ECLI:NL:RBZWB:2019:239

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 januari 2019
Publicatiedatum
24 januari 2019
Zaaknummer
02-800061-18
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • M. Fleskens
  • A. Breeman
  • J. Bogaert
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel door uitbuiting via prostitutie van minderjarigen en vervaardiging van kinderporno

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 januari 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel door uitbuiting van twee minderjarige meisjes, [Slachtoffer 1] en [Slachtoffer 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het werven, vervoeren en overbrengen van [Slachtoffer 2], die op het moment van de feiten 16 jaar oud was, met het oogmerk van uitbuiting. De verdachte heeft [Slachtoffer 2] gedwongen om seksuele handelingen te verrichten voor geld, waarbij hij en zijn medeverdachte [Medeverdachte] opzettelijk voordeel hebben getrokken uit deze handelingen. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen, verspreiden en openlijk tentoonstellen van kinderporno door foto's van [Slachtoffer 2] te maken en deze op sekssites te plaatsen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen met betrekking tot [Slachtoffer 1], omdat niet overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte wetenschap had van de dwang die op haar werd uitgeoefend. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft ook de benadeelde partij [Slachtoffer 1] niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte vrijgesproken is van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/800061-18
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 januari 2019
in de strafzaak tegen
[Verdachte]
geboren op [geboortedag] 1984 te [Geboorteplaats]
wonende te [Adres]
raadsman mr. B. van Riel, advocaat te Breda

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 13 november 2018 en 9 januari 2019, gelijktijdig maar niet gevoegd met de zaak tegen de medeverdachte [Medeverdachte] (parketnummer 02/820470-17). Daarbij hebben de officier van justitie, mr. Van Dorst, en de verdediging hun standpunten kenbaar gemaakt. De sluiting van het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 januari 2019.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 13 oktober 2014 tot en met 03 november 2014 te Breda, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een ander, te weten [Slachtoffer 1]
(lid 1, onder 1°)
door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [Slachtoffer 1] ,
en/of
(lid 1, onder 4°)
(telkens) met één of meerdere van de onder 1° van dit artikel genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie die [Slachtoffer 1] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten en/of de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [Slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en/of
(lid 1, onder 6°)
waarbij hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de uitbuiting van die [Slachtoffer 1] ,
en/of
(lid 1, onder 9°)
(telkens) met één of meerdere van de onder 1° genoemde middelen, te weten door dwang -en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie die [Slachtoffer 1] heeft/hebben bewogen hem, verdachte en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde,
bestaande die enige handeling(en) hieruit dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- via de internetsite " [Internetsite] " contact gezocht met die [Slachtoffer 1] en/of
- haar vervolgens bij hem thuis heeft uitgenodigd en/of
- zich door haar heeft/hebben laten pijpen en/of
- van deze seksuele handelingen foto's en/of filmpopnamen heeft/hebben gemaakt en/of
- haar heeft/hebben gezegd dat zij seks moest hebben met een of meer derde(n) en/of dat wanneer zij dit niet deed hij, verdachte en/of zijn mededader(s), haar foto's en/of filmpje op het internet zou(den) zetten en/of
- advertentie(s) voor sekssites heeft/hebben gemaakt en/of laten maken en/of
- de prijzen heeft/hebben bepaald waartegen die [Slachtoffer 1] de seksuele handelingen moest verrichten en/of
- die [Slachtoffer 1] een werktelefoon en/of werkkleding heeft/hebben gegeven en/of
- haar drugs heeft/hebben gegeven voordat zij ging werken en/of
- haar heeft/hebben geslagen als zij niet wilde werken en/of
- haar gedwongen voor en/of nadat zij klanten had gehad ook nog seks met hem verdachte en/of zijn mededader(s) te hebben en/of
- het door die [Slachtoffer 1] verdiende geld (deels) heeft/hebben ingenomen en/of beheerd en/of (deels) aangewend voor zijn/hun eigen gebruik;
art 273f lid 1 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 4° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 6° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 9° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 01 december 2016 tot en met 31 januari 2017 te Breda, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een ander, te weten [Slachtoffer 2] (geboren op [Geboortedag slachtoffer 2] 2000),
(lid 1, onder 2°)
heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht, (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [Slachtoffer 2] , terwijl die [Slachtoffer 2] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
(lid 1, onder 5°)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [Slachtoffer 2] enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist en/of moest vermoeden dat die [Slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen terwijl die [Slachtoffer 2] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
(lid 1, onder 8°)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van die [Slachtoffer 2] met of voor een derde tegen betaling terwijl die [Slachtoffer 2] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
immers heeft/hebben verdachte of (één van) de medeverdachte(n)
- die [Slachtoffer 2] (meermalen) drugs gegeven en/of aangeboden en/of
- die [Slachtoffer 2] opgedragen, althans gevraagd, om seks met hen en hun vrienden te hebben en/of
- die [Slachtoffer 2] vervolgens gevraagd en/of opgedragen om seks met anderen voor geld te hebben en/of
- seksueel/erotisch getinte foto's van die [Slachtoffer 2] gemaakt en/of
- filmpjes van die [Slachtoffer 2] gemaakt, waarbij zij, hem verdachte en/of zijn mededader(s) aan het pijpen is en/of
- een werknaam voor die [Slachtoffer 2] aangemaakt waarmee zij als prostituee adverteerde en/of
- een of meerdere seksadvertenties gemaakt waarin de diensten van die [Slachtoffer 2] worden aangeboden en/of
- die seksadvertenties op diverse sekssites geplaatst en/of
- die [Slachtoffer 2] in het bezit gesteld van een of meer klantentelefoons en/of haar opgedragen de inkomende telefoontjes te beantwoorden en/of
- die [Slachtoffer 2] naar klanten gebracht en/of
- het door die [Slachtoffer 2] verdiende geld ingenomen en/of door die [Slachtoffer 2] laten afdragen;
art 273f lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 5° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 1 ahf/sub 8° Wetboek van Strafrecht
art 273f lid 3 ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2016 tot en met 31 januari 2017 te Breda, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s van seksuele gedragingen, waarbij [Slachtoffer 2] , geboren op [Geboortedag slachtoffer 2] 2000 die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft/hebben
- vervaardigd en/of
- verspreid (door het plaatsen op de internetsite “ [Internetsite] ”) en/of
- openlijk tentoongesteld (door het plaatsen op de internetsite “ [Internetsite] ”) en/of
- zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft/hebben verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger en/of hand zichzelf vaginaal penetreren van het lichaam door eerdergenoemde [Slachtoffer 2] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
- [Advertentie] (pagina 7 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december2018)
- [Advertentie] (pag 594 proces verbaal en pagina 7 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
en/of
het met de/een vinger/hand zichzelf betasten en/of zichzelf aanraken van haar geslachtsdeel en/of haar billen door eerdergenoemde [Slachtoffer 2] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
- [Afbeelding] (op Iphone) (pagina 7 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
- [Advertentie] (pagina 7 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
en/of
het gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door eerdergenoemde [Slachtoffer 2] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die [Slachtoffer 2] gekleed is en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die [Slachtoffer 2] en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die [Slachtoffer 2] in beeld gebracht wordt/worden,
(waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft/hebben en/of strekt tot seksuele prikkeling;
- [Afbeelding] (op Acer) (pagina 8 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
- [Afbeelding] (op Acer) (pagina 8 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december2018)
- [Afbeelding] (op Iphone), (pagina 9 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d.

3 december 2018)

- [Afbeelding] (op Iphone) (pagina 10 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d.

3 december 2018)

- [Advertentie] (pagina 8 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
- [Advertentie] (pagina 8 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
- [Advertentie] , (pagina 9 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
- [Advertentie] (pagina 9 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
- [Advertentie] (pagina 9 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hem ten laste gelegde feiten heeft begaan. Zij baseert zich daarbij ten aanzien van feit 1 op de inhoud van het dossier, waaronder de verklaringen van [Slachtoffer 1] , medeverdachte [Medeverdachte] , [Naam 1] en van verdachte zelf, op grond waarvan zij bewezen acht dat verdachte zich tezamen en in vereniging met medeverdachte [Medeverdachte] heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel met het oogmerk van uitbuiting van [Slachtoffer 1] .
