Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
-die [Slachtoffer 1] tegen zijn gezicht te slaan/stompen, tengevolge waarvan die [Slachtoffer 1] ten val kwam en/of
-die [Slachtoffer 2] tegen zijn oor en/of gezicht te slaan/stompen, tengevolge waarvan die [Slachtoffer 2] ten val kwam en/of
-die [Slachtoffer 3] tegen zijn gezicht te slaan/stompen;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 304 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
-die [Slachtoffer 1] tegen zijn gezicht te slaan/stompen, en
-die [Slachtoffer 2] tegen zijn oor en gezicht te slaan/stompen, ten gevolge waarvan die [Slachtoffer 2] ten val kwam en
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De benadeelde partijen
[Slachtoffer 1]vordert een schadevergoeding van
€ 1.100,=voor feit 1.
[Slachtoffer 2]vordert een schadevergoeding van
€ 500,=voor feit 1.
[Slachtoffer 3]vordert een schadevergoeding van
€ 380,=voor feit 1. Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt, zodat de vordering zal worden toegewezen, inclusief de wettelijke rente vanaf 21 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening. Met betrekking tot de toegekende vordering van voornoemde benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
[Slachtoffer 4]vordert een schadevergoeding van
€ 200,=voor feit 2.
[Slachtoffer 5]vordert een schadevergoeding van
€ 500,=voor feit 4.
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden:
[Slachtoffer 1]van
€ 1.100,=, ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
[Slachtoffer 1](feit 1),
€ 1.100,=te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door
21 dagen hechtenis,met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
[Slachtoffer 2]van
€ 500,=, ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
[Slachtoffer 2] (feit 1), € 500,=te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door
10 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
[Slachtoffer 3]van
€ 380,=, ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
[Slachtoffer 3] (feit 1), € 380,=te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door
7 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
[Slachtoffer 4]van
€ 200,=, ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
[Slachtoffer 4] (feit 2), € 200,=te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door
4 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
[Slachtoffer 5]van
€ 500,=, ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
[Slachtoffer 5](feit 4),
€ 500,=te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door
10 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;