ECLI:NL:RBZWB:2019:1791
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaarschrift inzake handhaving verzoeken
In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen op hun bezwaarschrift van 3 augustus 2018. Dit bezwaarschrift was gericht tegen een brief van het college van 25 juni 2018, waarin het college voornemens was om de handhavingsverzoeken van eisers af te wijzen. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 18 april 2019 uitspraak gedaan in deze zaak.
Eisers hebben op 9 en 14 mei 2018 handhavingsverzoeken ingediend met betrekking tot de bewoning door arbeidsmigranten van een pand in hun woonplaats. Na het indienen van het bezwaarschrift op 3 augustus 2018, hebben eisers het college in gebreke gesteld vanwege het niet tijdig beslissen. Het college heeft op 20 november 2018 het bezwaarschrift van eisers ongegrond verklaard, maar de rechtbank oordeelt dat het procesbelang van eisers is komen te vervallen, omdat het college inmiddels een beslissing had genomen.
De rechtbank heeft overwogen dat het verzoek om proceskostenveroordeling geen procesbelang oplevert en dat de gevorderde schadevergoeding niet voldoende onderbouwd is. Aangezien er geen procesbelang kan worden vastgesteld, heeft de rechtbank het beroep van eisers tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan door rechter M.Z.B. Sterk, in aanwezigheid van griffier N. Graumans.