Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 november 2018 uitspraak gedaan over de kwalificerende buitenlandse belastingplicht van een inwoner van Turkije. De belanghebbende, die in Turkije woont, stelde dat hij recht had op behandeling als binnenlandse belastingplichtige, omdat inwoners van andere landen, zoals Zwitserland en de BES-eilanden, wel gebruik konden maken van deze regeling. De rechtbank oordeelde echter dat de situatie van de inwoners van Turkije niet vergelijkbaar is met die van inwoners van Zwitserland of de BES-eilanden, omdat er geen verdrag bestaat dat het vrije verkeer van personen tussen Turkije en de EU regelt. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake is van verboden discriminatie en dat de wetgever een rechtvaardiging heeft voor het onderscheid op basis van inwonerschap. De rechtbank verklaarde de beroepen van de belanghebbende ongegrond, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden voor kwalificerende buitenlandse belastingplicht.