ECLI:NL:RBZWB:2018:7408

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 oktober 2018
Publicatiedatum
23 juni 2023
Zaaknummer
7160801 VV EXPL 18-57 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot staking van overlast en voorwaardelijke ontruiming van gehuurde woning

In deze zaak heeft de stichting Tiwos, Tilburgse Woonstichting, een kort geding aangespannen tegen een huurder, aangeduid als [gedaagde], wegens overlast die hij veroorzaakt in de vorm van brommende geluiden vanuit zijn woning. De vordering van Tiwos omvat het staken van deze overlast, het verwijderen van camera's die niet uitsluitend op zijn woning zijn gericht, en een voorwaardelijke vordering tot ontruiming van de woning indien de overlast niet wordt gestaakt. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 september 2018, waarbij zowel Tiwos als [gedaagde] aanwezig waren. Tiwos heeft herhaaldelijk geprobeerd om de overlast te verhelpen door gesprekken aan te bieden en aanmaningen te sturen, maar zonder resultaat. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is van de overlast en dat [gedaagde] tekortschiet in zijn verplichtingen als huurder. De rechter heeft geoordeeld dat Tiwos een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, gezien de ernst van de overlast voor de andere huurders. De vorderingen van Tiwos zijn toegewezen, met als gevolg dat [gedaagde] moet stoppen met de overlast en onder bepaalde voorwaarden zijn woning moet ontruimen. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van Tiwos.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaak/rolnr.: 7160801 VV EXPL 18-57
vonnis in kort geding d.d. 1 oktober 2018
inzake
de stichting Tiwos, Tilburgse Woonstichting,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Tilburg,
eiseres,
gemachtigde: mr. C.J.P. Schellekens, advocaat te Tilburg,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te ( [postcode] ) [plaats] , [adres 1] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “Tiwos” respectievelijk “ [gedaagde] ”.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
de dagvaarding van 30 augustus 2018 met producties 1 tot en met 43;
de bij brief van 12 september 2018 door mr. Schellekens voornoemd toegezonden producties 44 en 45;
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 17 september 2018. Ter zitting waren aanwezig namens Tiwos de heer [naam 1] (functie: leefbaarheidsconsulent) en de heer [naam 2] (functie: leefbaarheidsconsulent), bijgestaan door mr. P.L.T. Roks, alsmede [gedaagde] in persoon. [gedaagde] heeft ter gelegenheid van de zitting zijn pleitnota overgelegd. Van het verhandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt.

2.Het geschil

2.1
Tiwos vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld:
I om onmiddellijk na betekening van het te wijzen vonnis het veroorzaken van overlast, in de meest brede zin van het woord, maar in ieder geval het doen produceren van brommende geluiden, die te horen zijn in woningen in de directe woonomgeving, te staken en vervolgens gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom van € 150,-- per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] hiermee in strijd handelt, met een maximum van
€ 15.000,--;
II om de camera (dan wel camera’s) die op, aan of in zijn woning is (dan wel zijn) geplaatst, voor zover deze niet uitsluitend op de door hem gehuurde woning te ( [postcode] ) [plaats] , aan het [adres 1] en aanhorigheden is (dan wel zijn) gericht, binnen 7 dagen na betekening van het te wijzen vonnis te verwijderen en verwijderd te houden;
III onder de voorwaarde dat hij zich niet houdt aan de veroordelingen zoals geformuleerd onder I en/of II, om binnen 14 dagen nadat Tiwos bij deurwaardersexploot aan [gedaagde] gemotiveerd te kennen heeft gegeven dat voornoemde voorwaarde is ingetreden, de woning te ( [postcode] ) [plaats] , aan het [adres 1] , te ontruimen en te verlaten, met alle goederen en al de personen die zijdens [gedaagde] in voormelde woning verblijven en deze woning ter vrije en algehele beschikking van Tiwos te stellen;
IV tot betaling van de kosten van de procedure, waaronder de nakosten.
2.2
[gedaagde] voert verweer.

3.De beoordeling

3.1
Tussen partijen staan als niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken de volgende feiten vast:
- Per 29 maart 1993 hebben [gedaagde] en mevrouw [naam 3] (hierna: [naam 3] ) van Tiwos gehuurd de woning aan de [adres 1] te [plaats] .
