Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 december 2018 en de daarin genoemde processtukken;
- het proces-verbaal van comparitie van 2 april 2019 en de daarin genoemde akte indiening productie van [eiser] (het deskundigenrapport van Brand Technisch Bureau Nederland B.V.);
- de akte na comparitie van de Veiligheidsregio, met één productie;
- de akte uitlating productie van [eiser] .
2.De feiten
De oorzaak van de 2e brand kan restvuur betreffen van de 1e brand. Meer waarschijnlijk is brandstichting door onbekenden.”
- De tweede brand is in of in de directe omgeving van een hang- legkast in de logeerkamer [de slaapkamer] van het appartement ontstaan (paragraaf 5.1, onder IV);
- De tweede brand kan uitsluitend zijn ontstaan door achtergebleven vuur van de eerste brand (paragraaf 5.1 onder V);
- In de logeerkamer [de slaapkamer] is niet of nauwelijks geblust (paragraaf 4.1.1, onderaan).
3.Het geschil
- te bepalen dat de Veiligheidsregio aansprakelijk is voor de schade die is ontstaan door de (tweede) brand op 7 juli 2017 op het adres [adres] ;
- de Veiligheidsregio te veroordelen om aan [eiser] € 201.494,96 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2017 tot de dag van algehele betaling;
- de Veiligheidsregio te veroordelen om aan [eiser] de gemaakte expertisekosten van € 2.994,75 en buitengerechtelijke kosten van € 181,50 te betalen;
- met veroordeling van de Veiligheidsregio in de proceskosten.
4.De beoordeling
dater opnieuw brand is ontstaan, betekent immers niet noodzakelijk dat de brandweer ook een fout heeft gemaakt. Daarvoor is nodig dat de brandweer een concreet verwijt gemaakt kan worden dat zij niet heeft gehandeld zoals een redelijk bekwame en redelijk handelende brandweereenheid had behoren doen. Hierboven is echter geoordeeld dat dit niet vast is komen te staan. Het vaststellen van de oorzaak van de brand is wel van belang voor het causaal verband tussen de gedraging en schade, maar nu er geen onrechtmatig handelen is vast komen te staan, komt de rechtbank daar niet aan toe.
6.005,00(2,5 punten × tarief € 2.402,00)