Met betrekking tot de feiten 2 en 3 baseert de officier van justitie een bewezenverklaring op de verklaring van [Slachtoffer 2] en de overige bevindingen in het dossier, zoals het aantreffen van foto’s van [Slachtoffer 2] op sekssites en op de iPhone en de Acer telefoon die in de woning van [Medeverdachte] werden aangetroffen, op grond waarvan zij bewezen acht dat verdachte zich tezamen en in vereniging met [Medeverdachte] heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel met betrekking tot de minderjarige [Slachtoffer 2] en aan het vervaardigen, verspreiden en openlijk tentoonstellen van kinderporno.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van één of meer van de ten laste gelegde feiten kan komen.
Hij wijst er daarbij ten aanzien van feit 1 op dat verdachte ontkent dat [Slachtoffer 1] is gedwongen in de prostitutie te gaan werken. De enkele verklaring van [Slachtoffer 1] dat zij werd gedwongen zonder dat er steunbewijs is voor die bewering, is onvoldoende voor wettig bewijs van dit feit. Voor het geval de rechtbank wel voldoende wettig bewijs aanwezig acht, ontbreekt de overtuiging. De verklaring van [Slachtoffer 1] is niet betrouwbaar, mede gelet op haar voorgeschiedenis. [Naam 1] verklaart ongeloofwaardig, gelet op het feit dat zij boos was op verdachte en zij bovendien zichzelf tegenspreekt.
Met betrekking tot feit 2 stelt de raadsman vast dat verdachte ontkent dat hij degene is die door [Slachtoffer 2] wordt omschreven als [Bijnaam verdachte] . Verdachte werd voornamelijk [Bijnaam verdachte] genoemd. [Slachtoffer 2] herkent verdachte ook niet van een haar getoonde foto als [Bijnaam verdachte] . Zij heeft ook niets gezegd over het gebit van [Bijnaam verdachte] . Als verdachte [Bijnaam verdachte] was geweest, zou opgevallen moeten zijn dat zijn gebit in een enorme slechte staat verkeert en dit een onprettige mondgeur met zich brengt. Op grond hiervan stelt de raadsman dat verdachte niet de [Bijnaam verdachte] is die [Slachtoffer 2] bedoelt.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Feit 1 mensenhandel [Slachtoffer 1]
De rechtbank acht dit feit niet wettig én overtuigend bewezen.
Er is voldoende bewijs dat [Slachtoffer 1] prostitutiewerkzaamheden heeft verricht en dat zij daartoe is bewogen door medeverdachte [Medeverdachte] door haar te dreigen seksueel getinte films en foto’s op internet te plaatsen en door misbruik van haar kwetsbare positie. Ook staat voor de rechtbank vast dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met [Medeverdachte] bij het prostitueren van [Slachtoffer 1] . Maar de rechtbank acht niet overtuigend bewezen dat verdachte wetenschap had van de genoemde dwang door middel van chantage met de film en foto’s en van haar kwetsbare positie.
Ook de verklaring van [Naam 1] : “
het is gegaan dat [Medeverdachte](= medeverdachte [Medeverdachte] )
haar in de prostitutie wilde zetten. Dat hoorde ik van mijn ex-vriend.”, acht de rechtbank daarvoor onvoldoende, mede bezien in het licht dat [Naam 1] ten tijde van het afleggen van deze verklaring de ex-vriendin van verdachte was en dat mogelijk haar verklaring is gekleurd door frictie tussen haar en verdachte. Ook de overige door de officier van justitie aangedragen bewijsmiddelen hebben de rechtbank niet overtuigd van de wetenschap van verdachte van de toegepaste dwang en/of de kwetsbare positie van [Slachtoffer 1] .
Verdachte wordt daarom vrijgesproken van dit feit.
