ECLI:NL:RBZWB:2019:4707

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 oktober 2019
Publicatiedatum
25 oktober 2019
Zaaknummer
02-085698-19
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • M. van Bergen
  • A. Goossens
  • J. Gillesse
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en vrijheidsberoving in Oudenbosch

Op 24 oktober 2019 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 21 maart 2019 in Oudenbosch een vrouw heeft verkracht en haar wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd. De verdachte, geboren in 1982 en woonachtig in België, werd beschuldigd van meerdere seksuele handelingen en het gebruik van geweld om het slachtoffer te dwingen tot deze handelingen. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op 10 oktober 2019, waarbij de officieren van justitie hun standpunten hebben gepresenteerd. De tenlastelegging is gewijzigd en de rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging.

De rechtbank heeft de feiten vastgesteld op basis van getuigenverklaringen, forensisch bewijs en de verklaring van de verdachte. De verdachte heeft zijn betrokkenheid ontkend, maar de rechtbank oordeelde dat het slachtoffer consistent en gedetailleerd had verklaard. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan verkrachting en het wederrechtelijk van de vrijheid beroven van het slachtoffer. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar en heeft de vordering van de benadeelde partij, die een schadevergoeding van € 10.938,65 had geëist, volledig toegewezen. De rechtbank heeft ook de wettelijke rente vanaf de datum van het misdrijf opgelegd.

De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de gevolgen voor het slachtoffer en de maatschappelijke impact van het delict. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en heeft geen inzicht gegeven in zijn motieven. De rechtbank heeft de strafmaat bepaald op basis van de LOVS-oriëntatiepunten, maar heeft geconcludeerd dat deze niet recht deed aan de ernst van de feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 24 oktober 2019.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/085698-19
vonnis van de meervoudige kamer van 24 oktober 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats]
wonende te Loenhout (België)
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zuid West, Dordtse Poorten, te Dordrecht
raadslieden mrs. Ruperti en Timorason, advocaten te Amsterdam

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 10 oktober 2019, waarbij de officieren van justitie, mr. Gaillard en mr. Gudde, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat
1.
hij op 21 maart 2019 te Oudenbosch, gemeente Halderberge,
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te weten [naam 1] , heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk door het (telkens)
- ( meermalen) kussen en/of likken en/of betasten en/of strelen van de ontblote borst(en) van die [naam 1] en/of
- ( meermalen) het strelen en/of betasten van de vagina en/of de anus van die [naam 1] , en/of (daarbij) wrijven met zijn vingers(s) tussen en/of langs de schaamlippen van die [naam 1] en/of
- ( meermalen) het duwen en/of bewegen en/of houden van zijn vinger(s) in de vagina en/of anus van die [naam 1] en/of
- ( meermalen) duwen en/of drukken en/of gedrukt houden van zijn (stijve) penis op/tegen de billen en/of tegen de vagina en/of anus van die [naam 1] ,
het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en de bedreiging met geweld en de bedreiging met (een) ander feitelijkhe(i)d(en) hebben bestaan uit (nadat verdachte de woning was binnengetreden)
- het onverhoeds tonen van zijn, verdachtes ontblote geslachtsdeel aan die [naam 1] en/of
- het blokkeren en/of het sluiten van de voordeur met zijn, verdachtes lichaam toen die [naam 1] verdachte uit haar woning wilde duwen en/of die [naam 1] probeerde te vluchten en/of
- het onverhoeds (van achteren) naderen van die [naam 1] en/of haar handboeien te tonen en/of
- het (meermalen) onder controle brengen en/of in het bedwang houden van die [naam 1] door het (meermalen) vastpakken van beide armen en/of polsen, althans het lichaam van die [naam 1] en/of
- het (meermalen) het aanleggen van handboeien bij die [naam 1] en/of het (meermalen) op/tegen/naar de grond brengen van die [naam 1] en/of
- het (onverhoeds) vastbinden /vastknopen van een (thee)doek om het hoofd en/of mond en/of de ogen van die [naam 1] en/of
- het naar beneden trekken van de broek en onderbroek van die [naam 1] en/of (vervolgens) het omhoog trekken/duwen van de trui en/of het losmaken van de BH van die [naam 1] en/of
- het op de buik draaien van die [naam 1] en daarbij de woorden toe te voegen: “heb je weleens anaal gedaan?” en/of
- daarbij een dusdanig bedreigende en/of intimiderende situatie heeft gecreëerd dat die [naam 1] zich daaraan niet kon en/of durfde te onttrekken en/of voorbij is gegaan aan de door die [naam 1] geuite verbale en/of non-verbale tekenen van verzet en/of weerstand en/of daarbij misbruik heeft gemaakt van een psychisch en/of fysiek overwicht, dat
verdachte had op die [naam 1] en/of een bedreigende situatie, in elk geval een situatie waarin die [naam 1] zich niet aan de hiervoor genoemde handeling(en) kon onttrekken, heeft doen ontstaan;
2.
