[eiser] vordert bij wege van voorlopige voorziening, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
Primair:
I. [gedaagde] te veroordelen:
A. binnen twee dagen na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 5000,- per dag voor elke dag na betekening van het vonnis dat [gedaagde] in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen met een maximum van € 120.000,-, de vigerende arbeidsovereenkomst tussen partijen op te zeggen met inachtneming van de rechtsgeldige opzegtermijn van maximaal 3 maanden onder toekenning van een transitievergoeding van € 81.000,- bruto;
B. tot betaling van de transitievergoeding van € 81.000,- bruto aan [eiser] binnen 1 maand nadat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd;
C. binnen 2 dagen na betaling van de transitievergoeding aan [eiser] over te gaan tot verstrekking van een schriftelijke en deugdelijke bruto-netto specificatie over het bedrag onder B op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 5.000,- per dag voor elk dag na betekening van het vonnis dat [gedaagde] in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen met een maximum van € 120.000,-;
D. tot betaling van de wettelijke rente over het onder B gevorderde vanaf de dag dat deze bedragen verschuldigd zijn tot aan de dag der algehele voldoening;
E. tot betaling van een maandelijkse compensatie van het privégebruik van de ter beschikking gestelde auto ten bedrage van € 378,57 netto tot het dienstverband rechtsgeldig is beëindigd.
F. bij voorlopige voorziening, totdat in een bodemprocedure daar een oordeel over is gegeven, te bepalen dat [eiser] vanaf 31 mei 2018 op gebruikelijke wijze vakantiedagen opbouwt;
G. tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.917,85 inclusief btw;
II. een en ander met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure, een bijdrage in de kosten van de gemachtigde van [eiser] daaronder begrepen, met inbegrip van de nakosten, vermeerder met de wettelijke rente vanaf het tijdstip dat [gedaagde] in verzuim is deze kosten te voldoen.
Subsidiair:
III. [gedaagde] veroordelen:
H. binnen 2 dagen na betekening van het vonnis tot betaling van een schadevergoeding ex artikel 7:611 BW ten bedrage van € 81.000,- bruto;
I. binnen 2 dagen na betaling van de transitievergoeding aan [eiser] over te gaan tot verstrekking van een schriftelijke deugdelijke bruto/netto specificatie over het bedrag onder H op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 5.000,- per dag voor elk dag na betekening van het vonnis dat [gedaagde] in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen met een maximum van € 120.000,-;
J. tot betaling van de wettelijke rente over het onder H gevorderde vanaf de dag dat deze bedragen verschuldigd zijn tot aan de dag der algehele voldoening
K. tot betaling van een maandelijkse compensatie van het privégebruik van de ter beschikking gestelde auto ten bedrage van € 378,57 netto tot het dienstverband rechtsgeldig is beëindigd.
L. bij voorlopige voorziening, totdat in een bodemprocedure daar een oordeel over is gegeven, te bepalen dat [eiser] vanaf 31 mei 2018 op gebruikelijke wijze vakantiedagen opbouwt;
M. tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.917,85 inclusief btw;
IV. een en ander met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure, een bijdrage in de kosten van de gemachtigde van [eiser] daaronder begrepen, met inbegrip van de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het tijdstip dat [gedaagde] in verzuim is deze kosten te voldoen.