ECLI:NL:RBZWB:2019:2284
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake pleegzorg en pleegzorgvergoeding onder de Jeugdwet
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg, waarin haar verzoek om ondersteuning op het gebied van opvoeden en verzorgen op basis van de Jeugdwet werd afgewezen. Eiseres, die sinds 2003 als pleegouder voor haar kleinzoon zorgt, stelt dat zij recht heeft op pleegzorg en een pleegzorgvergoeding met terugwerkende kracht vanaf 6 januari 2005. De rechtbank heeft op 17 mei 2019 uitspraak gedaan in deze zaak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college pas sinds de invoering van de Jeugdwet op 1 januari 2015 verantwoordelijk is voor de pleegzorg. Voor die tijd was dit de taak van het Bureau Jeugdzorg. Eiseres heeft erkend dat er nooit een pleegcontract is gesloten, wat een vereiste is voor het verkrijgen van een pleegzorgvergoeding. De rechtbank oordeelt dat het college enkel kan vaststellen dat eiseres in aanmerking komt voor pleegzorg, waarna een pleegzorgaanbieder kan worden ingeschakeld die de vergoeding verstrekt. Aangezien er geen pleegcontract is, kan eiseres geen aanspraak maken op de vergoeding.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.