hij op 21 maart 2019 te Oudenbosch, gemeente Halderberge, opzettelijk [naam 1] in haar woning gelegen aan de
[adres] , wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden,
immers heeft hij, verdachte
- de voordeur van de woning direct dichtgedaan en/of
- ( vervolgens) zijn jas over de deurklink van de voordeur gehangen en/of
- de vluchtweg voor die [naam 1] naar de voordeur geblokkeerd en/of
- nadat het die [naam 1] was gelukt de voordeur open te doen, de voordeur wederom dichtgedaan en/of
- die [naam 1] door de woning gevolgd en/of (vervolgens) met geweld die [naam 1] bij haar armen en/of polsen
vastgepakt en/of handboeien om de polsen van die [naam 1] aangelegd en/of
- toen die [naam 1] zich had bevrijd en/of voorts wilde vluchten, die [naam 1] (wederom) vastgepakt en/of de
handboeien (strakker) bij haar polsen omgedaan en/of
- die [naam 1] een (thee)doek om haar hoofd en/of haar mond (vast)gebonden en/of (vast)geknoopt;

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte beide feiten heeft begaan en baseert zich daarbij op de aangifte, het forensisch onderzoek, de getuigenverklaringen, de camerabeelden en de verklaring van verdachte.
De officier van justitie concludeert dat verdachte zijn verklaring meerdere keren heeft bijgesteld, ook nog ter zitting, en dat zijn uiteindelijke verklaring op cruciale punten afwijkt van die van aangeefster. Aangeefster heeft van meet af aan consequent en gedetailleerd verklaard en mede gelet op de overige bewijsmiddelen ziet het openbaar ministerie geen enkele reden om aan haar verklaring te twijfelen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een volledige bewezenverklaring kan komen nu het seksueel binnendringen niet kan worden bewezen.
De verdediging neemt de verklaring van verdachte als uitgangspunt en acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte seksueel is binnengedrongen bij het slachtoffer. De verklaring van verdachte vindt steun in het proces-verbaal van bevindingen op pagina 4 waarin is gerelateerd dat het slachtoffer (kort na het gebeurde) op een vraag van een verbalisant of er seksueel is binnengedrongen, antwoordt dat dit niet het geval is geweest.
Verder vindt zijn verklaring steun in het forensisch bewijs nu uit het rapport van het NFI d.d. 9 april 2019 volgt dat sperma is aangetroffen bij de
ingangvan de anus en vagina en niet ín de anus en vagina. Verdachte dient te worden vrijgesproken van het onderdeel seksueel binnendringen. De verdediging refereert zich voor wat betreft de overige onderdelen van de tenlastelegging aan het oordeel van de rechtbank.
Feit 2 kan wettig en overtuigend worden bewezen te meer nu verdachte heeft bekend dat hij handboeien heeft gebruikt.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feiten 1 en 2
De rechtbank stelt de volgende feitelijke gang van zaken vast.
