* dat verdachte zich gedurende een door de reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) zal melden, zo lang en zo frequent als de reclassering noodzakelijk acht;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, voor zijn impulsiviteit, beïnvloedbaarheid, naïviteit, het verstevigen van zijn zelfvertrouwen en het maken van verkeerde keuzes onder behandeling zal stellen van een forensisch ambulante polikliniek in de omgeving waar hij na zijn detentie terechtkomt, te bepalen door de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener voor de behandeling geeft, ook als dit inhoudt het meewerken aan een
IQ-test en/of een persoonlijkheidsonderzoek;
* dat verdachte gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang ergens in Nederland met uitsluitsel van Amsterdam en de directe omgeving en Goes, te bepalen door de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de huisregels en het (dag-) programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld;
* dat verdachte gedurende de proeftijd op vooraf met de reclassering vastgestelde tijdstippen aanwezig zal zijn op zijn verblijfadres, waarvoor de reclassering toestemming heeft gegeven, en mee zal werken aan elektronische controle hierop. De tijdstippen zijn afhankelijk van de dagbesteding. Op doordeweekse dagen heeft verdachte een aaneengesloten blok van 12 uur, dat hij niet op het verblijfadres hoeft te zijn. Zonder dagbesteding is dat twee uur. In de weekenden heeft verdachte een aaneengesloten blok van vier uur per dag vrij te besteden. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering de genoemde bloktijden veranderen. Daarnaast zal verdachte niet naar het buitenland gaan zonder toestemming van de reclassering;
* dat verdachte de reclassering inzicht zal geven in zijn financiële situatie en zijn sociale netwerk;
* dat verdachte zich zal inspannen voor het zoeken en behouden van zinvolle dagbesteding. Wanneer dagbesteding door omstandigheden niet meer aan de orde is, heeft hij de verplichting dit te melden aan de reclassering. Zijn dagbesteding mag zijn behandeling niet in de weg staan;
* dat verdachte toestemming zal geven aan de reclassering voor het onderhouden van contact met zijn moeder en/of vader, zodat zij op de hoogte zijn van de gedragingen van hun zoon. Ook kunnen zij het bij de reclassering melden als zij gedragsverandering, zoals vermijdend gedrag, bij hem signaleren;
* dat verdachte, als blijkt dat sprake is van problematisch drugsgebruik, zich hiervoor zal laten behandelen bij een (forensische) zorginstelling met expertise van middelenproblematiek, een en ander ter beoordeling van de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
* dat verdachte zal meewerken aan gesprekken met een adoptie-agent van de politie, zowel op het politiebureau als tijdens huisbezoeken. Dit betreft een onderdeel van de HIT aanpak, de persoonsgebonden aanpak van HIC delictplegers;
* dat verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag slachtoffer] 1979 te Middelburg, wonende te [adres] zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;