Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] ,
de heffingsambtenaar van de gemeente Loon op Zand,
Ontstaan en loop van het geding
Feiten
Geschil
Beoordeling van het geschil
dezelfdebelastingplichtige. Dit blijkt ook uit artikel 24, derde lid, van de Wet WOZ, waarin staat aan wie de WOZ-beschikking wordt gestuurd. Twee onroerende zaken die samen één geheel vormen, maar waarbij er sprake is van verschillende zakelijk gerechtigden, kunnen niet één WOZ-object vormen.
“Voor de heffing van onroerend-goedbelasting wegens genot krachtens zakelijk recht kan een geheel als het onderhavige slechts dan als één onroerend goed in de door het Hof bedoelde zin worden aangemerkt indien met betrekking tot alle samenstellende delen sprake is van dezelfde zakelijk gerechtigde(n).”.
Proceskosten
Beslissing
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: