van voornoemde bewijsmiddelen van oordeel dat de ten laste gelegde afpersing wettig en overtuigend kan worden bewezen. Verdachte heeft aangever gedwongen tot afgifte van het geld en hij heeft daarbij aangever via zijn broer benaderd en bedreigingen geuit. De rechtbank volgt de verklaring van verdachte niet dat hij in opdracht van iemand anders het geld bij aangever heeft opgehaald. Deze verklaring past niet binnen de bewijsmiddelen in het dossier en bovendien heeft verdachte geen toegang tot zijn telefoon willen geven waardoor zijn verklaring verder niet kon worden onderzocht.