Op 21 maart 2019 is verdachte naar de woning van [naam 1] te Oudenbosch, gemeente Halderberge, gegaan en heeft daar aangebeld [1] . [naam 1] deed de deur open en zag een man, verdachte, met een pakket in zijn handen die vertelde dat hij een bepaald huisnummer niet kon vinden. [naam 1] heeft op haar telefoon op Google maps gezocht en hem een richting aangewezen. Verdachte is weggegaan en op enig moment teruggekomen bij de woning van [naam 1] met de vraag of hij het pakket bij haar mocht achterlaten [2] . Hij vroeg vervolgens of hij gebruik mocht maken van het toilet en [naam 1] heeft verdachte binnengelaten. Verdachte vroeg ook om een glas water. Toen verdachte uit het toilet kwam hing zijn ontblote geslachtsdeel uit zijn broek, zodat dit zichtbaar was voor [naam 1] [3] [4] . [naam 1] heeft geprobeerd verdachte naar de voordeur te begeleiden en de deur te openen, maar verdachte stond voor haar en zij merkte dat hij niet weg wilde gaan. [naam 1] had de deur al een stukje open, maar verdachte duwde de deur weer dicht [5] . Nadat [naam 1] in de keuken een glas water voor verdachte had gevuld, probeerde zij langs hem heen vanuit de keuken naar de voordeur te rennen [6] . Verdachte is van achteren op haar gesprongen waardoor zij plat op haar buik op de grond terechtkwam [7] . Verdachte heeft [naam 1] toen handboeien omgedaan en haar armen achter op haar rug geboeid [8] [9] . [naam 1] moest op een stoel gaan zitten en op dat moment merkte zij dat één handboei loszat. Toen zij één pols los had, heeft zij nogmaals geprobeerd naar de gang te vluchten. Verdachte heeft haar nogmaals naar de grond gewerkt en nogmaals geboeid en de ene handboei strakker gedaan [10] . [naam 1] lag met haar gezicht naar beneden op de grond achter een stoel in de woonkamer. Verdachte bond vervolgens een doek om haar mond. Hij heeft [naam 1] gedeeltelijk omgedraaid om haar broek en onderbroek naar beneden te trekken waarna zij terug op haar buik is gedraaid. Ook gaf hij haar een kus op haar billen en heeft hij met zijn vingers haar vagina betast en zijn vingers in haar vagina gebracht [11] . Verdachte heeft de trui van [naam 1] zoveel mogelijk omhoog gedaan en heeft geprobeerd haar bh los te maken. Verdachte heeft de ontblote borsten van [naam 1] betast en aan haar tepels gelikt [12] . Verdachte probeerde [naam 1] bij haar billen te penetreren met zijn penis [13] . Ook heeft verdachte met zijn tong aan haar clitoris gelikt [14] . Toen [naam 1] op haar buik lag, heeft verdachte tweemaal zijn vinger in haar anus gebracht [15] . Hij heeft haar ook gevraagd ‘heb je weleens anaal gedaan?’ [16] .
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de feiten 1 en 2 heeft begaan.
De verdediging heeft aangevoerd dat seksueel binnendringen niet kan worden bewezen en dat verdachte van dat gedeelte van de tenlastelegging moet worden vrijgesproken. De verdediging heeft gesteld dat verdachte consistent heeft verklaard dat van seksueel binnendringen geen sprake is geweest. Bovendien wordt zijn verklaring ondersteund door het forensisch bewijs nu enkel sperma bij de ingang van de anus en vagina is aangetroffen en niet erin. Daar komt nog bij dat [naam 1] kort na het gebeurde tegen een verbalisant heeft verklaard dat er niet seksueel is binnengedrongen door verdachte.
De rechtbank volgt dit betoog van de verdediging niet en overweegt als volgt.
