Uitspraak
.
2.De verzoeken
- primair bepaling dat de minderjarigen hun hoofdverblijf zullen hebben bij haar subsidiair dat de minderjarige Berra haar hoofdverblijf bij de vrouw en de minderjarige [minderjarige] haar hoofdverblijf bij de man zal hebben;
- vaststelling van een regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken;
- vaststelling van een informatie- en consultatieregeling;
- vaststelling van een door de man te betalen onderhoudsbijdrage ten behoeve van de minderjarigen van € 250,= per maand per kind met ingang van 1 juni 2018.
- vaststelling van een regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken;
- vaststelling van een informatie- en consultatieregeling.
3.De beoordeling
kande Nederlandse rechter de zaak aanhouden totdat daarin door de buitenlandse rechter is beslist en dient de Nederlandse rechter zich onbevoegd te verklaren indien er reeds een beslissing van de buitenlandse rechter is die voor erkenning in Nederland vatbaar is.
nietaan te houden totdat de Turkse rechter heeft beslist. Partijen zijn in Nederland gehuwd in 2004 en hebben nadien niet in Turkije gewoond. De minderjarigen zijn in Nederland geboren en getogen en hebben nooit in Turkije gewoond. De echtscheidingsprocedure in Turkije is aangehouden tot juli 2019 in verband met het horen van in het buitenland wonende getuigen en is gelet daarop vooralsnog niet afgerond. De enkele stelling van de man onder verwijzing naar een brief van zijn Turkse advocaat dat in de zomer van 2019 een beslissing valt te verwachten acht de rechtbank onvoldoende. Het is een toekomstige onzekere gebeurtenis of de Turkse rechter zich na het horen van de getuigen in staat acht te beslissen of dat de procedure nadien nog voortduurt. Voorts is onweersproken gebleven de stelling van de vrouw dat de Turkse rechter de door de man verzochte voorlopige voorzieningen met betrekking tot de ouderlijke macht heeft afgewezen. De rechtbank acht het in het belang van de minderjarigen dat er op korte termijn duidelijkheid zal zijn omtrent hun hoofdverblijf en de zorgregeling. Er moet rust komen. De rechtbank zal de verzoeken dan ook inhoudelijk beoordelen.