- In maart 2013 is [naam 3] overleden en sindsdien zet [gedaagde] de huurovereenkomst met Tiwos alleen voort.
- De door [gedaagde] gehuurde woning betreft een rijtjeswoning en is gelegen tussen de woningen met huisnummers [huisnummer 1] en [huisnummer 2] .
- Tiwos verhuurt de woning aan de [adres 2] aan de heer [naam 4] (hierna: [naam 4] ) en de woning aan de [adres 3] aan mevrouw [naam 5] (hierna: [naam 5] ). De woning aan de [adres 4] verhuurt Tiwos aan mevrouw [naam 6] (hierna: [naam 6] ).
- Eind 2013, in 2014 en 2015 hebben [naam 4] , [naam 5] en [naam 6] bij Tiwos een aantal overlastklachten over [gedaagde] ingediend, bestaande uit geluidsoverlast van een aquariumpomp, bonken, slaan en roepen vanuit de woning en bedreigingen.
- Naar aanleiding van nieuwe klachten van mevrouw [naam 7] (die destijds samenwoonde met [naam 4] ) en [naam 6] in januari 2016 heeft Tiwos [gedaagde] bij brief van 11 februari 2016 uitgenodigd voor een gesprek op 18 februari 2016. In dat gesprek gaf [gedaagde] (onder meer) aan het aquarium van de muur te zetten.
- In juli 2016 hebben er conflicten tussen [gedaagde] en [naam 4] plaatsgevonden waarna medewerkers Tiwos de woning van [naam 4] hebben bezocht en zij verklaren toen trilgeluiden vanuit de woning van [gedaagde] geconstateerd te hebben.
- Tiwos heeft [gedaagde] bij brief van 27 juli 2016 uitgenodigd voor een gesprek op 3 augustus 2016, waar [gedaagde] niet voor is verschenen.
- Tiwos heeft [gedaagde] vervolgens bij brief van 4 augustus 2016 gesommeerd tot staking van overlast.
- Als reactie hierop heeft [gedaagde] aangegeven zelf ook overlast te ondervinden van zijn buurman.
- Op 13 november 2017 heeft [naam 6] medewerkers van Tiwos in de woning van [naam 4] gelaten in verband met nieuwe overlastklachten. De medewerkers van Tiwos verklaren toen een duidelijk hoorbaar en niet acceptabel geluid geconstateerd te hebben.
- Na klachten van [naam 5] heeft Tiwos op 22 november 2017 een aangetekende brief aan [gedaagde] gezonden waarin hij is gesommeerd om de overlast te staken door uiterlijk 29 november 2017 de zuurstofpomp uit te zetten of te verplaatsen. Verder is [gedaagde] gesommeerd om een zonder toestemming geplaatste camera van de voorgevel van zijn woning te verwijderen.
- Op 24 november 2017 hebben medewerkers van Tiwos de woning van [naam 4] bezocht en verklaard een brommend geluid van de zuurstofpomp van het aquarium van [gedaagde] geconstateerd te hebben.
- Op 14 december 2017 hebben medewerkers van Tiwos de woning van [naam 4] bezocht en zij verklaren dat het brommende geluid zachter is gezet, maar nog wel hoorbaar was en dat de camera niet is verwijderd.
- Bij brief van 15 december 2017 heeft de gemachtigde van Tiwos [gedaagde] gesommeerd om (onder meer) het brommende/zoemende geluid te staken en de camera binnen twee weken te verwijderen.
- Als reactie heeft [gedaagde] bij brief van 20 december 2017 aangegeven dat hij ook overlast ondervindt van zijn buren.
- Tiwos heeft vervolgens een bemiddelingsgesprek voorgesteld aan [gedaagde] met [naam 4] , waarop [gedaagde] aangaf daar niets voor te voelen.
- Op 2 januari 2018 hebben medewerkers van Tiwos een huisbezoek gebracht aan [gedaagde] en aangegeven dat [gedaagde] zich houdt aan de door haar geëiste punten, behalve verwijdering van de camera bij de voordeur. Verder hebben zij aan [gedaagde] aangegeven dat de camera ter plaatse van de achterkamer vervangen dient te worden door een niet beweegbare camera.
