Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
[bedrijf 6] . (per 22-01-2009) en/of
F/ 2529, F/2530), volgens factuuropdruk(ken) (telkens) afkomstig van [bedrijf 10] en (telkens) gericht aan [bedrijf 1] , en/of
- maanden september 2006 tot en met december 2006, (bijlagen B0081-aa) (blz. 5388 en/of
- maanden januari 2007 tot en met december 2007, (bijlagen B-0081-a 1/4) en/of
- maanden januari 2008 tot en met december 2008, (bijlagen B-0081-a 2/4) (blz. 5389) en/of
- maanden januari 2008 tot en met december 2009, (bijlagen B-0081-a 3/4) (blz. 5390 en/of
- maanden januari 2010 tot en met oktober 2010, (bijlagen B-0081-a 4/4) (blz. 5391)
- een (totaal)bedrag groot (circa) euro 2.630.700,--, althans enig(e) geldbedrag(en), over te boeken en/of te laten overboeken naar en/of te ontvangen op de/een (Duitse) bankrekening ( [rekeningnummer 6] ) ten name gesteld van, althans in gebruik bij [bedrijf 19] en/of
- een (totaal)bedrag groot (circa) euro 59.500,--, althans enig(e) geldbedrag(en), over te boeken en/of te laten overboeken naar en/of te ontvangen op de/een (Duitse) bankrekening ( [rekeningnummer 7] ) ten name gesteld van [bedrijf 2] , (45590-15-OPV-1, 6-OPV-1, AH 146e, D-085).
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
Inkoopfacturen ten name van [bedrijf 11]
Inkoopfacturen ten name van [bedrijf 3]
Inkoopfacturen ten name van [bedrijf 12]
. [41] De verklaringen die [naam 3] en [naam 15] hierover hebben afgelegd, worden hierna onder 4.3.3 weergegeven.
Inkoopfacturen ten name van [bedrijf 23]
. [57] De verklaringen die [naam 3] en [naam 15] hierover hebben afgelegd, worden hierna onder 4.3.3 weergegeven.
Inkoopfacturen ten name van [bedrijf 13]
Inkoopfacturen ten name van [bedrijf 14]
Inkoopfacturen ten name van [bedrijf 16]
€ 632 . 197,06. [78] [verdachte] heeft deze BTW als voorbelasting opgegeven in zijn aangiften omzetbelasting van juli 2009 tot en met december 2009. [79]
- vanaf 26-09-2007 tot 17-04 -2009 [naam 17] .
- vanaf 17-04-2009 tot 10-09-2009 [bedrijf 17] .
Inkoopfacturen ten name van [bedrijf 15]
Inkoopfacturen ten name van [bedrijf 9]
Inkoopfacturen ten name van [bedrijf 10]
Dit is [verdachte] . [verdachte] had telefonisch met ons contact, ook met mij, om te vragen of wij bepaalde voertuigen hadden, hij bestelde ook deze voertuigen. [verdachte] heeft bijvoorbeeld nieuwe C-klasse Mercedessen gekocht, ongeveer 20 stuks. Hij kocht deze voertuigen niet zelf maar voor anderen. Hij gaf aan welke firma de voertuigen af kwam halen en op welke firma deze voertuigen gefactureerd moesten worden. Waar deze voertuigen later naartoe gingen, werd later doorgegeven. [verdachte] heeft zelf de auto's uitgezocht."
De leidinggevende rol van [verdachte] blijkt hieruit dat onder andere [naam 3] en [naam 4] op zijn verzoek handelden. Datzelfde geldt voor derden, die niet als deelnemer vermeld staan op de tenlastelegging, maar die wel in opdracht van [verdachte] auto’s in Duitsland ophaalden , zoals bijvoorbeeld [naam 20] , [naam 13] en [naam 19] .
De samenwerking met [verdachte] werd hiervoor al omschreven . Ook met [naam 3] , [naam 17] . en [naam 4] werkte [naam 1] samen. Uit die samenwerking komt ook direct zijn leidinggevende rol naar voren; zo instrueerde hij [naam 17] . , maar ook [naam 3] en [naam 4] , over het doen van betalingen namens ploffers aan Duitse bedrijven en zijn er bedrijven op zijn verzoek op naam gezet door [naam 3] en [naam 4] . Ook derden, wiens namen niet terug komen op de tenlastelegging, handelden in zijn opdracht; [naam 21] werd op zijn verzoek betrokken bij [bedrijf 15] , [naam 18] maakte bedragen over namens [bedrijf 17] en [naam 20] haalde op verzoek van [naam 1] wel eens auto’s op in Duitsland.
[naam 17] . heeft binnen de organisatie samengewerkt met [naam 3] , [naam 1] , [verdachte] en [naam 4] . Voor [naam 3] en [naam 1] tekende hij volmachten namens [bedrijf 14] . Daarnaast gaf [naam 1] aan hem door welke betalingen verricht moesten worden via [bedrijf 17] . [naam 3] heeft met zijn hulp een andere ploffer, [bedrijf 15] opgericht, voor welk bedrijf hij volgens [naam 3] ook de administratie deed. In verband met [bedrijf 15] heeft [naam 17] . ook met [naam 4] samengewerkt; in zijn bijzijn tekende zij de stukken voor de BV bij de notaris. Van [verdachte] ontving [naam 17] . de betalingen, die hij moest doorbetalen.
doenverwerken, een groot aantal valse inkoopfacturen, waaronder
- maanden
- maanden januari 2007 tot en met december 2007, en
- maanden januari 2008 tot en met december 2008, en
- maanden januari 200
- maanden januari 2010 tot en met oktober 2010,
daarvangebruik gemaakt, terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders wisten dat die geldbedrag(en), geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, door:
,-- en
- een totaalbedrag groot euro 2.630.700,-- te laten overboeken naar de Duitse bankrekening [rekeningnummer 6] ten name gesteld van [bedrijf 19] en
- een totaalbedrag groot euro 59.500,-- te laten overboeken naar de Duitse bankrekening [rekeningnummer 7] ten name gesteld van [bedrijf 2] .
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
verklaart de dagvaarding nietigvoor zover deze betrekking heeft op de onder feit 1 vermelde zinsnede “en/of een of meer (andere) natuurlijke perso(o)n(en) en/of (rechts)perso(o)n(en)”;
- verklaart dat het onder feit 4 sub A bewezen verklaarde geen strafbaar feit is en
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 30 maanden;