ECLI:NL:RBZWB:2019:2002
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit door college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen
In deze zaak hebben de opposanten beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen op hun handhavingsverzoeken van 9 mei 2018 en 14 mei 2018. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft eerder, op 13 december 2018, het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De opposanten hebben hiertegen verzet ingesteld, dat op 21 maart 2019 ter zitting in Breda is behandeld. Opposant [naam eiser 4] was aanwezig en trad op als gemachtigde voor de andere opposanten, die niet verschenen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het rechtsmiddel verzet enkel kan beoordelen of de rechtbank terecht tot een vereenvoudigde afdoening is overgegaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep terecht niet-ontvankelijk is verklaard, omdat het college op 18 september 2018 een besluit heeft genomen op de handhavingsverzoeken, waarbij deze zijn afgewezen. De opposanten hebben aangevoerd dat zij belang hebben bij een inhoudelijke beoordeling van hun verzoeken, maar de rechtbank heeft geen aanleiding gezien om anders te oordelen dan in de eerdere uitspraak.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is en dat de eerdere uitspraak in stand blijft. De rechtbank heeft ook geen reden gezien om een voorlopige voorziening te treffen, ondanks het verzoek van de opposanten. De uitspraak is gedaan door mr. M.Z.B. Sterk en is openbaar uitgesproken op 18 april 2019. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.