In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 september 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot echtscheiding. De verzoekster, een vrouw die in Nederland verblijft, heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken van haar man, met wie zij volgens haar een traditioneel huwelijk heeft gesloten in Guinee. De vrouw heeft echter geen huwelijksakte kunnen overleggen, omdat het huwelijk niet is gesloten ten overstaan van een ambtenaar, wat volgens het Guineese recht vereist is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw weliswaar als gehuwd is geregistreerd in de Basisregistratie Personen (BRP), maar dat deze registratie niet betekent dat het huwelijk ook in Nederland wordt erkend. De rechtbank heeft de rechtsgeldigheid van het huwelijk getoetst aan de eisen van het Guineese recht en geconcludeerd dat het huwelijk niet rechtsgeldig is gesloten, omdat het niet aan de wettelijke vereisten voldeed. Hierdoor kon de rechtbank niet toekomen aan het verzoek tot echtscheiding. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.