ECLI:NL:RBZWB:2019:2280

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 mei 2019
Publicatiedatum
21 mei 2019
Zaaknummer
BRE 18_7191
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluit tot wijziging van persoonsgegevens in de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP) door het college van burgemeester en wethouders van Tilburg

Op 21 mei 2019 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, die in 1999 vanuit China naar Nederland is gekomen, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van 6 september 2018, waarin haar verzoek tot wijziging van persoonsgegevens in de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP) werd afgewezen. Eiseres stelde dat haar echte naam 'naam2 eiseres' is en dat zij geboren is op geboortedatum2 in geboorteplaats2, en had documenten uit China overgelegd ter onderbouwing van haar verzoek. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 26 februari 2019, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van het college.

De rechtbank overwoog dat de BRP betrouwbare persoonsgegevens moet bevatten en dat er strenge regels gelden voor het wijzigen van deze gegevens. Eiseres had documenten ingeleverd, maar de rechtbank oordeelde dat deze onvoldoende waren om aan te tonen dat de gegevens in de BRP onjuist waren. Het college had terecht gesteld dat eiseres ook moest aantonen dat de overgelegde documenten op haar betrekking hadden. De rechtbank concludeerde dat het college zorgvuldig had gehandeld door de PSB-verklaring ter beoordeling voor te leggen aan relevante instanties, en dat het college het recht had om aanvullende voorwaarden te stellen voor de wijziging van persoonsgegevens.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 21 mei 2019, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 18/7191 BRP

uitspraak van 21 mei 2019 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam1 eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres,

gemachtigde: mr. K.L. Sett,
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 6 september 2018 (bestreden besluit) van het college. Dit besluit gaat over een verzoek tot wijziging van persoonsgegevens in de Basisregistratie persoonsgegevens (BRP).
De zaak is behandeld in Breda op 26 februari 2019. Eiseres was daarbij aanwezig, samen met haar gemachtigde. Namens het college was aanwezig [naam vertegenwoordiger] .

