In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 21 maart 2018, waarin de subsidie voor het rijksmonument het Groot Arsenaal te Bergen op Zoom werd vastgesteld op € 72.832,00. Eiser had eerder een subsidie van € 500.000,- ontvangen, maar de minister stelde dat de werkzaamheden niet conform het instandhoudingsplan waren uitgevoerd. Tijdens de zitting op 19 november 2018 heeft eiser zijn bezwaren toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat de minister ten onrechte bepaalde facturen van zijn bedrijf niet had meegenomen in de subsidievaststelling. De minister heeft echter betoogd dat de ingediende stukken onvoldoende inzichtelijk waren en niet voldeden aan de eisen van het instandhoudingsplan.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat de minister op goede gronden heeft kunnen besluiten dat de door eiser opgevoerde kosten niet subsidiabel waren. De rechtbank oordeelde dat eiser niet voldoende bewijs had geleverd dat de werkzaamheden binnen de planperiode en conform het instandhoudingsplan waren uitgevoerd. De kosten voor de renovatie van de liftinstallatie werden ook niet als subsidiabel beschouwd, omdat deze niet tot het rijksmonument behoren. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het bestreden besluit van de minister in stand gelaten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer op 20 december 2018.