- Tiwos heeft [gedaagde] na zijn nieuw gemelde klachten van overlast uitgenodigd voor een gesprek op 8 maart 2018. [gedaagde] heeft aangegeven daarvoor niet naar Tiwos te komen.
- Tiwos heeft [gedaagde] vervolgens uitgenodigd voor een bemiddelingsgesprek met [naam 4] op 10 april 2018. [gedaagde] is daar (zonder afmelding) niet verschenen.
- Bij brief van 18 april 2018 heeft Tiwos een logboekformulier aan [gedaagde] gezonden om de door hem ervaren overlast te registreren.
- Op 30 april 2018 heeft [gedaagde] een e-mail met het logboek van 23 april tot en met 30 april 2018 naar Tiwos gestuurd waarin staat dat zijn klachten zien op gebonk, getik, gestamp en gesmijt met de voordeur.
- Op verzoek van Tiwos heeft Team Bemoeizorg in juni/juli 2018 contact opgenomen met [gedaagde] over bemiddeling bij de overlast, hetgeen [gedaagde] van de hand heeft gewezen.
- Eind juli 2018 hebben [naam 4] en [naam 5] nieuwe klachten bij Tiwos gemeld over de aquariumpomp van [gedaagde] .
- Bij e-mailbericht van 1 augustus 2018 heeft de wijkagent aan Tiwos medegedeeld dat geconstateerd is dat in de woning van [naam 4] op de eerste verdieping een zoemend geluid te horen was, begrijpelijk is dat de melder niet kon slapen en [gedaagde] niet open deed.
- Twee medewerkers van Tiwos verklaren op 6 augustus 2018 een brommend geluid geconstateerd te hebben in de woning van [naam 4] en dat geluid irritant en hard is.
3.2
Tiwos legt aan haar vordering – samengevat – het volgende ten grondslag.
[gedaagde] veroorzaakt al geruime tijd bewust overlast aan omwonenden en hij is hier al meerdere malen op aangesproken. De door [gedaagde] gestelde overlast van buren heeft Tiwos nooit kunnen vaststellen. De overlast die [gedaagde] veroorzaakt is meermaals vastgesteld door Tiwos en de politie. [gedaagde] heeft ook meermaals erkend de (geluids-)overlast te veroorzaken. door [gedaagde] . Omwonenden worden door de ernstige overlast ernstig in hun woongenot geschaad. Ook heeft [gedaagde] op onrechtmatige wijze camera’s opgehangen. [gedaagde] is tekort geschoten in zijn verplichting om geen overlast te veroorzaken en zijn verplichting om zich als een goed huurder te gedragen. Door de tekortkomingen van [gedaagde] heeft Tiwos in een bodemprocedure recht op ontbinding van de huurovereenkomst. Vooruitlopend op een ontbindingsvordering kan Tiwos ook ontruiming vorderen. Tiwos kiest er bewust voor, in een laatste poging om de ontruiming te voorkomen, om thans vooralsnog een gedragsaanwijzing te vorderen en als stok achter de deur de ontruiming te vorderen. Tiwos heeft een spoedeisend belang bij de vordering omdat vanwege de aard en duur van de overlast in redelijkheid niet van haar (en de omwonenden) kan worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht.
3.3
[gedaagde] voert als verweer – samengevat – het volgende aan.
De aquariums zijn inmiddels opgeruimd en [gedaagde] heeft nu een airconditioning (hierna: airco). [gedaagde] heeft de airco een aantal malen verplaatst of lager gezet, maar vanwege bonkgeluiden van zijn buurman [naam 4] heeft hij deze weer teruggezet. [gedaagde] ondervindt (m.n.) na het overlijden van zijn vrouw overlast van [naam 4] . Deze bestaat uit schreeuwen, gebonk tegen de muren alsook getik tegen de tegels. [naam 4] probeert de overlast van [gedaagde] uit te lokken. Het is raar dat er drie deuren verder last is van een pompje en dat de andere buren van [gedaagde] op de nummers [huisnummer 1] en [huisnummer 3] er geen last van hebben. Zelf slaat [gedaagde] af en toe met een stukje hout tegen de muur als reactie op overlast van [naam 4] . Na wat incidenten en inbraken heeft [gedaagde] camera’s geplaatst. De camera aan de voorzijde is afgeplakt, zodat [gedaagde] alleen zijn voordeur en zijn auto kan zien. De camera aan de achterzijde is een dummy en is alleen voor preventie. [gedaagde] zou graag een contactverbod met [naam 4] willen.