Overwegingen

1. Eiseres is in 1999 (zonder identiteitsdocumenten) vanuit China naar Nederland gekomen. Zij heeft toen bij de IND en de gemeente doorgegeven dat zij ‘ [naam1 eiseres] ’ heet en dat zij geboren is op [geboortedatum1] in [geboorteplaats1] . Deze gegevens zijn toen opgenomen in de BRP.
2. Eiseres heeft in 2017 aan het college gevraagd om haar naam, geboortedatum en geboorteplaats te wijzigen in de BRP. Volgens eiseres is haar echte naam ‘ [naam2 eiseres] ’ en is zij geboren op [geboortedatum2] in [geboorteplaats2] . Zij heeft daarbij meerdere documenten uit China laten zien, waarop deze gegevens vermeld staan. Ook heeft zij een DNA-rapport overgelegd.
Voornemen
3. Het college heeft eiseres eerst een brief gestuurd. In deze brief staat dat het college van plan is om het verzoek af te wijzen. Eiseres heeft niet gereageerd op dit voornemen.
Besluiten van het college
4. Op 27 december 2017 heeft het college een besluit genomen op het verzoek om de persoonsgegevens van eiseres te wijzigen. Het college heeft het verzoek van eiseres afgewezen. Volgens het college staat onvoldoende vast dat de gegevens uit de BRP onjuist zijn.
Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
5. Het college heeft in het bestreden besluit de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard.
Gegevens in de BRP moeten betrouwbaar zijn
6. In de BRP worden persoonsgegevens van (onder meer) inwoners van Nederland bijgehouden. Er zijn instanties in Nederland die deze gegevens kunnen raadplegen. Daarom is het belangrijk dat de gegevens in de BRP betrouwbaar zijn. De gebruikers van deze gegevens moeten erop kunnen vertrouwen dat de gegevens in de BRP juist zijn. Als er eenmaal gegevens in de BRP geregistreerd staan, dan gelden er strenge regels om deze gegevens te wijzigen. Er moet dan geen enkele twijfel over bestaan dat de al in de BRP opgenomen gegevens onjuist zijn. Het bewijs dat eenmaal in de BRP opgenomen gegevens feitelijk onjuist zijn, kan alleen maar worden geleverd door het inleveren van de juiste brondocumenten [1] . Brondocumenten zijn akten en documenten die ten grondslag liggen aan de gegevens uit bijvoorbeeld de BRP of een paspoort. Geboorteakten en huwelijksakten zijn voorbeelden van brondocumenten.
Welke documenten heeft eiseres bij het college ingeleverd?
7. Eiseres heeft documenten ingeleverd om aan te tonen dat zij ‘ [naam2 eiseres] ’ is, geboren op [geboortedatum2] in [geboorteplaats2] . Het gaat daarbij onder meer om de volgende documenten:
  • een kopie van een geldig Chinees paspoort;
  • een kopie van een in 2003 verlopen Chinees paspoort;
  • een origineel DNA-rapport van Sanquin;
  • een kopie van een gelegaliseerd notarieel certificaat uit China, afgegeven in 2016;
  • een gelegaliseerde certified true kopie van een verklaring van het Public Security Bureau (PSB), afgegeven op 21 januari 2016 en geldig tot 21 februari 2016.
Welke documenten moeten er in ieder geval worden ingeleverd?
8. Het college beoordeelt een geboorte in China aan de hand van informatie van het ministerie van Buitenlandse Zaken [2] . Om een geboorte van vóór 1 maart 1996 in China aan te tonen, dienen volgens het college ten minste de volgende documenten te worden overgelegd:
Een notarieel certificaat met de geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, en de namen van de vader en moeder.
Een gewaarmerkte kopie van één van de volgende documenten:
a. Hukou van de ouders waarin de geboorte staat van de persoon om wiens identiteit het gaat.
b. Een ziekenhuisverklaring waarin staat dat deze geschikt is voor aangifte in het Hukou-register.
c. Een verklaring van het Public Security Bureau met al de geboortegegevens.
3. In bepaalde gevallen een gewaarmerkte kopie van de eigen actuele en complete Hukou.
9. Partijen zijn het erover eens dat eiseres een document zoals genoemd onder 1 heeft overgelegd (het notariële certificaat uit 2016). Partijen zijn het er ook over eens dat eiseres geen document hoeft in te leveren zoals bedoeld onder 3.
Beoordeling PSB verklaring
10. Eiseres heeft ook een verklaring van het PSB overgelegd. Dit is een document zoals genoemd onder 2c. Het college hecht echter geen waarde aan dit document. In de verklaring staat dat deze alleen in Nederland kan worden gebruikt en dat deze maar geldig is van 21 januari 2016 tot 21 februari 2016. Op het moment dat eiseres deze verklaring bij het college heeft ingeleverd (11 april 2017), was deze niet meer geldig. Nu er geen sprake is van een geldig document, kan deze volgens het college niet dienen om de geboorte in China aan te tonen.
11. De rechtbank staat voor de vraag of het college kon besluiten geen waarde te hechten aan de PSB verklaring.
De rechtbank stelt vast dat het college de PSB verklaring ter beoordeling heeft voorgelegd aan Bureau Documenten van de IND en aan het Nederlands Consulaat-Generaal in Shanghai. Bureau Documenten heeft aangegeven de verklaring niet te kunnen beoordelen. Het Nederlands Consulaat-Generaal heeft aangegeven dat hij navraag heeft gedaan bij Chinese collega’s en schrijft vervolgens in een e-mail:
“Dat er in de verklaring staat dat het alleen in Nederland gebruikt kan worden en slechts 1 maand geldig is hebben we niet vaker gezien […].”
De rechtbank vindt dat het college zorgvuldig heeft gehandeld door de PSB verklaring eerst nog voor te leggen aan Bureau Documenten en het Nederland Consulaat-Generaal. Er is echter niet gebleken dat er vaker PSB verklaringen worden afgegeven die maar voor een maand geldig zijn. Onder die omstandigheden mocht het college van eiseres verlangen dat zij een PSB verklaring zou overleggen die nog geldig was op het moment dat zij die bij het college inleverde. Dat het Nederlands Consulaat-Generaal ook heeft gezegd dat de verklaring door de juiste autoriteiten is afgegeven en dat de ‘content’ van het document klopt, maakt dat niet anders.
12. Het college heeft verder aangegeven dat als eiseres alsnog een geldige PSB verklaring inlevert, dit nog niet voldoende is om de persoonsgegevens te wijzigen. Volgens het college moet eiseres ook aantonen dat de gegevens uit de door haar overgelegde documenten op haar betrekking hebben.
De rechtbank vindt dat het college deze ‘extra’ voorwaarde mag stellen. De documenten die het ministerie van Buitenlandse Zaken noemt (zie overweging 8), zijn nodig om een geboorte aan te tonen. Daarmee is nog niet gezegd dat deze documenten betrekking hebben op eiseres. Uit het notarieel certificaat en de PSB verklaring blijkt immers alleen dat er ‘iemand’ is die [naam2 eiseres] heet, die is geboren op [geboortedatum2] in [geboorteplaats2] , uit ouders X en Y. Maar dat wil nog niet zeggen dat die ‘iemand’ eiseres zelf is. Ook in combinatie met het DNA-onderzoek wordt dit nog niet duidelijk. Uit het DNA-onderzoek blijkt immers alleen dat eiseres een dochter is van de ouders X en Y. Daarmee is nog niet aangetoond dat eiseres [naam2 eiseres] is; zij zou bijvoorbeeld ook een andere dochter van X en Y kunnen zijn.
Conclusie
13. De rechtbank is het met het college eens dat de door eiseres overgelegde documenten onvoldoende zijn om de persoonsgegevens in de BRP te kunnen wijzigen.
14. Het beroep zal ongegrond worden verklaard. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, rechter, in aanwezigheid van E.C. Petrusma, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 mei 2019.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) van 3 februari 2016, overweging 4.1 (ECLI:NL:RVS:2016:232)
2.https://www.nederlandwereldwijd.nl/landen/china/wonen-en-werken/buitenlandse-documenten-legaliseren