4.3.2
Feit 2 mensenhandel [Slachtoffer 2]
, geboren op [Geboortedag slachtoffer 2] 2000, verklaart [1] op 19 december 2017 dat zij op een datingsite contact kreeg met ene [Bijnaam medeverdachte] . Zij hebben verder gepraat via WhatsApp. Na 3 weken spraken zij af in Groningen. [Bijnaam medeverdachte] kwam met ene [Bijnaam verdachte] met de auto. Zij is met die jongens naar Breda gereden. [Bijnaam medeverdachte] had haar op WhatsApp al gevraagd of zij seks wilde hebben voor geld. Zij had geld nodig en wilde het wel een keer proberen. Toen zij naar Breda reed, wist zij al dat zij daar seks zou hebben voor geld. Ze gingen naar de flat waar [Bijnaam medeverdachte] woonde. In de flat waren al twee jongens. Zij rookte jointjes met de anderen. Zij heeft toen seks gehad met de vier jongens. Eerst met [Bijnaam medeverdachte] , daarna met de andere jongens. [Bijnaam medeverdachte] heeft gezegd dat zij een rood lingeriesetje aan moest doen. Zij heeft op WhatsApp tegen [Bijnaam medeverdachte] gezegd dat zij 17 jaar oud was. De volgende middag, nadat zij in de woning van [Bijnaam medeverdachte] had geslapen, kwam [Bijnaam verdachte] weer langs. [Bijnaam verdachte] heeft toen foto’s van haar gemaakt terwijl zij op bed lag. Zij had twee soorten lingeriesetjes aan. [Bijnaam medeverdachte] zei toen dat hij een account aan ging maken op [Internetsite] Er zou 150 euro voor een uur, 70 voor en half uur en 50 euro voor een vluggertje worden gevraagd. Haar werknaam was [Slachtoffer 2] . Die avond vroeg [Bijnaam verdachte] of zij cocaïne wilde gebruiken. Zij had dat nog nooit gedaan en wilde dat wel eens proberen. Zij had toen seks met [Bijnaam verdachte] en [Bijnaam medeverdachte] . Zij hield contact met [Bijnaam medeverdachte] via WhatsApp. Aan [Slachtoffer 2] is een foto van medeverdachte [Medeverdachte] getoond. Zij herkende de persoon op de foto als [Bijnaam medeverdachte] waarover zij in haar verklaring spreekt. Voorts herkende [Slachtoffer 2] bij het tonen van foto’s de buitenkant van het gebouw aan de Ambachtenlaan in Breda waar de woning van [Medeverdachte] is als het gebouw waar [Bijnaam medeverdachte] woonde. Zij herkende van foto’s ook de deur van de woning van [Medeverdachte] , een deel van het interieur en de plaats waar het bed stond.
In januari 2017, 1 à 2 weken na de eerdere ontmoeting, is [Slachtoffer 2] in het weekend weer naar Breda gegaan. Dat had ze met [Bijnaam medeverdachte] afgesproken. Ze is toen met [Bijnaam medeverdachte] naar zijn huis gereden. [Bijnaam verdachte] kwam daar ook. Zij zou gaan werken als prostituee. Zij moest die avond telefoontjes opnemen. Er belden veel mannen. De eerste afspraak was om 23.00 uur. Zij moest naar de klant als escort. [Bijnaam verdachte] en [Bijnaam medeverdachte] brachten haar met de auto. Ze konden het adres niet vinden en daarom ging het niet door. [Bijnaam medeverdachte] gaf haar een Nokia telefoon die zij gebruikte voor haar werk als prostituee. De volgende afspraak was om 11.30 uur in Breda bij twee studenten. [Bijnaam verdachte] en [Bijnaam medeverdachte] brachten haar weer. Ze had toen met ieder van die studenten een half uur seks. Zij betaalden ieder 70 euro. Zij moest het geld aan [Bijnaam medeverdachte] en [Bijnaam verdachte] geven. Zij kreeg daar 40 euro van. [Bijnaam medeverdachte] heeft ook filmpjes gemaakt met haar telefoon toen zij hem aan het pijpen was. De 2 filmpjes heeft hij naar zijn eigen telefoon gestuurd en daarna verwijderde hij de filmpjes op haar telefoon. [Bijnaam medeverdachte] heeft later, toen zij weer thuis was, gedreigd de filmpjes openbaar te maken. Zij heeft voor het laatst in maart 2017 contact met [Bijnaam medeverdachte] gehad. [Bijnaam verdachte] omschrijft zij als een blanke jongen met een niet-Nederlandse afkomst. Als hij aan het schelden was, klonk dat Italiaans. Hij had zijn haar in een staartje en had een normaal postuur, geen tatoeages, leeftijd eind 20, donkerblond haar, geen bril of baard. Hij sprak Nederlands.
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat er voldoende bewijs is dat de door [Slachtoffer 2] omschreven [Bijnaam verdachte] verdachte is.
