ECLI:NL:RBZWB:2019:349
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Raadkamer
- mr. Van Kralingen
- mr. Hoekstra
- mr. Van Riet
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen gedragsaanwijzing gegrond verklaard wegens strijd met goede procesorde
Op 30 januari 2019 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin een beroep werd ingesteld tegen een opgelegde gedragsaanwijzing. Deze gedragsaanwijzing was op 7 januari 2019 door de officier van justitie opgelegd aan de verdachte, met als doel ernstige overlast te beëindigen. De gedragsaanwijzing verbood de verdachte zich in een bepaald gebied te bevinden en contact te hebben met specifieke personen. De verdediging voerde aan dat de gedragsaanwijzing niet voldeed aan de wettelijke eisen, omdat het niet duidelijk was van welk strafbaar feit sprake was. Bovendien had de verdediging geen toegang tot het procesdossier, wat hen verhinderde om de ernst van de beschuldigingen te beoordelen.
De rechtbank oordeelde dat het procesdossier niet tijdig was overgelegd door het Openbaar Ministerie, ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank. Hierdoor was het voor de rechtbank niet mogelijk om een weloverwogen beslissing te nemen. De rechtbank besloot het procesdossier buiten beschouwing te laten, omdat dit in strijd was met de beginselen van een goede procesorde. Op basis van de beschikbare stukken kon de rechtbank niet concluderen dat er ernstige bezwaren tegen de verdachte bestonden.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep gegrond en vernietigde de gedragsaanwijzing, waarmee de verdachte in het gelijk werd gesteld. Deze uitspraak benadrukt het belang van een goede procesorde en de noodzaak voor het Openbaar Ministerie om tijdig relevante stukken te overleggen.