[naam 1] heeft consistent en gedetailleerd verklaard over wat haar is overkomen. Verdachte heeft alles behalve consistent verklaard. Hij heeft in eerste instantie volledig ontkend en later, geconfronteerd met bevindingen van het onderzoek, is hij het verhaal van [naam 1] geleidelijk aan steeds meer gaan bevestigen. Dat maakt dat de rechtbank geen enkele twijfel heeft aan het verhaal van [naam 1] . Zij heeft meteen verklaard dat verdachte met zijn vingers bij haar is binnengedrongen. Dat zij in een eerste contact met een verbalisant ontkennend heeft geantwoord op de vraag of seksueel is binnengedrongen, kan naar het oordeel van de rechtbank komen doordat zij dacht dat de verbalisant doelde op het binnendringen met de penis. Tegen getuige [naam 2] heeft [naam 1] immers op de vraag of zij verkracht was (ook) geantwoord dat dit niet het geval was. Zij legde dit nader uit door te verklaren dat ‘het’ niet gelukt was, omdat verdachte had geprobeerd ‘zijn lul erin te doen’ maar dat dit niet lukte. Daaruit blijkt dat [naam 1] als leek niet de precieze juridische betekenis van seksueel binnendringen voor ogen heeft gehad. De rechtbank volgt [naam 1] in haar verklaringen ten aanzien van de feitelijke handelingen van verdachte en leidt daaruit af dat verdachte seksueel bij [naam 1] is binnengedrongen (met de vingers). De rechtbank acht de tenlastelegging op dit punt dus wettig en overtuigend bewezen.
Het verweer van de verdediging dat van seksueel binnendringen geen sprake kan zijn nu forensisch onderzoek heeft uitgewezen dat er geen sperma ín de vagina of anus is aangetroffen, gaat niet op. Het duwen van vingers tussen de schaamlippen of in de vagina of anus levert immers ook seksueel binnendringen op. De rechtbank merkt ten overvloede op dat seksueel binnendringen met de penis in dit geval niet relevant is nu deze specifieke handeling niet is tenlastegelegd.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
op 21 maart 2019 te Oudenbosch, gemeente Halderberge,
door geweld en andere feitelijkheden [naam 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk door het
- likken en betasten van de ontblote borsten van die [naam 1] en
- het strelen en/of betasten van de vagina en de anus van die [naam 1] , en wrijven met zijn
vingers tussen en langs de schaamlippen van die [naam 1] en
- ( meermalen) het duwen van zijn vingers in de vagina en anus van die [naam 1] en
- duwen en drukken en gedrukt houden van zijn penis op/tegen de billen en anus van die [naam 1] ,
waarbijhet geweld en andere feitelijkheden hebben bestaan uit (nadat verdachte de woning was binnengetreden)
- het onverhoeds tonen van zijn, verdachtes ontblote geslachtsdeel aan die [naam 1] en/of
- het blokkeren en het sluiten van de voordeur met zijn lichaam toen die [naam 1] verdachte uit haar woning wilde duwen en die [naam 1] probeerde te vluchten en/of
- het onverhoeds (van achteren) naderen van die [naam 1] en/of
- het onder controle brengen en in bedwang houden van die [naam 1] door het (meermalen) vastpakken van beide armen en/of polsen en/of
- het (meermalen) aanleggen van handboeien bij die [naam 1] en het (meermalen) naar de grond brengen van die [naam 1] en/of
- het (onverhoeds) vastknopen van een doek om het hoofd en
demond van die
[naam 1] en/of
- het naar beneden trekken van de broek en onderbroek van die [naam 1] en het omhoog
trekken/duwen van de trui van die [naam 1] en/of
- het op de buik draaien van die [naam 1] en daarbij de woorden toe te voegen: “heb je weleens anaal gedaan?” en/of
-
hetdaarbij
creëren vaneen dusdanig bedreigende en intimiderende situatie dat die [naam 1] zich daaraan niet kon en durfde te onttrekken en
hetvoorbijgaan aan de door die [naam 1] geuite non-verbale tekenen van weerstand en
hetdaarbij misbruik
makenvan een psychisch en fysiek overwicht dat verdachte had op die [naam 1] ;
2.
