ECLI:NL:RBZWB:2019:4823

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 november 2019
Publicatiedatum
6 november 2019
Zaaknummer
02-700388-13 en 02-688053-14
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in vervolging wegens ouderdom van feiten en langdurige gevangenisstraf

Op 6 november 2019 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de strafzaken met parketnummers 02/700388-13 en 02/688053-14. De verdachte, geboren in 1954 en thans gedetineerd in PI Middelburg, werd beschuldigd van meerdere geweldsdelicten tegen zijn echtgenote en een andere persoon. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 23 oktober 2019, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar zijn raadsvrouw wel. De officier van justitie, mr. W.J.W.K. Suijkerbuijk, heeft ter zitting gevorderd om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging, gezien de veroordeling van de verdachte in België voor moord of opzettelijke doodslag, waarvoor hij een langdurige gevangenisstraf van 30 jaar ondergaat. De verdediging steunde dit verzoek, wijzend op de ouderdom van de feiten en het tijdsverloop in de procedure. De rechtbank oordeelde dat de feiten dateren van 2013 en dat de vervolging niet langer opportuun is. De rechtbank verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging en hefte het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op. Deze beslissing werd genomen in het belang van de verdediging, gezien het tijdsverloop en de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummers: 02/700388-13 en 02/688053-14
vonnis van de meervoudige kamer van 6 november 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1954 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
thans uit andere hoofde gedetineerd te PI Middelburg - locatie Torentijd, 4337 PE Middelburg, Torentijdweg 1,
raadsvrouw mr. R.T.K. Davidse, advocaat te Middelburg.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 23 oktober 2019. Verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsvrouw. De officier van justitie
mr. W.J.W.K. Suijkerbuijk en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging ten aanzien van parketnummer 02/700388-13 is gewijzigd overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat
(parketnummer 02/700388-13)
1.
hij op of omstreeks 9 december 2013 te Aardenburg, gemeente Sluis,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan zijn
echtgenote, althans een persoon genaamd [naam 1] , opzettelijk zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [naam 1] meermalen,
althans met een mes in een (boven)been, althans het lichaam heeft gestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 9 december 2013 te Aardenburg, gemeente Sluis,
opzettelijk mishandelend zijn echtgenote, althans een persoon, te weten [naam 1]
, meermalen, althans eenmaal met een mes in een (boven)been, althans
het lichaam heeft gestoken, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn
heeft ondervonden;
2.
hij op of omstreeks 9 december 2013 te Aardenburg, gemeente Sluis,
[naam 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
die [naam 1] een mes getoond en/of voor die [naam 1] gestaan met opgeheven hand
met daarin een mes en/of met dat/een mes gezwaaid, terwijl hij in de
nabijheid van die [naam 1] stond;
3.
hij op of omstreeks 18 of 19 april 2013, in elk geval in de maand april 2013
te Oostburg, gemeente Sluis,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan zijn
echtgenote, althans een persoon genaamd [naam 1] , opzettelijk zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [naam 1] meermalen,
althans eenmaal met een mes in de rug en/of in de heup heeft gestoken en/of
gesneden en/of met dat/een mes één of meer stekende en/of snijdende bewegingen
naar en/of in de (zeer dichte) nabijheid van de vagina en/of de (onder)buik
heeft gemaakt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(parketnummer 02/688053-14)
4.
hij op of omstreeks 29 juli 2013 te Oostburg, gemeente Sluis [naam 2]
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans
met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een
(kapot) glas althans een voor bedreiging geschikt (steek-)voorwerp zichtbaar
voor en/of in de richting van die [naam 2] voornoemd gehouden en/of
(daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd : “Ik maak je kapot!”, althans
woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter zitting gevorderd om hem niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging en heeft daartoe aangevoerd dat hij het, gelet op de veroordeling van verdachte in België, waarbij hij een langdurige gevangenisstraf heeft opgelegd gekregen en ondergaat, niet langer opportuun acht om verdachte voor de ten laste gelegde feiten te vervolgen en een straf te vorderen.
De raadsvrouw heeft aansluiting gezocht bij het standpunt van de officier van justitie en heeft verzocht het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging van verdachte. Gelet op de ouderdom van de feiten en het tijdsverloop van de zaken is het belang van de verdediging geschaad. Er is geen strafvorderlijk belang om verdachte te vervolgen.
De rechtbank stelt vast dat de ten laste gelegde feiten dateren van 2013.
Voorts staat vast dat verdachte op 26 oktober 2018 door het Hof van beroep Gent te België voor moord of opzettelijke doodslag op [naam 1] (dit is de persoon vermeld in de feiten 1 tot en met 3) is veroordeeld tot onder meer een gevangenisstraf voor de duur van 30 jaar en 10 jaren beperking van de persoonlijke vrijheid. Dit arrest is onherroepelijk geworden op 13 november 2018. Verdachte ondergaat nu deze gevangenisstraf.
Gelet op deze omstandigheden, de ouderdom van de ten laste gelegde feiten en het tijdsverloop in deze zaken, die aanvankelijk op de zitting van 20 maart 2014 zijn aangebracht, waarna, na schorsing van het onderzoek, verdachte pas op de zitting van 23 oktober 2019 weer is opgeroepen, is vervolging van verdachte niet langer opportuun.
De officier van justitie zal dan ook in zijn vervolging niet-ontvankelijk worden verklaard.

4.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart
de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolgingvan verdachte;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. van Voorthuizen, voorzitter, mr. G.H. Nomes en
mr. M.A.H. Kempen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.A. Huwae, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 6 november 2019.
Mr. Kempen is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.