10.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 02/820711-17
Feit 1 primair:
Medeplegen van poging doodslag, vergezeld van een strafbaar feit en gepleegd met het
oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en gemakkelijk te maken;
Feit 2 primair:
Medeplegen van diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en
bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor
te bereiden, gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of
andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken;
parketnummer 02/665203-18:
Diefstal door twee of meer verenigde personen;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van acht (8) jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- gelast de
terbeschikkingstellingvan verdachte,
met verplegingvan overheidswege;
- gelast de teruggave aan verdachte van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:
* 1.00 STK Sleutelbos (G1797671);
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 1] van
€ 172.273,12waarvan
€ 152.273,12ter zake van materiele schade, vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 24 januari 2018, datum van het voorlopige schaderapport, tot aan de dag der algehele voldoening en
€ 20.000,=ter zake van immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 18 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de buitengerechtelijke kosten en in de kosten die de benadeelde partij ter zake van proceskosten heeft gemaakt, te weten
€ 139,=en
€ 1.600,=;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. (BP.20)
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht; (BP.22)
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam 1] ,
€ 174.012,12te betalen, bij niet betaling te vervangen door
1dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd; (BP.04A)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 2] van
€ 131.938,=waarvan
€ 124.938,=ter zake van materiele schade, vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 24 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en
€ 7.000,-ter zake van immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 18 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de buitengerechtelijke kosten en in de kosten die de benadeelde partij ter zake van proceskosten heeft gemaakt, te weten
€ 40,=en
€ 1200,=;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. (BP.20)
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht; (BP.22)
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[naam 2] ,
€ 133.178,=te betalen, bij niet betaling te vervangen door
1dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd; (BP.04A)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 3] van
€ 6.973,14waarvan
€ 1.973,14ter zake van materiele schade, vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 24 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en
€ 5.000,=ter zake van immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 18 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de buitengerechtelijke kosten en in de kosten die de benadeelde partij ter zake van proceskosten heeft gemaakt, te weten
€ 105,=en
€ 800,=;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. (BP.20)
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht; (BP.22)
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[naam 3] ,
€ 7.878,14te betalen, bij niet betaling te vervangen door
1dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd; (BP.04A)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 4] van
€ 24.225,=waarvan
€ 19.225,=ter zake van materiele schade, vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 24 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en
€ 5.000,=ter zake van immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 18 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de buitengerechtelijke kosten en in de kosten die de benadeelde partij ter zake van proceskosten heeft gemaakt, te weten
€ 40,=en
€ 600,=;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. (BP.20)
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht; (BP.22)
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[naam 4] ,
€ 24.865,=te betalen, bij niet betaling te vervangen door
1dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd; (BP.04A)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 6] van
€ 5.797,=waarvan
€ 797,=ter zake van materiele schade, vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 24 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en
€ 5.000,=ter zake van immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 18 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij ter zake van proceskosten heeft gemaakt, te weten €
500,=;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. (BP.20)
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht; (BP.22)
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[naam 6] ,
€ 6.297,=te betalen, bij niet betaling te vervangen door
1dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd; (BP.04A)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 5] van
€ 6.554,=waarvan
€ 1.554,=ter zake van materiele schade, vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 24 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en
€ 5.000,=ter zake van immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 18 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de buitengerechtelijke kosten en in de kosten die de benadeelde partij ter zake van proceskosten heeft gemaakt, te weten
€ 122,=en
€ 600,=;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. (BP.20)
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht; (BP.22)
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[naam 5] ,
€ 7.276,= te betalen, bij niet betaling te vervangen door
1dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd; (BP.04A)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 8] van
€ 20.707,=waarvan
€ 17.707,=ter zake van materiele schade, vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 24 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en
€ 3.000,=ter zake van immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 18 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij ter zake van proceskosten heeft gemaakt, te weten
€ 600,=;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. (BP.20)
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht; (BP.22)
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[naam 8] ,
€ 21.307,=te betalen, bij niet betaling te vervangen door
1dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voorzover dit bedrag door de mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd. (BP.04A)
Dit vonnis is gewezen door mr. Beudeker, voorzitter, mr. Fleskens en mr. Maandag, rechters, in tegenwoordigheid van De Klerk-Van Rijs, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 11 december 2018.