op 21 maart 2019 te Oudenbosch, gemeente Halderberge, opzettelijk [naam 1] in haar woning gelegen aan de [adres] , wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden,
immers heeft hij, verdachte
- de voordeur van de woning direct dichtgedaan en
- de vluchtweg voor die [naam 1] naar de voordeur geblokkeerd en
- nadat het die [naam 1] was gelukt de voordeur open te doen, de voordeur wederom dichtgedaan en
- die [naam 1] door de woning gevolgd en met geweld die [naam 1] bij haar armen en/of polsen vastgepakt en handboeien om de polsen van die [naam 1] aangelegd en
- toen die [naam 1] zich had bevrijd en/of voorts wilde vluchten, die [naam 1] (wederom) vastgepakt en/of de handboeien (strakker) bij haar polsen omgedaan.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 5 jaar, met aftrek van voorarrest.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair verzocht om aanhouding van de zaak omdat de beschikbare rapportage onvoldoende informatie over verdachte zou bevatten om te kunnen beoordelen wat een passende straf dan wel maatregel is. De verdediging erkent dat de reden van het tekort aan informatie onder andere is gelegen in het feit dat verdachte tot dusverre niet heeft kunnen of willen verklaren over wat hem tot zijn daden heeft bewogen en dat hij dat in een veilige setting alsnog wil doen zodat uiteindelijk een beter zicht komt op de beweegredenen van verdachte.
De verdediging heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat verdachte behandeld wil én moet worden. Een deels voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden zou daarom passend en geboden zijn, eventueel met een langere proeftijd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Heropening van het onderzoek
De rechtbank heeft geconstateerd dat verdachte ook ter zitting geen enkel inzicht heeft gegeven in de aanleiding van het tenlastegelegde en dat hij alle schuld en aanleiding buiten zichzelf blijft plaatsen. Dat verdachte in geval van schorsing van het onderzoek alsnog openheid van zaken zal geven is onvoldoende waarschijnlijk om toewijzing van het verzoek te rechtvaardigen. Verdachte is immers diverse malen verhoord door de politie en is daarnaast gehoord in het kader van zijn voorlopige hechtenis. Op de zitting van 18 juli 2019 is aangekondigd dat verdachte ter zitting van 10 oktober 2019 een volledige verklaring zou afleggen. Daarbij komt dat het aanhoudingsverzoek pas daags voor de zitting aan de rechtbank is aangekondigd terwijl het beschikbare psychologisch rapport al dateert van 17 juli 2019. Ook het belang van het slachtoffer en het algemeen belang bij een voortvarende afdoening van de strafzaak staan aan toewijzing van het verzoek in de weg.
Gelet op het bovenstaande ziet de rechtbank geen reden tot heropening van het onderzoek voor nader psychisch onderzoek van verdachte, zoals door de verdediging is verzocht.
De gedragingen van verdachte
Verdachte heeft volkomen onverwacht een voor hem onbekende jonge vrouw in haar eigen huis van haar vrijheid beroofd en vervolgens verkracht.
Terwijl het slachtoffer in haar ouderlijk huis op klaarlichte dag alleen thuis was belde verdachte aan om zich met een beroep op haar hulpvaardigheid naar binnen te praten. Verdachte heeft, toen hij na de eerste keer aanbellen kennelijk enig vertrouwen had gewekt door weer te vertrekken, met een pakje in de hand als ware hij bezorger, voor een tweede keer aangebeld met het verzoek of hij van het toilet gebruik mocht maken.