3.4
De kantonrechter overweegt als volgt.
3.5
Voldoende gebleken is dat Tiwos een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen nu zij stelt dat het woongenot van haar andere huurders ernstig is verstoord door overlast en het na vele malen proberen niet gelukt is om een bestendige periode geen overlast te hebben. [gedaagde] heeft het spoedeisend belang van Tiwos overigens ook niet weersproken.
3.6
Voorop gesteld wordt dat in een kort geding een vordering slechts toewijsbaar is indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter de vordering eveneens toewijst en indien van Tiwos niet kan worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht.
3.7
De kantonrechter is van oordeel dat uit de in het geding gebrachte stukken voldoende is komen vast te staan dat er sprake is van brommende geluiden uit de woning van [gedaagde] en dat daardoor ernstige en langdurige overlast wordt veroorzaakt. [gedaagde] heeft de gestelde overlast door het pompje van het aquarium en de airco ook onvoldoende weersproken, en zelfs erkend. [gedaagde] voert wel aan dat het opmerkelijk is dat de overlast alleen door [naam 4] en de buren naast [naam 4] wordt ervaren en niet door de buren aan de andere zijde van zijn woning. De kantonrechter is van oordeel dat aan [gedaagde] kan worden toegegeven dat het bijzonder is dat zijn andere directe buren geen enkele overlastklachten hebben. Gebleken is echter dat het aquarium tegen de muur stond die grenst aan de woning van [naam 4] en daar nu kennelijk de airco staat, hetgeen de overlast van omwonenden aan die zijde van zijn woning mogelijk kan verklaren. Daar komt bij dat medewerkers van Tiwos in de woning van [naam 4] ook diverse keren een brommend/zoemend geluid vanuit de woning van [gedaagde] waargenomen dat volgens hen onacceptabel is. Naar het oordeel van de kantonrechter is er geen aanleiding om aan de juistheid van de verklaringen van die medewerkers te twijfelen. Daarnaast heeft [gedaagde] ter zitting erkend dat hij (met enige regelmaat) met een houten stokje tegen de muur aan bonkt. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] zich door de gestelde overlast niet als een goed huurder in de zin van artikel 7:213 BW gedraagt en daarmee tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst.
3.8
[gedaagde] heeft aangegeven dat hij zelf ook overlast ondervindt van [naam 4] en als [naam 4] geen overlast veroorzaakt hij dat ook niet (meer) zal doen. Tiwos heeft ter zitting aangegeven dat zij een aantal malen in de woning van [gedaagde] is geweest en toen geen overlast van [naam 4] heeft geconstateerd, terwijl [gedaagde] op dat zelfde moment wel overlastgeluiden waar nam. De kantonrechter is van oordeel dat de door [gedaagde] gestelde overlast van zijn buurman bij gebreke van een onderbouwing thans niet kan worden vastgesteld. Dat neemt echter niet weg dat wel gebleken is dat de verhouding tussen [gedaagde] en [naam 4] verstoord is en dat mogelijk over en weer reacties worden uitgelokt die elkaar (enige) overlast geven. Dat doet er echter niet aan af dat [gedaagde] zich van iedere overlast dient te onthouden en hij het recht niet in eigen hand dient te nemen door te reageren op (vermeende) overlast. Dit ook om escalerende situaties te voorkomen. Gebleken is dat [gedaagde] er door Tiwos herhaaldelijk op is aangesproken niet het recht in eigen hand te nemen, maar dit voor hem geen aanleiding was om dat toch te doen. Zoals ter zitting is aangegeven dient [gedaagde] ervaren klachten van overlast van andere omwonende(n) bij Tiwos te melden en dit te blijven doen, zodat Tiwos in staat is om die te onderzoeken, te beoordelen en daartegen zo nodig acties te ondernemen. Zoals ter zitting ook is aangegeven is het [gedaagde] aan te bevelen om bij blijvend ervaren overlast (al dan niet professionele) hulpverlening te vragen omdat hij er niet alleen voor hoeft te staan.
