ECLI:NL:RBZWB:2019:2410
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- mr. Dekker
- mr. Feraaune
- mr. Fleskens
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de TBS-maatregel voor de duur van twee jaar
Op 29 mei 2019 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1984, die momenteel verblijft in de TBS-kliniek FPC dr. S. van Mesdag te Groningen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de TBS met twee jaar beoordeeld. De terbeschikkinggestelde is eerder veroordeeld voor doodslag van een 8-jarige jongen en heeft sinds 24 mei 2015 een TBS-maatregel opgelegd gekregen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de TBS-maatregel noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen, gezien de hoge kans op recidive indien de maatregel zou worden beëindigd.
Tijdens de zitting zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder de behandelcoördinator en psychologen, die hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde vooruitgang heeft geboekt in zijn behandeling, maar dat er nog steeds een hoog risico op recidive bestaat. De rechtbank heeft ook de standpunten van de verdediging en de officier van justitie gehoord. De verdediging pleitte voor een verlenging van één jaar, terwijl de officier van justitie een verlenging van twee jaar vorderde.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat, gezien de blijvende kwetsbaarheid van de terbeschikkinggestelde en de noodzaak voor een gestructureerde behandeling, de TBS-maatregel met twee jaar moet worden verlengd. De rechtbank benadrukte het belang van zorgvuldigheid in deze zaak, gezien de impact op de maatschappij en de betrokken partijen. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.