Toen het slachtoffer daar met enige aarzeling toestemming voor had gegeven is verdachte naar het toilet gegaan en vervolgens – na enige tijd – met ontbloot geslachtsdeel weer uitgekomen. Hij heeft, toen het slachtoffer haar eigen huis uit probeerde te vluchten, haar de toegang versperd. Verdachte heeft het slachtoffer naar de grond gewerkt, met handboeien geboeid, een doek in haar mond gestopt en haar vervolgens geruime tijd misbruikt. Het slachtoffer heeft na haar aanvankelijk maar zinloos gebleken verzet, verstijfd van angst verdachte zijn gang moeten laten gaan. Toen verdachte eenmaal was vertrokken, is het slachtoffer volledig overstuur het huis uit gevlucht. Zij probeerde een vriendin in de buurt te bereiken, maar werd onderweg opgevangen door buurtbewoners die zagen dat zij erg overstuur was.
De gevolgen voor het slachtoffer
Een verkrachting betekent per definitie een ernstige, grove aantasting van de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. In zijn algemeenheid is verkrachting een schokkende, ingrijpende en beangstigende gebeurtenis die vaak langdurig fysieke, psychische en emotionele gevolgen heeft voor het slachtoffer. Uit de verklaring van het slachtoffer ter zitting blijkt dat zij emotioneel en psychisch zwaar getroffen is. Zij omschrijft haar emoties als een steeds aanwezige tijdbom die op willekeurige momenten explodeert. Daarnaast is haar vertrouwen in de medemens zodanig ernstig geschaad dat zij behalve haar naasten niemand meer durft te vertrouwen. Verdachte heeft het misdrijf gepleegd op een plaats waar iemand zich bij uitstek veilig moet voelen, namelijk het ouderlijk huis van het slachtoffer. Ook die omstandigheid tast het gevoel van veiligheid, een menselijke basisbehoefte, aan.
De gevolgen voor de maatschappij
Verdachte was niet bekend in Oudenbosch en het lijkt erop dat hij het slachtoffer volkomen willekeurig heeft uitgekozen. De negatieve impact straalt als gevolg daarvan ook uit naar de gemeenschap die het signaal ontvangt dat men zelfs in eigen huis niet veilig is. De schade die verdachte heeft aangericht door misbruik te maken van de behulpzaamheid en medemenselijkheid van een ander strekt daarmee verder dan het slachtoffer alleen. Het gevaar bestaat dat ook mensen die echt hulp behoeven en een beroep doen op een medemens, die hulp als gevolg van het plegen dit soort feiten niet of minder makkelijk krijgen. Ook de aantasting van die kwaliteit van de samenleving is mede het gevolg van het handelen van verdachte.
De houding van verdachte
Verdachte heeft tot dusverre geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daad. Nadat hij (via het televisieprogramma Opsporing Verzocht) wist dat hij werd gezocht heeft hij zich niet gemeld. Zijn verklaring ter zitting dat hij pas na zijn arrestatie tot het besef is gekomen dat er iets heel ergs is gebeurd en dat hij van meet af aan overal aan mee heeft willen werken komt de rechtbank alles behalve oprecht voor.
Verdachte heeft nadat hij is gearresteerd aanvankelijk namelijk elke betrokkenheid ontkend, vervolgens verklaard dat het slachtoffer min of meer heeft ingestemd en vervolgens zijn verklaring stukje bij beetje bijgesteld. Zo heeft hij pas op de inhoudelijke zitting verklaard dat hij het slachtoffer op de rug met handboeien heeft geboeid. Voor wat betreft de aanleiding blijft verdachte verbaal draaien en keren en geeft hij in het geheel geen openheid van zaken. Zo heeft hij nog steeds geen geloofwaardige verklaring gegeven waarom hij, toen hij de eerste keer aanbelde, aan het slachtoffer naar een niet bestaand adres heeft gevraagd.
