Op 21 mei 2019 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, die in 1999 vanuit China naar Nederland is gekomen, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van 6 september 2018, waarin haar verzoek tot wijziging van persoonsgegevens in de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP) werd afgewezen. Eiseres stelde dat haar echte naam 'naam2 eiseres' is en dat zij geboren is op geboortedatum2 in geboorteplaats2, en had documenten uit China overgelegd ter onderbouwing van haar verzoek. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 26 februari 2019, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van het college.
De rechtbank overwoog dat de BRP betrouwbare persoonsgegevens moet bevatten en dat er strenge regels gelden voor het wijzigen van deze gegevens. Eiseres had documenten ingeleverd, maar de rechtbank oordeelde dat deze onvoldoende waren om aan te tonen dat de gegevens in de BRP onjuist waren. Het college had terecht gesteld dat eiseres ook moest aantonen dat de overgelegde documenten op haar betrekking hadden. De rechtbank concludeerde dat het college zorgvuldig had gehandeld door de PSB-verklaring ter beoordeling voor te leggen aan relevante instanties, en dat het college het recht had om aanvullende voorwaarden te stellen voor de wijziging van persoonsgegevens.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 21 mei 2019, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.