3.9
[gedaagde] heeft aangegeven graag een contactverbod te willen met [naam 4] , maar zoals ter zitting door de kantonrechter aangegeven is [naam 4] geen partij in deze procedure, zodat een dergelijke tegenvordering niet kan worden ingesteld.
3.1
Tiwos noemt voorts als tekortkoming de camera’s aan de voor- en achterzijde van de woning van [gedaagde] die niet uitsluitend op zijn woning zijn gericht. Ter zitting heeft [gedaagde] aangegeven dat de camera aan de achterzijde van de woning een dummy is, hetgeen Tiwos niet (althans onvoldoende gemotiveerd) heeft weersproken. De kantonrechter gaat er dan ook vanuit dat ter zake van de camera aan de achterzijde van de woning geen tekortkoming bestaat. Voor wat betreft de camera aan de voorzijde van de woning heeft [gedaagde] aangegeven dat daar een plaatje overheen is geplakt waardoor deze niet meer kan draaien en deze enkel op de eigen voordeur en auto is gericht. [gedaagde] heeft ter zitting op zijn mobiele telefoon getoond hoe het beeld er uit ziet en daarvan heeft Tiwos aangegeven dat het zo toelaatbaar is. Gelet daarop heeft Tiwos naar het oordeel van de kantonrechter geen belang meer bij de vordering ter zake van de camera’s en deze wordt dan ook afgewezen.
3.11
Gebleken is dat Tiwos naar aanleiding van de overlastklachten veel en langdurig heeft ingezet om het overlastprobleem op te lossen. Zo heeft zij blijkens de stukken diverse aanmaningen gestuurd aan [gedaagde] ter staking van de overlast en heeft zij [gedaagde] meerdere keren uitgenodigd voor een gesprek. [gedaagde] heeft daar onvoldoende voor open gestaan door niet op voorstellen voor een gesprek in te gaan of niet voor geplande gesprekken te verschijnen. Om die reden is naar het oordeel van de kantonrechter niet te verwachten dat bij [gedaagde] uit eigen beweging een gedragsverandering zal optreden. Gezien de aard en ernst van de overlast is de kantonrechter van oordeel dat Tiwos recht en belang heeft om dit in rechte te vorderen met als stok achter de deur de vordering tot voorwaardelijke ontruiming. Met een grote mate van waarschijnlijkheid is te verwachten dat in een bodemprocedure (na een daartoe strekkende vordering) de ontbinding van de huurovereenkomst zal worden uitgesproken. De vorderingen tot het staken van de overlast en de vordering tot voorwaardelijke ontruiming zullen dan ook worden toegewezen.
3.12
[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, welke tot op heden aan de zijde van Tiwos worden begroot op € 618,91 waarvan € 98,34 aan explootkosten, € 1,57 aan kosten BRP, € 119,-- aan griffierecht en
€ 400,-- (2 punten x € 200,--) aan salaris voor de gemachtigde van Tiwos. De gevorderde nakosten worden toegewezen als op de in het dictum vermelde wijze.

4.4. De beslissing in kort geding

De kantonrechter:
4.1
veroordeelt [gedaagde] om onmiddellijk na betekening van dit vonnis het veroorzaken van overlast, in de meest brede zin van het woord, maar in ieder geval het doen produceren van brommende geluiden, die te horen zijn in woningen in de directe woonomgeving, te staken en vervolgens gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom van € 150,-- per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] hiermee in strijd handelt, met een maximum van
€ 15.000,--;
4.2
veroordeelt [gedaagde] , indien hij zich niet houdt aan de veroordeling als onder 4.1 vermeld, om binnen 14 dagen nadat Tiwos bij deurwaardersexploot aan [gedaagde] gemotiveerd te kennen heeft gegeven dat [gedaagde] de veroordeling als genoemd onder 4.1 heeft overtreden, om de woning te ( [postcode] ) [plaats] , aan het [adres 1] , te ontruimen en deze woning ter vrije en algehele beschikking van Tiwos te stellen;
4.3
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, aan de zijde van Tiwos tot op heden begroot op € 618,91 daarin begrepen een bedrag van € 400,-- als salaris voor de gemachtigde van Tiwos;
4.4
veroordeelt [gedaagde] , onder de voorwaarde dat hij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door Tiwos volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 100,-- aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
4.5
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.6
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2018.