Hoewel verdachte heeft erkend dat hij een ernstig misdrijf heeft gepleegd blijft hij de schuld buiten zichzelf plaatsen. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat de daad niets voor hem is en dat zwarte magie, waarvan zijn recent naar Nederland gekomen tante gebruik zou hebben gemaakt, heel goed een oorzaak van zijn handelen kan zijn geweest. Voor wat betreft de gevolgen voor zijn daad maakt verdachte zich met name zorgen over de gevolgen van zijn detentie voor zijn gezin.
Rapportages
Er is een reclasseringsrapport over verdachte opgesteld waarin bij veroordeling wordt geadviseerd tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Tevens is verdachte psychologisch onderzocht door dr. A. van der Donk, psycholoog, waarvan de bevindingen zijn vastgelegd in het rapport van 17 juli 2019. In dit rapport heeft de psycholoog geconcludeerd dat geen sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens of van een gebrekkige ontwikkeling van die geestvermogens. Gelet daarop kan geen sprake zijn van een vermindering van de toerekeningsvatbaarheid, aldus de psycholoog. De rechtbank neemt de bevindingen en conclusies van de psycholoog over. Uit het rapport blijkt overigens ook dat verdachte nauwelijks inzicht heeft willen geven in de onderliggende dynamiek van zijn misdrijven.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte waar geen relevante recidive uit blijkt. De rechtbank neemt dat in noch strafverminderende noch in strafverzwarende zin mee bij het bepalen van de straf.
LOVS
Tot slot betrekt de rechtbank bij het bepalen van de strafmaat de LOVS-oriëntatiepunten. Als oriëntatiepunt voor strafoplegging geldt voor verkrachting een gevangenisstraf van 24 maanden. Voor vrijheidsberoving bestaan geen oriëntatiepunten.
Conclusie
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en in samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat het oriëntatiepunt voor verkrachting absoluut geen recht doet aan de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten. De wijze waarop het feit is gepleegd en de ernstige gevolgen daarvan voor het slachtoffer, maar ook de gevolgen voor de maatschappij zoals hiervoor overwogen, alsmede het feit dat verdachte nagenoeg geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen, maken dat de rechtbank van oordeel is dat een gevangenisstraf voor een substantieel langere duur op zijn plaats is. Uit het vorenstaande volgt ook dat niet kan worden volstaan met een andere soort straf of kortere gevangenisstraf.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij
[naam 1]vordert een schadevergoeding van € 10.938,65.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde schadevergoeding in zijn geheel kan worden toegewezen.
De verdediging heeft het gevorderde bedrag aan materiële schade niet betwist. Het bedrag aan immateriële schade moet naar de mening van de verdediging worden gematigd tot een bedrag van maximaal € 8.000,-.
De rechtbank is van oordeel dat het hele gevorderde bedrag aan schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezenverklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde is voldoende aannemelijk gemaakt, zodat de vordering zal worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Met betrekking tot de toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 57, 242 en 282 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
feit 1:verkrachting;
feit 2:opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven of beroofd houden;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 5 jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 1] van € 10.938,65 waarvan € 938,65 ter zake van materiële schade en € 10.000,- ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2019 tot de dag van algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam 1] , € 10.938,65 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 89 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 21 maart 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Bergen, voorzitter, mr. Goossens en mr. Gillesse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Rooijen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 24 oktober 2019.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal met dossiernummer ZBRBC 19034 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 604.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , pagina 19.
3.De verklaring van verdachte ter zitting van 10 oktober 2019.
4.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , pagina 19.
5.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , pagina 25.
6.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , pagina 26.
7.De verklaring van verdachte ter zitting van 10 oktober 2019.
8.De verklaring van verdachte ter zitting van 10 oktober 2019.
9.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , pagina 26.
10.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , pagina 19 en 27.
11.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , pagina 20, 27 en 28.
12.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , pagina 20.
13.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , pagina 20.
14.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , pagina 20, 27 en 28.
15.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , pagina 28.
16.Het proces-verbaal informatief gesprek zeden, pagina 12.