Zij heeft bij haar verhoor als getuige een signalement van [Bijnaam verdachte] gegeven dat overeen-komsten vertoont met het signalement van verdachte. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat verdachte op jonge leeftijd 6 jaar in Argentinië heeft gewoond en daar Spaans sprak, hetgeen kan verklaren waarom hij in een buitenlandse taal schold, waarbij de rechtbank nog opmerkt dat Spaans klankovereenkomsten heeft met Italiaans.
[Naam 1] , de ex-vriendin van verdachte heeft verklaard [2] dat verdachte ook [Bijnaam verdachte] wordt genoemd. De rechtbank acht die verklaring betrouwbaar, nu deze al op 4 juni 2015 is afgelegd en de verklaring van [Slachtoffer 2] over [Bijnaam verdachte] pas op 19 december 2017 is afgelegd. De verklaring van [Naam 1] kan dus niet ingegeven zijn door de verklaring van [Slachtoffer 2]
Voorts heeft verdachte zelf verklaard [3] dat [Naam 1] zijn vriendin is geweest, dat zij werkte in de prostitutie en dat hij door haar toedoen daar ook in is gerold. Daarnaast heeft verdachte verklaard [4] dat hij in het kader van haar prostitutiewerkzaamheden als de chauffeur van [Naam 1] heeft gewerkt en dat hij ook bij [Slachtoffer 1] als chauffeur heeft opgetreden [5] . Verdachte had dus ervaring in het verrichten van werkzaamheden in de prostitutie, hetgeen meespeelt voor de overtuiging dat verdachte degene was die door [Slachtoffer 2] [Bijnaam verdachte] genoemd wordt.
Dat het gebit van verdachte in slechte staat verkeert en dat zijn mondgeur onprettig is, maakt niet dat dit ook ten tijde van de feiten (rond januari 2017) met [Slachtoffer 2] het geval was bij verdachte. De rechtbank heeft bovendien op zitting vastgesteld dat het slechte gebit alleen zichtbaar is als verdachte zijn mond wijd open doet.
Weliswaar heeft [Slachtoffer 2] verdachte bij haar verhoor bij de politie niet herkend van een haar getoonde foto, maar de rechtbank constateert dat de aan haar getoonde foto (op pagina 198 in het dossier) weinig gelijkenis vertoont met:
- verdachte zoals deze op de zitting van 13 november 2018 en 9 januari 2019 aanwezig was en
- de foto’s die zich op pagina 1468 in het dossier bevinden.
Het bevreemdt de rechtbank dan ook niet dat [Slachtoffer 2] verdachte niet herkende van de foto op pagina 198 in het dossier.
[Slachtoffer 2] was ten tijde van de door verdachte gepleegde feiten 16 jaar. In dit verband dient te worden opgemerkt dat wanneer artikel 273f, eerste lid, sub 5, van het Wetboek van Strafrecht aan de orde is, geen dwangmiddelen zijn vereist. Voldoende is dan dat de verdachte een ander, die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, ertoe brengt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling. Ook vormt, anders dan geldt ten aanzien van sub 4, ‘uitbuiting’ naast de overige bestanddelen geen impliciet bestanddeel van artikel 273f lid 1 sub 5 Sr.
Op grond van de verklaring van [Slachtoffer 2] oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [Medeverdachte] bij het ten laste gelegde feit, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank ook het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
Uit de verklaring van [Slachtoffer 2] concludeert de rechtbank dat verdachte en medeverdachte [Medeverdachte] :
- [Slachtoffer 2] hebben verworven en vervoerd en dat zij daarbij het oogmerk van uitbuiting van [Slachtoffer 2] hadden, die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
- [Slachtoffer 2] ertoe hebben gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling;
- opzettelijk voordeel hebben getrokken uit de seksuele handelingen van [Slachtoffer 2] , die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
waarmee de rechtbank feit 2 wettig en overtuigend bewezen acht.
4.3.3
Feit 3 Vervaardigen en verspreiden kinderporno
[Slachtoffer 2] heeft, zoals hierboven al is weergegeven, verklaard dat [Bijnaam verdachte] in de woning van [Bijnaam medeverdachte] , die zij van een foto herkent als medeverdachte [Medeverdachte] , foto’s van haar heeft gemaakt, terwijl ze op bed lag , waarbij ze twee soorten lingeriesetjes aanhad. [6]
Bij de doorzoeking in de woning van [Medeverdachte] op 27 september 2017 zijn een iPhone en een Acer-telefoon aangetroffen. [7] De rechtbank gaat er vanuit dat deze telefoons van [Medeverdachte] waren. Zowel op de iPhone [8] als op de Acer [9] zijn seksueel getinte foto’s aangetroffen van [Slachtoffer 2] , geboren op [Geboortedag slachtoffer 2] 2000, die destijds dus minderjarig was.
