ECLI:NL:RBZWB:2019:3473
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Oomes
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor vakantie naar Thailand en afgifte paspoort minderjarige
In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, vervangende toestemming gevraagd voor het uitreizen van haar minderjarige kind naar Thailand, samen met haar zusje en partner, van 30 juli 2019 tot 15 augustus 2019. De man, gedaagde, heeft aanvankelijk toestemming verleend, maar deze later ingetrokken. De vrouw heeft de voorzieningenrechter verzocht om toestemming te verlenen, omdat de man vreest dat de vrouw met het kind in Thailand zal blijven. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, gezien het belang van de minderjarige en de persoonlijke levenssfeer van partijen. De vrouw heeft haar verzoek onderbouwd met reisdocumenten en de voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen reële veiligheidsrisico's zijn voor het kind in Thailand. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van het kind is om op vakantie te gaan en heeft de vordering van de vrouw toegewezen. Daarnaast heeft de vrouw ook verzocht om afgifte van het paspoort van het kind, dat momenteel in het bezit is van de man. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de man het paspoort moet afgeven op het moment dat hij het kind aan de vrouw overhandigt, maar uiterlijk op 29 juli 2019. Indien de man dit niet doet, verbeurt hij een dwangsom van € 500,-. Tevens is vervangende toestemming verleend voor het aanvragen van een (nood)paspoort voor het kind, mocht de man weigeren het huidige paspoort af te geven.