9.De beslissing
-
spreekt verdachte vrijvan het onder
2tenlastegelegde feit;
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
feit 1:Medeplegen van opzettelijk een minderjarige onttrekken aan het wettig over hem gesteld gezag, terwijl de minderjarige beneden de twaalf jaren oud is;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 200 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
100 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf naar rato van twee uur per dag;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 6 maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd van twee jaren na te melden voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als algemene voorwaarden:
* dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
* dat verdachte medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, de medewerking van huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen drie dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis zal melden bij Reclassering Nederland, Peter Vineloolaan 4 te Bergen op Zoom en zich daarna gedurende een door de reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) zal blijven melden, zo lang en zo frequent als de reclassering noodzakelijk acht;
* dat verdachte gedurende de proeftijd zal meewerken aan een persoonlijkheidsonderzoek en/of intelligentieonderzoek, dit ter beoordeling van de reclassering, bij Mozaik of soortgelijke instelling en indien haar een behandelaanbod wordt gedaan zij zich onder behandeling zal stellen op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd begeleidbaar opstelt en meewerkt aan de hulpverlening vanuit Jeugdbescherming Brabant;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 2] van € 1.000,- ter zake van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen vanaf 20 april 2018 tot de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk, tezamen met de mededader, in de kosten die de benadeelde partij ter zake van rechtsbijstand heeft gemaakt, te weten € 600,-;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam 2] (feit 1), € 1.000,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen vanaf 20 april 2018 tot de dag der algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 20 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Voorlopige hechtenis
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Linden, voorzitter, mr. Van Kralingen en
mr. Heblij, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van den Hurk-van der Zanden, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 21 maart 2019.
Mrs. Van Kralingen en Heblij zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.