Bij onderzoek van de historische gegevens van advertenties op de website [Internetsite] bleek sprake van drie advertenties [Advertentie] waarin foto’s werden gebruikt van meerdere vrouwen, naakt of in lingerie. [10] Op een aantal van die foto’s is [Slachtoffer 2] te zien. [11] Van de handelingen met die advertenties is een tijdslijn opgemaakt, waaruit op te maken valt dat de in de tenlastelegging genoemde afbeeldingen waarvan de naam begint met [Internetsite] bij de genoemde advertenties zijn geplaatst. [12] Voor het plaatsen van die afbeeldingen werd gebruik gemaakt van het IP-adres [IP adres] Dit is het IP-adres van de buurman van [Medeverdachte] . [13] Deze heeft verklaard dat hij de wificode van zijn router meerdere keren aan [Medeverdachte] heeft gegeven. [14]
Onder verwijzing naar wat hiervoor is overwogen, stelt de rechtbank vast dat [Bijnaam medeverdachte] medeverdachte [Medeverdachte] is en [Bijnaam verdachte] verdachte [Verdachte] .
Voor de rechtbank staat op grond van het voorgaande vast dat de foto’s van [Slachtoffer 2] die zijn aangetroffen in de beide telefoons en bij advertenties op [Internetsite] zijn gemaakt door verdachte. Een aantal foto’s is vervolgens door [Medeverdachte] geplaatst bij advertenties op [Internetsite] .
Voor alle in de tenlastelegging onder feit 3 vermelde afbeeldingen geldt dat deze nader zijn onderzocht, waarbij is geconstateerd dat dit kinderpornografische afbeeldingen zijn met de in de tenlastelegging vermelde beschrijvingen van seksuele gedragingen. [15]
Hieruit volgt dat de verdachten zich gezamenlijk hebben schuldig gemaakt aan het vervaardigen van kinderporno.
Bovendien zijn de onder feit 3 genoemde foto’s waarvan de naam begint met ‘ [Internetsite] ’ geplaatst bij advertenties op [Internetsite] , [16] waarmee deze foto’s zijn verspreid én openlijk tentoongesteld op het internet.
Naar het oordeel van de rechtbank is het maken en verspreiden van de foto’s geschied in een nauwe en bewuste samenwerking tussen beide verdachten, als onderdeel van de prostitutiewerkzaamheden die zij [Slachtoffer 2] lieten verrichten. Daarbij was sprake van een taakverdeling: verdachte maakte de foto’s en [Medeverdachte] plaatste ze vervolgens op het internet.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
2.
hijin
of omstreeksde periode van 01 december 2016 tot en met 31 januari 2017 te Breda,
althans in Nederlandtezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
een ander, te weten [Slachtoffer 2] (geboren op [Geboortedag slachtoffer 2] 2000),
(lid 1, onder 2°)
heeft geworven en
/ofvervoerd
en/of overgebracht,
(telkens)met het oogmerk van uitbuiting van die [Slachtoffer 2] , terwijl die [Slachtoffer 2] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
/of
(lid 1, onder 5°)
ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met
of vooreen derde tegen betaling
dan wel ten aanzien van die [Slachtoffer 2] enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist en/of moest vermoeden dat die [Slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingenterwijl die [Slachtoffer 2] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
/of
(lid 1, onder 8°)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele handelingen van die [Slachtoffer 2] met
of vooreen derde tegen betaling terwijl die [Slachtoffer 2] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
immers
heeft/hebben verdachte en
of (één van)de medeverdachte
(n)
- die [Slachtoffer 2]
(meermalen
)drugs gegeven en/of aangeboden en
/of
- die [Slachtoffer 2]
opgedragen, althansgevraagd, om seks met hen en hun vrienden te hebben en
/of
- die [Slachtoffer 2] vervolgens gevraagd
en/of opgedragenom seks met anderen voor geld te hebben en
/of
- seksueel/erotisch getinte foto's van die [Slachtoffer 2] gemaakt en
/of
- filmpjes van die [Slachtoffer 2] gemaakt, waarbij zij,
hem verdachte en/ofde
zijnmededader
(s)aan het pijpen is en
/of
- een werknaam voor die [Slachtoffer 2] aangemaakt waarmee zij als prostituee adverteerde en
/of
-
een of meerdereseksadvertenties gemaakt waarin de diensten van die [Slachtoffer 2] worden aangeboden en
/of
- die seksadvertenties op diverse sekssites geplaatst en
/of
- die [Slachtoffer 2] in het bezit gesteld van een
of meerklantentelefoon
sen
/ofhaar opgedragen de inkomende telefoontjes te beantwoorden en
/of
- die [Slachtoffer 2] naar klanten gebracht en
/of
- het door die [Slachtoffer 2] verdiende geld
ingenomen en/ofdoor die [Slachtoffer 2] laten afdragen;
3.
hij op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1 december 2016 tot en met 31 januari 2017 te Breda,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
(een
)ander
(en), althans alleen
afbeeldingen, te weten foto’s
en/of video’svan seksuele gedragingen, waarbij [Slachtoffer 2] , geboren op [Geboortedag slachtoffer 2] 2000 die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken
of schijnbaar is betrokken,
heeft
/hebben
- vervaardigd en
/of
- verspreid (door het plaatsen op de internetsite “ [Internetsite] ”) en
/of
- openlijk tentoongesteld (door het plaatsen op de internetsite “ [Internetsite] ”)
en/of
- zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft/hebben verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger en/of hand zichzelf vaginaal penetreren van het lichaam door eerdergenoemde [Slachtoffer 2] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
- [Advertentie] (pagina 7 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december2018)
- [Advertentie] (pag 594 proces verbaal en pagina 7 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
en
/of
het met de/een vinger/hand zichzelf betasten en/of zichzelf aanraken van haar geslachtsdeel en/of haar billen door eerdergenoemde [Slachtoffer 2] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
- [Afbeelding] (op iPhone) (pagina 7 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
- [Advertentie] (pagina 7 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
en
/of
het gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door eerdergenoemde [Slachtoffer 2] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die [Slachtoffer 2] gekleed is en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die [Slachtoffer 2] en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die [Slachtoffer 2] in beeld gebracht wordt/worden,
(waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft/hebben en/of strekt tot seksuele prikkeling;
- [Afbeelding] (op Acer) (pagina 8 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
- [Afbeelding] (op Acer) (pagina 8 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december2018)
- [Afbeelding] (op iPhone), (pagina 9 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d.
3 december 2018)
- [Afbeelding] (op iPhone) (pagina 10 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d.
3 december 2018)
- [Advertentie] , (pagina 8 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
- [Advertentie] (pagina 8 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
- [Advertentie] (pagina 9 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
- [Advertentie] (pagina 9 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
- [Advertentie] (pagina 9 van het aanvullend proces verbaal bevindingen d.d. 3 december 2018)
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek van voorarrest.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft - indien de rechtbank zou komen tot een bewezenverklaring van een of meer ten laste gelegde feiten - gelet op het strafblad van verdachte waaruit blijkt dat hij niet eerder voor soortgelijke delicten is veroordeeld, gepleit voor een taakstraf in combinatie met een voorwaardelijke straf. Verdachte zou volgens de raadsman veel persoonlijke problemen hebben, maar zijn leven nu wel weer op de rit hebben. Hij is bezig met een EMDR-traject.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De ernst van de feiten en de gevolgen voor het slachtoffer
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel door uitbuiting via prostitutie van een meisje van 16 jaar. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan het bezit, het vervaardigen en het verspreiden van kinderporno door van het minderjarige meisje foto’s te maken en deze op sekswebsites te (laten) zetten (bij advertenties).
De rechtbank overweegt dat niet van een 16-jarig meisje - zeker niet van dit meisje dat volgens haar bezorgde moeder al twee keer eerder van huis was weggelopen, vaak hele weekenden wegbleef en over veel dingen loog - verlangd kon worden dat zij weerstand bood aan de mooie verhalen die haar door verdachte en/of zijn mededader werden voorgeschoteld over het verdienen van geld door het hebben van seks met anderen. Verdachte heeft samen met de medeverdachte foto’s van haar gemaakt en advertenties met die foto’s erbij op sekssites gezet. Daarmee heeft hij zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen, het verspreiden en het openlijk tentoonstellen van die foto’s, die gelet op de leeftijd van het meisje, kinderporno zijn. Wat betreft de ernst van de kinderporno, weegt de rechtbank mee dat zij 16 jaar oud was en dat dus geen sprake was van een heel jong kind.
Door zo te handelen heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten, waarbij hij, met miskenning van de lichamelijke en geestelijke integriteit van het minderjarige slachtoffer, zijn eigen gevoelens en (financiële) belangen op de voorgrond heeft gesteld. De ervaring leert dat slachtoffers van dergelijke feiten nog gedurende lange tijd psychische en emotionele schade hiervan ondervinden.
Bij de straftoemeting houdt de rechtbank ook rekening met de in vergelijking met zijn mededader [Medeverdachte] geringere rol bij de strafbare feiten. De rechtbank ziet [Medeverdachte] als de kwade genius en initiatiefnemer van niet alleen deze twee feiten, maar ook van vergelijkbare feiten bij andere slachtoffers. Dit verschil in rollen zal dan ook in de op te leggen straf tot uitdrukking worden gebracht.
De persoonlijke omstandigheden van verdachte
Over verdachte is op 5 april 2018 een psychologisch rapport uitgebracht. Volgens de psycholoog zou bij verdachte sprake zijn van een depressieve stoornis, die geen enkele relatie heeft met de ten laste gelegde delicten. De psycholoog is van mening dat geen interventie noodzakelijk is vanuit een forensisch kader.
De rechtbank heeft de inhoud van het rapport meegenomen in haar overwegingen omtrent de straf, evenals het strafblad van verdachte, waaruit blijkt dat de laatste veroordeling van verdachte dateert uit 2012, en wat door of namens verdachte over zijn persoonlijke omstandigheden naar voren is gebracht.
Bij het bepalen van de (hoogte van de) straf heeft de rechtbank voorts gekeken naar straffen die eerder bij soortgelijke mensenhandelzaken en kinderpornozaken zijn uitgesproken.
Gelet op de vrijspraak voor feit 1 en de geringere rol bij de feiten 2 en 3 (in vergelijking met zijn mededader) komt de rechtbank tot een lagere straf dan de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank is echter van oordeel dat de gepleegde feiten te ernstig zijn om af te doen met een taakstraf gecombineerd met een voorwaardelijke straf, zoals door de raadsman is bepleit.
De rechtbank is – alles afwegende – van oordeel dat een gevangenisstraf van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest, een passende en geboden sanctie is.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij [Slachtoffer 1] vordert een schadevergoeding van € 13.800,= (€ 3.800,= aan materiële schade en € 10.000,= aan immateriële schade) voor feit 1.
Verdachte is vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.

8.wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 57, 240b en 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het onder 1 tenlastegelegde feit;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 2:mensenhandel jegens een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, gepleegd door twee verenigde personen;
feit 3:medeplegen van: een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden, openlijk tentoonstellen en vervaardigen, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partij
- verklaart de
benadeelde partij [Slachtoffer 1] niet-ontvankelijkin haar vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij [Slachtoffer 1] in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Fleskens, voorzitter, mr. Breeman en mr. Bogaert, rechters, in tegenwoordigheid van De Roos, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 23 januari 2019.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal met dossiernummer 121, onderzoek ZBRCC17003 De Baars, van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 1530.
2.Het proces-verbaal van aangifte [Naam 1] , pagina’s 244 t/m 246.
3.De verklaring van verdachte, afgelegd op de zitting van 13 november 2018.
4.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 1510.
5.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina’s 1516 en 1517.
6.Het proces-verbaal van verhoor getuige [Slachtoffer 2] , pagina’s 186 t/m 189.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, relaas-pv pagina’s 40 en 41 van in totaal 43 pagina’s. (voorafgaande aan nummering van eind-proces-verbaal).
8.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 588-589 en 594.
9.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 615.
10.Proces-verbaal, pagina 312-31.
11.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 171-172.
12.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 379 e.v.
13.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 396
14.Proces-verbaal van verhoor getuige [Naam 2] , pagina 422-424
15.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 december 2018, los aangeleverd
16.Proces-verbaal van bevindingen 379 e.v.